To adequately deal with the challenges faced within residential care for older people, such as the increasing complexity of care and a call for more person-centred practices, it is important that health care providers learn from their work. This study investigates both the nature of learning, among staff and students working within care for older people, and how workplace learning can be promoted and researched. During a longitudinal study within a nursing home, participatory and democratic research methods were used to collaborate with stakeholders to improve the quality of care and to promote learning in the workplace. The rich descriptions of these processes show that workplace learning is a complex phenomenon. It arises continuously in reciprocal relationship with all those present through which both individuals and environment change and co-evolve enabling enlargement of the space for possible action. This complexity perspective on learning refines and expands conventional beliefs about workplace learning and has implications for advancing and researching learning. It explains that research on workplace learning is itself a form of learning that is aimed at promoting and accelerating learning. Such research requires dialogic and creative methods. This study illustrates that workplace learning has the potential to develop new shared values and ways of working, but that such processes and outcomes are difficult to control. It offers inspiration for educators, supervisors, managers and researchers as to promoting conditions that embrace complexity and provides insight into the role and position of self in such processes.
From the article: "The educational domain is momentarily witnessing the emergence of learning analytics – a form of data analytics within educational institutes. Implementation of learning analytics tools, however, is not a trivial process. This research-in-progress focuses on the experimental implementation of a learning analytics tool in the virtual learning environment and educational processes of a case organization – a major Dutch university of applied sciences. The experiment is performed in two phases: the first phase led to insights in the dynamics associated with implementing such tool in a practical setting. The second – yet to be conducted – phase will provide insights in the use of pedagogical interventions based on learning analytics. In the first phase, several technical issues emerged, as well as the need to include more data (sources) in order to get a more complete picture of actual learning behavior. Moreover, self-selection bias is identified as a potential threat to future learning analytics endeavors when data collection and analysis requires learners to opt in."
Lifelong learning is necessary for nurses and caregivers to provide good, person-centred care. To facilitate such learning and embed it into regular working processes, learning communities of practice are considered promising. However, there is little insight into how learning networks contribute to learning exactly and what factors of success can be found. The study is part of a ZonMw-funded research project ‘LeerSaam Noord’ in the Netherlands, which aims to strengthen the professionalization of the nursing workforce and promote person-centred care. We describe what learning in learning communities looks like in four different healthcare contexts during the start-up phase of the research project. A thematic analysis of eleven patient case-discussions in these learning communities took place. In addition, quantitative measurements on learning climate, reciprocity behavior, and perceptions of professional attitude and autonomy, were used to underpin findings. Reflective questioning and discussing professional dilemma's i.e. patient cases in which conflicting interests between the patient and the professional emerge, are of importance for successful learning.
MULTIFILE
Adaptieve expertise en flexibiliteit zijn belangrijke competenties. Professionals zullen moeten meebewegen met veranderende werkomstandigheden en in staat zijn om die veranderingen vorm te geven. Dit (ontwerp)onderzoek vindt plaats in innovatieve leerwerkomgevingen in bachelor- en masteropleidingen en beschrijft en verklaart de werking van deze innovaties m.b.t. de ontwikkeling van adaptieve expertise.Doel Adaptatwork wil inzicht geven in werkzame mechanismes in en praktische tools ontwerpen voor de ontwikkeling van adaptieve expertise tijdens werkplekleren. Resultaten Wetenschappelijke kennis over de ontwikkeling van adaptieve expertise in hoger onderwijs Praktijkkennis en expertise voor het hoger onderwijs Toepasbare producten voor docenten en stakeholders Looptijd 01 juli 2020 - 31 december 2023 Aanpak Reviews naar adaptieve expertise en mechanismes die dat bevorderen, casestudies, meta-analyse en valorisatie. Wonen 3.0 Het project Wonen 3.0 dient als casus voor dit onderzoek. In deze leerwerkomgeving wordt praktisch onderzoek uitgevoerd op de vraagstukken van de maatschappij rondom het thema wonen in de setting van een modern leerwerkbedrijf. Bedrijven en instellingen, onderzoekers en studenten (als young professionals) ontwikkelen hierin samen nieuwe inzichten en werkende oplossingen. Het onderwijs is gebaseerd op challenge-based learning.
Belangrijke uitdagingen binnen de energietransitie zijn de beschikbaarheid van waterstof uit duurzame energiebronnen als alternatief voor fossiele brandstoffen en het voorkomen van congestie op het elektriciteitsnet door toenemende vraag naar en aanbod van elektriciteit. Decentrale productie, opslag en toepassing van waterstof biedt voor beide uitdagingen een oplossing, maar om dit te realiseren zijn innovaties en kennisontwikkeling nodig. In dit RAAK MKB project willen bedrijven en kennisinstellingen als partners van het groeiende netwerk rondom waterstof innovatiecentrum H2Hub Twente, expertise ontwikkelen voor realisatie van decentrale elektrolyse systemen. De betrokken bedrijven zijn zich aan het ontwikkelen om systeemoplossingen voor de markt van decentrale elektrolyse aan te kunnen bieden, maar hebben nog stappen te maken in de benodigde expertise hiervoor. De kloof die de bedrijven in dit project willen overbruggen: van theoretisch inzicht en expertise op deelaspecten naar expertise om goed werkende systemen te kunnen realiseren en begrip krijgen van mogelijkheden voor verbeteringen en innovaties. Om die reden wordt het project vorm gegeven rondom de ontwikkeling en bouw van een prototype elektrolyse systeem dat wordt geïntegreerd met de duurzame energievoorziening van H2Hub Twente. De ontwikkeling van elektrolyse systemen (maar ook toepassingen van waterstof) vraagt om expertise op alle opleidingsniveaus die nog weinig beschikbaar is. Door de energietransitie neemt de vraag naar deze expertise sterk toe. De kennisinstellingen zijn partner binnen de SPRONG “decentrale waterstof” en zij willen met dit project via praktijkgericht onderzoek expertise binnen de betrokken onderzoekgroepen verder opbouwen. Belangrijk hierin is het leerproces structuur en borging te geven waardoor dit kan doorwerken binnen het onderwijs richting studenten en bedrijfsmedewerkers. De resultaten van dit project worden gedeeld met het netwerk maar ook via bijeenkomsten van de topsector energie en lectorenplatform LEVE. De impact van dit project: expertiseopbouw voor realisatie van decentrale waterstofsystemen als stimulans voor regionale bedrijfsontwikkeling én energietransitie!
Hoewel duidelijk is dat als jongeren ouder worden ze vaker hun eigen voedselkeuzes maken, weten we weinig over hoe jongeren in de leeftijd van 16 tot en met 20 dat doen, welke rol gezondheid en duurzaamheid daarbij spelen, en hoe jongeren te bewegen zijn tot gezonder en duurzamer voedsel. Dat is daarom de focus van dit onderzoek. Daarbij richten we ons specifiek op plantaardig voedsel omdat dat één van de beste en duidelijkste manieren is om gezondheid en duurzaamheid te verenigen. In de loop der jaren zijn verschillende interventies bedacht en uitgevoerd om jongeren gezonder te laten eten. Die interventies vinden vaak plaats op scholen omdat dat settingen zijn met een relatief afgebakende fysieke en sociale voedselomgeving. Wel mist kennis over gedrag en interventiemogelijkheden gedurende de hele dag (ook buiten schooltijd). Ook weten we niet welke interventies jongeren zelf interessant, nuttig en/of veelbelovend vinden. Voor deze aanvraag richten wij ons specifiek op mbo-studenten, omdat deze groep niet alleen goed overeenkomt met de doelgroep van 16 tot en met 20 jaar oud, maar ook minder in beeld is en slechter bereikt wordt dan bijvoorbeeld middelbare scholieren en studenten aan hbo of wo instellingen. Doel van dit project is om, in co-creatie met jongeren (16-20 jaar, mbo student), hun voedselkeuzegedrag te onderzoeken en interventies te ontwerpen die op deze doelgroep aansluiten en plantaardig voedselkeuzegedrag stimuleren. We maken gebruik van de expertise van 7 deelnemende hogescholen - zoals psychologie, actieonderzoek, design thinking en challenge-based learning - om het gedrag van mbo-studenten van 8 mbo-instellingen in 4 regio’s in Nederland in kaart te brengen, en hen binnen hun eigen curricula te inspireren tot het creëren van interventies die het eten van plantaardig voedsel voor de eigen doelgroep stimuleren. Hbo studenten en docent-onderzoekers begeleiden dit proces, analyseren de uitkomsten en organiseren de doorwerking naar de praktijk.