Studentbegeleiding is een belangrijk onderdeel van het onderwijs aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Studenten dienen tijdens hun opleiding begeleid te worden bij hun studievoortgang, bij het maken van loopbaankeuzes en bij hun ontwikkeling naar startbekwame professional. Opleidingen in de HvA maken eigen keuzes in de manier waarop zij studentbegeleiding ‘neerzetten’. Hierbinnen vervullen studentbegeleiders vaak een sleutelrol.In de periode 2021-2026 zal de HvA inzetten op het versterken van studentbegeleiding (zie de ambities in het HvA-Instellingsplan, 2020). De HvA beschrijft hierin studentbegeleiding als een belangrijke voorwaarde voor studentsucces. Ook de ontwikkeling naar meer persoonlijke leerpaden en flexibel onderwijs met meer regie voor de student is gebaat bij een goede studentbegeleiding. In de HvA heeft het Programma Persoonlijke Leerpaden tot taak de randvoorwaarden voor onderwijs en beleid in kaart te brengen die nodig zijn om persoonlijke leerpaden voor studenten mogelijk te maken. In opdracht van dit Programma heeft het HvA-Lectoraat Kansrijke Schoolloopbanen in een Diverse Stad onderzocht hoe studentbegeleiding op dit moment wordt vormgegeven in bachelor-opleidingen van de HvA (n = 32), met aandacht voor de succeservaringen en ervaren knelpunten. De centrale vraag in dit onderzoek was: Welke aanknopingspunten voor de versterking van studentbegeleiding bieden de ervaringen en afwegingen van HvA-opleidingen inzake studentbegeleiding in de opleiding?
Het TEACCH-curriculum (Mesibov, Shea, & Schopler, 2004) beschrijft autisme als een andere cultuur, zoals het de manier bepaalt waarop mensen denken, voelen en zich gedragen. In dit onderzoek heb ik dit vertaald naar ‘de wereld van autisme’. Mensen met autisme hebben ‘vertaling’ nodig om te kunnen begrijpen en begrepen te worden. Ik heb het model van de ijsberg (MCClelland) gebruikt om aan te geven dat ‘niets is wat het lijkt’. Aan het gedrag wat je ziet (de top van de ijsberg) liggen vele oorzaken ten grondslag (onder de waterspiegel). Om een leerling met autisme te kunnen ‘verstaan’, en een aansluiting te kunnen maken waar hij nodig is, moet je onder de waterspiegel kijken. Om professionals in de praktijk op het STIP VSO Utrecht deze vertaling te bieden, ben ik op zoek gegaan naar antwoord op de volgende vraag: Op welke manier kunnen de unieke behoeften, beperkingen en kwaliteiten van elke leerling met autisme en een verstandelijke beperking op het STIP VSO overzichtelijk in beeld gebracht worden, zodat deze informatie toegankelijk is voor de professionals die met deze leerlingen werken? Eén van de uitkomsten van dit onderzoek is de ontwikkeling van een pASSpoort. In de keuze voor relevante aspecten, invulling en vormgeving van dit pASSPoort heb ik, gesteund door een stevig theoretisch kader, praktijkonderzoek gedaan op vier scholen voor (V)SO-ZMLK. Op het STIP VSO Utrecht heb ik het kernteam, de leerkrachten en diverse onderwijsprofessionals, waaronder een aantal ouders van leerlingen met ASS en VB, bevraagd. Het (h)erkennen van de andere wereld, het andere (be)leven, van een leerling met ASS en VB, ondersteund door dit pASSpoort, zal veel over (of onder-)vraging, en hierdoor stress, voorkomen.
Bij Sport en Bewegen leven verschillende vragen rondom studiesucces. Een van de vragen die de opleiding heeft is gericht op de werking van drempels en de mogelijke invloed daarvan op het aantal langstudeerders. Sport en Bewegen geeft aan dat het lukt om langstudeerders te laten uitstromen, maar doordat er nieuwe langstudeerders bij blijven komen, de totale groep niet afneemt. Een factor die op de instroom van langstudeerders van invloed zou kunnen zijn is de aanwezigheid van drempels in het curriculum. Binnen het programma van Sport en Bewegen zijn er verschillende drempels in het curriculum ingebouwd. Ten eerste zijn er bepaalde eisen waaraan studenten moeten voldoen voordat zij aan de stage in het 3e jaar mogen beginnen. De opleiding biedt de studenten die nog niet met hun stage mogen beginnen de optie om alvast de vakken te volgen die ze anders ná de stage zouden krijgen. Deze vakken worden twee keer in het jaar aangeboden. Een andere optie is dat studenten het 2e jaar opnieuw doen. Door deze twee opties aan te bieden kunnen studenten die nog niet aan hun stage mogen beginnen hun achterstand wegwerken, actief met de studie bezig blijven en blijven ze in contact met de opleiding en klasgenoten