In dit onderzoek staan de ervaringen van cliënten met jeugdhulp in de regio Haaglanden centraal. Daarbij is specifiek gevraagd naar tevredenheid, samenwerking, aansluiting op de hulpvraag en de alliantie cliënt-professional. De hoofdvraag luidt: "Wat zijn de ervaringen met jeugdhulp van ouders en jongeren die in 2019 en/of 2020 jeugdhulp ontvingen in de regio Haaglanden? In deze rapportage doen we verslag van het onderzoek. Achtereenvolgens bespreken we de opzet en vraagstelling en de resultaten. We ronden af met conclusies en aanbevelingen Met medewerking van Bianca Prins, Judith Zweers van de gemeente Leidschendam-Voorburg en studenten Pedagogiek van de HHs
MULTIFILE
De gemeente Leidschendam-Voorburg heeft het lectoraat Jeugdhulp in transformatie van De Haagse Hogeschool (HHs) gevraagd om, samen met studenten, een kwalitatief cliëntervaringsonderzoek uit te voeren onder haar inwoners die jeugdhulp krijgen. De Jeugdwet verplicht gemeenten om jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek (CEO) uit te voeren. In 2016 deed de regio Haaglanden, waartoe Leidschendam-Voorburg behoort, een kwantitatief CEO onder jongeren en ouders. Aanvullend daarop liet de regio Haaglanden een kwalitatief CEO uitvoeren om enkele thema’s die voortkomen uit het kwantitatieve onderzoek uit 2016 verder uit te diepen. Dit onderzoek is in 2019 uitgevoerd door het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie van de HHs in samenwerking met studenten Social Work en Pedagogiek. De gemeente Leidschendam-Voorburg wilde een dergelijk onderzoek graag voor de eigen gemeente laten uitvoeren. In deze rapportage doen we verslag van het onderzoek. Achtereenvolgens bespreken we de opzet en vraagstelling en de resultaten. We ronden af met conclusies en aanbevelingen. Met medewerking van Bianca Prins, Judith Zweers van de gemeente Leidschendam-Voorburg en studenten Social work van de HHs
MULTIFILE
The World Health Organization (WHO) strives to assist and inspire cities to become more ‘age-friendly’ through the Global Age-Friendly Cities Guide. An age-friendly city offers a supportive environment that enables residents to grow older actively within their families, neighbourhoods and civil society, and offers extensive opportunities for their participation in the community. In the attempts to make cities age-friendly, ageism may interact with these developments. The goal of this study was to investigate the extent to which features of age-friendly cities, both facilitators and hindrances, are visible in the city scape of the Dutch municipalities of The Hague and Zoetermeer and whether or not ageism is manifested explicitly or implicitly. A qualitative photoproduction study based on the Checklist of Essential Features of Age-Friendly Cities was conducted in five neighbourhoods. Both municipalities have a large number of visual age-friendly features, which are manifested in five domains of the WHO model, namely Communication and information; Housing; Transportation; Community support and health services; and Outdoor spaces and buildings. Age-stereotypes, both positive and negative, can be observed in the domain of Communication and information, especially in the depiction of third agers as winners. At the same time, older people and age-friendly features are very visible in the cityscapes of both municipalities, and this is a positive expression of the changing demographics. Original article at Sage: https://doi.org/10.1177/1420326X19857216
MULTIFILE
Publicatie over de rol van ervaringsdeskundigen in het GGZ
DOCUMENT
Voor goede en effectieve hulp zijn de ervaringen van ouders en jongeren van groot belang. De Jeugdwet verplicht gemeenten daarom om jaarlijks een clientervaringsonderzoek (CEO) uit te voeren. In de jeugdhulpregio Haaglanden hebben gemeenten en zorgaanbieders besloten dit gezamenlijk aan te pakken, vanuit de wens om regionaal sturingsinformatie over jeugdhulp, waaronder cijfers over het gebruik van jeugdhulp en clientervaringsonderzoek, te verzamelen. In 2016 deed de regio Haaglanden kwantitatief onderzoek naar de clientervaring van jongeren en ouders in de gespecialiseerde jeugdzorg. Conform de landelijke adviezen hebben de H10-gemeenten besloten een verdiepend kwalitatief onderzoek uit te voeren. Op basis van de resultaten van het kwantitatieve CEO en de daarbij behorende duidingssessies, hebben de H10-gemeenten twee vraagstukken geselecteerd waarop zij het kwalitatieve onderzoek willen richten, namelijk: 1. De samenwerking tussen de verschillende betrokken jeugdhulpprofessionals. 2. De mate waarin de hulp aansluit op de hulpvraag. Uit een verkenning met de gemeenten bleek dat er geen geschikte data voorhanden waren om dit verdiepende onderzoek uit te voeren zonder een nieuw onderzoek op te zetten. Daarom hebben het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie aan De Haagse Hogeschool (HHs) en de regio Haaglanden in het vierde kwartaal van 2018 verkend of en op welke wijze De Haagse Hogeschool een kwalitatief CEO voor de regio kan uitvoeren. Dit heeft geresulteerd in voorliggend onderzoek, dat in samenwerking met tweedejaarsstudenten van de opleidingen Pedagogiek en Social Work van De Haagse Hogeschool is uitgevoerd. Primair doel van het onderzoek is om voor de H10-regio inzichten te verkrijgen in de clientervaringen binnen het vernieuwde jeugdhulpstelsel, teneinde daarmee de kwaliteit van de jeugdhulp in deze regio verder te verbeteren. Een nevendoel van dit onderzoek is om de studenten van de opleidingen Pedagogiek en Social Work van De Haagse Hogeschool leerervaringen te bieden op het terrein van praktijkgericht onderzoek in het jeugdhulpveld. Het onderzoek is nadrukkelijk opgezet als een pilot, waarin voor het eerst (in Haaglanden) ervaring wordt opgedaan met de inzet van hogeschoolstudenten bij de uitvoering van het clientervaringsonderzoek. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/cathelijne-mieloo-b17a5720/ https://www.linkedin.com/in/cora-bartelink-000b4950/ https://www.linkedin.com/in/robgilsing/
DOCUMENT
De komst van ervaringsdeskundigen in de beroepspraktijk van de langdurige geestelijke gezondheidszorg is een relatief nieuw fenomeen. Hun komst wordt geduid als onderdeel van een paradigmaverschuiving (Goossens, 2010; Van Erp et al, 2012; Stam, 2012). Het betreft een verschuiving van een meer medisch georiënteerd model naar een model gericht op concepten als herstel, empowerment en zelfregie. Er bestaat over de inzet van ervaringsdeskundigen als onderdeel van het zorgaanbod nog veel onduidelijkheid. In twee onderzoeksprojecten staat de inzet van ervaringsdeskundigen centraal, namelijk in het project Who Knows?! aan de Hogeschool van Amsterdam en het project Vriend GGz aan de Hogeschool Utrecht. Beide projecten lopen nog; het praktijkgerichte gedeelte van Who Knows?! wordt afgerond in 2013, het gelijknamige promotietraject in 2015. Het onderzoeksproject Vriend GGz wordt in de loop van 2013 afgerond. In dit artikel willen we kennis delen over de wijze waarop wij kwalitatief onderzoek doen naar deze nieuwe ontwikkeling.
DOCUMENT
Gemeenten hebben de wettelijke plicht om onderzoek te doen naar de tevredenheid van gezinnen over de jeugdhulp. In het voorjaar van 2022 heeft het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie van De Haagse Hogeschool met medewerking van tweedejaarsstudenten Pedagogiek cliënten van DelftSupport die in 2021 jeugdhulp hebben ontvangen geïnterviewd. Hoewel het kleine aantal interviews niet representatief is voor alle gezinnen en jongeren die hulp hebben ontvangen, zijn deze wel waardevol. Achter elke ervaring zit een verhaal, een gezin, een kind of jongere met een hulpvraag. Op basis van de interviews en de reflectie door het team adviseren we om te investeren in een betere samenwerking met de ketenpartners. Verlies daarbij vooral het gezin niet uit het oog en laat waar mogelijk de regie bij het gezin.
MULTIFILE
Dit onderzoek, met de vraag welke beelden over jeugdhulp bij ouders en jeugdigen in de regio Haaglanden leven, is in 2022 uitgevoerd door het lectoraat Jeugdhulp in transformatie in samenwerking met studenten Pedagogiek van de Haagse Hogeschool. Voor het onderzoek zijn 48 personen geïnterviewd. De interviews werden gehouden met behulp van een semigestructureerde vragenlijst en geanalyseerd door de onderzoekers van het lectoraat. Bijna alle respondenten zijn op de een of andere manier bekend met jeugdhulp. Ze geven aan dat jeugdhulp er is om kinderen veilig op te laten groeien. Ongeveer de helft van de respondenten spreekt vanuit een vorm van eigen ervaring. Ze hebben zelf of in hun naaste omgeving te maken gehad met een vorm van jeugdhulp. De indruk bestaat dat deze respondenten een positiever beeld van de jeugdhulp hebben. Daar waar eigen ervaringen ontbreken, zijn veel respondenten zich over het algemeen bewust dat het beeld in de media negatief gekleurd is en dat dat van invloed is op hun kijk op de jeugdhulp. Verder vinden de respondenten het positief dat jeugdhulp er is voor kinderen en gezinnen die problemen ervaren. Toch maken ze kanttekeningen bij de beschikbaarheid van de hulp. Negatieve kanten van de jeugdhulp die benoemd worden, zijn vooral de wachtlijsten en het daardoor ontbreken van passende, juiste hulp waardoor problemen mogelijk verergeren. Bijna alle respondenten geven aan dat ze jeugdhulp zouden inschakelen wanneer de problematiek ernstig genoeg is en nadat ze eerst zelf geprobeerd hebben om actie te ondernemen. Dit verklaart wellicht dat de meeste respondenten niet goed aan kunnen geven waar ze voor hulp terecht kunnen. Op het moment dat het echt zo ver is gaan ze via internet op zoek.
DOCUMENT
De Jeugdwet verplicht gemeenten om jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek (CEO) uit te voeren. In 2019 heeft het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie van de HHs in samenwerking met studenten dit onderzoek uitgevoerd voor de regio Haaglanden. De gemeente Leidschendam-Voorburg wilde een dergelijk onderzoek graag voor de eigen gemeente laten uitvoeren. In 2020 en 2021 hebben tweedejaarsstudenten Social Work vijfentwintig ouders en twee jongeren geïnterviewd over hun ervaringen met de toegang tot jeugdhulp, hun ervaringen met de aansluiting op hun hulpvraag en hun ervaringen met samenwerking en regie. In deze samenvatting worden de resultaten beknopt weergegeven.
DOCUMENT
In het kader van een interne cursus ‘Kwalitatieve onderzoeksvaardigheden’ ben ik begonnen met dit onderzoek. De hoofdvraag is: Zouden studenten met een naaste met psychische problemen hun familie ervaringen willen benutten in het kader van hun beroepsopleiding SPH en zo ja op welke manier?
DOCUMENT