AIM: The objectives of this study were (i) to develop two cerebral visual impairment motor questionnaires (CVI-MQ's) for children with cerebral palsy (CP): one for children with Gross Motor Function Classification System (GMFCS) levels I, II and III and one for children with GMFCS levels IV and V; (ii) to describe their face validity and usability; and (iii) to determine their sensitivity and specificity.BACKGROUNDS: The initial versions of the two CVI-MQ's were developed based on literature. Subsequently, the Delphi method was used in two groups of experts, one familiar with CVI and one not familiar with CVI, in order to gain consensus about face validity and usability. The sensitivity and specificity of the CVI-MQ's were subsequently assessed in 82 children with CP with (n = 39) and without CVI (n = 43). With the receiver operating curve the cut-off scores were determined to detect possible presence or absence of CVI in children with CP.RESULTS: Both questionnaires showed very good face validity (percentage agreement above 96%) and good usability (percentage agreement 95%) for practical use. The CVI-MQ version for GMFCS levels I, II and III had a sensitivity of 1.00 and specificity of 0.96, with a cut-off score of 12 points or higher, and the version for GMFCS levels IV and V had a sensitivity of 0.97 and a specificity of 0.98, with a cut-off score of eight points or higher.CONCLUSION: The CVI-MQ is able to identify at-risk children with CP for the probability of having CVI.
DOCUMENT
Signalen uit het veld van de (jeugd)reclassering wijzen er op dat bij jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB) en reclasseringscontact huisvesting één van de leefgebieden is waarop zich problemen voordoen. (Jeugd)reclasseringswerkers geven daarbij aan dat het ontbreken van een eigen woonplek jongeren met een LVB extra kwetsbaar en beinvloedbaar maakt, wat leidt tot een verhoogde kans op recidive. Ook geven werkers aan dat veel hulpverleningsinstanties niet goed in staat zijn om voor deze specifieke doelgroep een hulpverleningstraject gericht op passende huisvesting in te zetten. Deze signalen uit het werkveld hebben er toe geleid dat de William Schrikker Groep Jeugdreclassering (WSG-JR) en het Leger des Heils Jeugdzorg & Reclassering (LJ&R) de Hogeschool Leiden en de Hogeschool Utrecht hebben gevraagd om een probleemverkenning uit te voeren naar huisvestingsproblematiek bij jongeren met een LVB en reclasseringscontact
DOCUMENT
Inleiding: Bij mensen met verstandelijke beperkingen (VB) is obstipatie een van de meest voorkomende gezondheidsproblemen en de gevolgen kunnen groot zijn. Dit onderzoek beoogt een overzicht te geven van de prevalentie van, risicofactoren voor en (niet-)medicamenteuze behandeling van obstipatie bij mensen met VB. Daarnaast wordt de relatie tussen obstipatie, dysfagie en medicatie geanalyseerd.Methode: Het onderzoek bestond uit literatuur- en dossieronderzoek. Voor het systematische literatuuronderzoek werden de databases PubMed en Scopus doorzocht. Het dwarsdoorsnede (cross-sectionele) dossieronderzoek werd uitgevoerd bij zorginstelling Alliade. Data over aanwezigheid van obstipatie, laxantiagebruik, inzet van niet-medicamenteuze behandelingen en risicofactoren, waaronder dysfagie en medicatiegebruik, werden verzameld.Resultaten: De literatuur toonde sterk variërende obstipatie-prevalenties van 6 tot 94%. Het dossieronderzoek liet zien dat 24,3% van de cliënten een obstipatiediagnose heeft en 55% chronisch laxantia gebruikt. Risicofactoren voor obstipatie werden in de literatuur weinig gevonden. Risicofactoren gevonden in de dossiers waren mate VB, dysfagie en medicatie. Niet-medicamenteuze behandelingen voor obstipatie werden zelden gerapporteerd en betroffen fysiotherapeutische behandelingen, buikmassage en voedingssupplementen. Conclusie: De prevalentie van obstipatie en chronisch laxantiagebruik bleek hoog. Er is nog veel onduidelijk over risicofactoren en over de inzet van alternatieve behandelmethoden naast laxantia. Gezien de grote impact die obstipatie kan hebben op mensen met VB is verder onderzoek naar deze aandoening en de behandelmethoden wenselijk.
LINK