Kijkend naar de ontwikkelingen in de medische en farmaceutische zorg, concludeer ik dat het belang van innovaties niet altijd in overeenstemming is met de snelheid waarmee die innovaties hun plek krijgen in het standaardhandelingsarsenaal van zorgverleners. Veranderingen in de zorg gaan vaak langzaam en doorbraken worden slecht herkend. De vraag is hoe dit komt. Er blijken vele factoren van invloed op het mogelijke succes van een innovatie. Van groot belang is het inzicht dat innoveren meer is dan iets bedenken en dan maar aannemen dat het wel zal worden opgepikt door de (potentiële) doelgroep. Het aan de man brengen (‘dissemineren’) van de innovatie is mede bepalend voor een succesvolle implementatie. In de farmaceutische zorg is voor deze overbruggingsfunctie een belangrijke rol weggelegd voor de farmakundige. Mijn lectoraat, dat is gekoppeld aan de opleiding Farmakunde, zal zich bezighouden met het onderzoek naar het proces om farmaceutische innovaties te dissemineren. In deze openbare les licht ik de context en consequenties van dit onderzoeksthema nader toe. Ik begin met een uitleg van de farmakundige en diens toegevoegde waarde in het werkveld (hoofdstuk 1), en vervolg met een korte beschrijving van recente veranderingen binnen de zorg (hoofdstuk 2). In het begeleiden van die veranderingen ligt een belangrijke meerwaarde van de farmakundige, en de missie van dit lectoraat. Daarna (hoofdstuk 3) beschouwen we het innoveren in de (farmaceutische) gezondheidszorg in meer detail. Hoofdstuk 4 geeft diverse handvatten voor het kiezen van de juiste interventies om de afstand tussen de innovator en de toekomstige gebruiker te overbruggen en zodoende de toegang voor de gebruiker tot de innovatie te verbeteren. De keuze van de onderzoekslijnen van mijn lectoraat, zoals in hoofdstuk 5 beschreven, is daarvan afgeleid
DOCUMENT
DOEL: Deze studie onderzoekt de mogelijke invloed van gender op de historische dynamiek rond verpleegkundig leiderschap. METHODE: Gebruikmakend van een historische onderzoeksbenadering voert deze studie een bronnenanalyse uit met gender als analytische lens, gericht op de ontwikkeling van het verpleegkundig directeurschap in het Sint Radboudziekenhuis vanaf de oprichting van de medische kliniek (1956) tot de uitsluiting van de verpleegkundig directrice uit de directie (1971). RESULTATEN: Er worden zes gendergaps geïdentificeerd, namelijk verschillen in vermeende capaciteiten en kwaliteiten, werk-privébalans, opleiding, salarisstructuur, ondersteuning en gebruik van retoriek. Dit wijst op betrokkenheid van stereotype denkbeelden bij het vormen van de genderasymmetrie binnen het verpleegkundig beroep en de perceptie ervan op de werkplek en daarbuiten. DISCUSSIE: Een geleidelijke uitsluiting van verpleegkundigen op basis van geslacht op strategisch niveau in directies wordt benadrukt. Deze asymmetrie en vooroordelen creëerden een onevenwichtig speelveld, wat de onderhandelingen over de status van het verpleegkundig beroep bemoeilijkte en belemmeringen opwierp voor verpleegkundig leiderschap. CONCLUSIE: Het zichtbaar en bespreekbaar maken van deze vooroordelen kan het bewustzijn vergroten over de wijze waarop historisch gegroeide ideeën en overtuigingen hedendaags verpleegkundig leiderschap beïnvloeden.
LINK
De prevalentie- en incidentiecijfers geven aan dat schisis (of een lip- en/of kaak- en/of verhemeltespleet) in Afrika (gemiddeld 0.6/1000 geboortes) minder frequent voorkomt in vergelijking met de Caucasische en Aziatische bevolking (gemiddeld 1.2 en 1.9/1000 geboortes). Desondanks is het aantal onbehandelde schisispatiënten in Afrika aanzienlijk, wegens het hoge geboortecijfer en de afwezigheid van voldoende zorgverstrekkers. Ook traditionele gezondheidsbenaderingen, gebaseerd op inheems geloof en cultuur, zijn in Afrika nog steeds sterk vertegenwoordigd en dragen eveneens bij tot een afwezige of onvolledige behandeling. Sedert meerdere jaren worden projecten op touw gezet waarbij geschoolde chirurgen uit het Noorden in een team samenwerken met lokale artsen om schisispatienten een adequate behandeling te geven. Ook in het CoRSU ziekenhuis te Kisubi, Oeganda, loopt een dergelijk project. Naast de aandacht voor een adequate chirurgische behandeling, is er een opstart gemaakt van een logopedisch behandelingscentrum voor spraak- en taalstoornissen. Wij trachten met onze groep logopedisten van de Universiteit Gent bij te dragen in deze ontwikkeling in samenwerking met het bestaande Departement for Speach and Hearing Pathology aan de Makarere University. In dit artikel geven we een overzicht van de epidemiologische gegevens en de noordelijke behandeling van schisis in Afrika. Verder worden de visies van traditional healers omtrent de etiologie en behandeling van schisis opgenomen in de tekst.
DOCUMENT