Het doel van dit onderzoek was de samenwerking tussen de zorg-, straf- en bestuursketen te optimaliseren voor gezinnen waar huiselijk geweld plaatsvindt. Dit met als uiteindelijk doel om geweld in deze gezinnen duurzaam te beëindigen. De eerste onderzoeksvraag was hoe de samenwerking binnen het Zorg- en Veiligheidshuis geoptimaliseerd kan worden, passend bij de visie van gefaseerde ketenzorg. De tweede onderzoeksvraag richtte zich op de impact van de verbeteracties: de gespreksleidraad en de deelname van cliënten aan multidisciplinaire overleggen. Wat leren we hieruit over de samenwerking rond huiselijk geweld en over het proces van het onderzoek?
MULTIFILE
Deze casussen zijn geïnspireerd op gendergerelateerde problematiek in het jongerenwerk in Zaandam. Deze casussen worden sinds 2025 ingezet bij de hbo-opleiding Pedagogiek van Hogeschool Inholland, zodat studenten kunnen leren van praktijksituaties. De casussen zijn ook bruikbaar in andere opleidingen voor jeugdprofessionals, zoals de opleiding Social Work (mbo en hbo) en voor intervisiebijeenkomsten in het jongerenwerk. In deze casussen staan praktijksituaties beschreven, waarin een ethisch dilemma of afweging wordt beschreven. Aan het eind van de casus staat een vraag die door deelnemers beantwoord kan worden. Het doel van deze casussen is om deelnemers na te laten denken over handelingsmogelijkheden en perspectieven uit te wisselen. Alle activiteiten zijn resultaten van het onderzoeksproject Gendergelijk Poelenburg, medegefinancierd door ZonMw. De activiteiten zijn ontwikkeld en uitgevoerd in samenwerking met jongeren, jongerenwerkers en stagiaires uit de buurthuizen Poelenburcht en Kleurrijk. Het kernteam van het project, bestaande uit vertegenwoordigers van het jongerenwerk van DOCK, Stichting Emancipator, lectoraat Jeugd en Samenleving en platform Trots op 075, gaf tussentijds feedback bij de ontwikkeling.
DOCUMENT
Artikel in tijdschrift SoziO over de resultaten van het programma dat het lectoraat Leefwerelden van Jeugd samen met praktijkinstellingen in Den Haag en Rotterdam uitvoerde. Doel van het programma was de begeleidingsmethodiek van zwerfjongeren te verbeteren. Hoe kunnen werkers systematisch aandacht besteden aan het leggen, betrekken en versterken van de sociale contacten van de jongeren, zodat ze er na de begeleiding niet weer alleen voor staan? Resultaat: voorbeelden, tips en tools hoe dat te doen.
DOCUMENT
Kwetsbare thuiswonende ouderen met een acute zorgvraag worden regelmatig opgenomen in het ziekenhuis. Het voorkómen van een onnodige acute opname is belangrijk. Een acute opname leidt namelijk vaak tot negatieve uitkomsten voor ouderen, zoals het vergroten van kwetsbaarheid, lichamelijke achteruitgang en functieverlies. Uit meerdere gespreksrondes met wijkverpleegkundigen blijkt dat zij het lastig vinden om de medische urgentie van een acute zorgvraag van ouderen goed in te schatten, en zodanig over te dragen naar de huisarts, zodat deze de urgentie begrijpt en oppakt. Ambulancezorgprofessionals geven aan dat zij de medische toestand juist goed in beeld hebben, maar de ondersteuningsbehoefte bij kwetsbare oudere moeilijk in kunnen schatten en niet weten wiens verantwoordelijkheid het is om de ondersteuningsbehoefte aan over te dragen. Beide disciplines kunnen van elkaar leren. Met dit project beogen wij door ontwerpgericht onderzoek kennisuitwisseling tot stand te brengen en nieuwe toepasbare kennis en handvatten te ontwikkelen om de handelingsverlegenheid van wijkverpleegkundigen en ambulancezorgprofessionals bij kwetsbare ouderen te verminderen. Hiermee dragen we bij aan het oplossen van de knelpunten in de acute zorgverlening voor kwetsbare ouderen in de thuissituatie en ondersteunen we maatschappelijke ontwikkelingen gericht op het organiseren van zorg dicht bij de patiënt. De eerste stap van het plan van aanpak is om knelpunten en oorzaken verder in kaart te brengen, met behulp van een PRISMA-analyse van echte ‘vastgelopen’ casuïstiek van kwetsbare ouderen met een acute zorgvraag. Vervolgens worden instrumenten in kaart gebracht via een rapid literatuurreview, aangevuld met via een enquête verkregen gegevens onder professionals in Nederland. Deze informatie wordt verwerkt in een drietal ontwerpsessies, waarbij handvatten voor wijkverpleegkundigen en ambulancezorgprofessionals in co-creatie worden ontwikkeld. Vervolgens worden deze handvatten in een pilot getest op haalbaarheid. Met deze uitkomsten worden handvatten zo nodig aangepast en vervolgens verspreid onder betrokken professionals via diverse kanalen, kennissessies en in het HBO-onderwijs opgenomen.
De wens en noodzaak om het onderwijs goed af te stemmen op verschillen tussen leerlingen zijn groter dan ooit. Het afstemmen op verschillen tussen leerlingen vraagt complexe differentiatievaardigheden en kennis van de leraar, naast het omgaan met praktische uitdagingen. Om te differentiëren maken leraren keuzes ten aanzien van leerdoelen, leeractiviteiten en groeperingsvormen op basis van verwachtingen die zij vormen over individuele leerlingen. Meestal vormen leraren accurate verwachtingen van hun leerlingen. Echter, van gestigmatiseerde groepen leerlingen vormen leraren soms onterecht lage verwachtingen. Deze lage verwachtingen kunnen, onbewust en onbedoeld, het handelen van de leraar beïnvloeden. Het is nog onvoldoende duidelijk hoe professionalisering leraren het beste kan helpen bij het afstemmen op diversiteit. De praktijkvraag van de betrokken werkveldpartijen is dan ook: ‘Hoe kunnen leraren door voortgezette professionalisering geholpen worden om beter af te stemmen op diversiteit in hun klas?’ In dit project werken een Hogeschool, een Universiteit en drie werkveldpartners samen om deze vraag te beantwoorden in drie deelstudies. Gestart wordt met een onderzoek naar de huidige praktijk; het handelen, de opvattingen, de dilemma’s van leraren worden in kaart gebracht, naast de manier waarop zij verwachtingen vormen. In deelstudie 2 wordt onderzocht welke inhouden en vormen van voortgezette professionalisering leraren als effectief ervaren voor hun ontwikkeling op het gebied van het afstemmen op diversiteit in de klas. In deelstudie 3 wordt een professionaliseringsinterventie ontwikkeld, geïmplementeerd en geëvalueerd wat betreft de effecten op het handelen, de opvattingen, dilemma’s en de vorming van leerkrachtverwachtingen. Daarnaast wordt het effect van de interventie op de mate van ondersteuning die leerlingen van hun leraar ervaren onderzocht. Op basis van de uitkomsten van de drie deelstudies ontwikkelen we een passend professionaliseringspalet voor leraren ten behoeve van het afstemmen op diversiteit in de klas in de vorm van onder meer een routekaart en inspiratiekaarten voor leraren.
De KIEM subsidie zullen wij gebruiken om een RAAK PUBLIEK-aanvraag te schrijven, waarin de basis wordt gelegd voor een discursief psychologisch onderzoek naar de wijze waarop issuemakelaars in het publieke domein issues aankaarten via sociale media, zodat (communicatie-)professionals hier lering uit kunnen trekken. We kijken naar de manier waarop issuemakelaars melding maken van misstanden en de dialogen die zich als gevolg daarvan ontwikkelen op sociale media. De resultaten zullen bijdragen aan een interactioneel handelingsperspectief, dat vorm kan krijgen in consultation, richtlijnen/handleidingen, casuïstiekopdrachten, trainingen en social media monitoring simulatiesessies. Het doel hiervan is communicatieprofessionals in staat te stellen adequater te reageren op issuemakelaars met een focus op interactie via sociale media, waarmee de toekomstbestendigheid van de professional wordt vergroot. In samenspraak met consortiumpartners zullen wij de KIEM subsidie gebruiken om: - de aanvraag inhoudelijk vorm te geven - geschikte casussen te selecteren die als onderzoeksmateriaal zullen dienen - werkpakketten samen te stellen en een activiteitenplan te maken - meer instellingen en praktijkorganisaties betrekken en uitnodigen voor deelname