Er komt steeds meer aandacht voor de stem van mensen die leven met dementie of met een milde cognitieve beperking (Het is namelijk onvoldoende bekend hoe het alledaags leven door hen zelf vanuit hun insiders perspectief daadwerkelijk ervaren wordt Het doel van dit onderzoek was om alledaagse ervaringen en wat daar in belemmert of ondersteunt, te verkennen van mensen die leven met dementie of MCI en thuis wonen.
DOCUMENT
Uit een onlangs verschenen rapport blijkt dat 12% van de studenten in het hoger onderwijs in ernstige mate psychische klachten ervaart, zoals angst en depressieve gevoelens (RIVM et al., 2021). Deze groep loopt een groter risico op voortijdig schoolverlaten dan studenten zonder psychische problemen, met als gevolg slechtere arbeidsmarktperspectieven voor deze jongeren (Bruffaerts et al., 2018; Cook, 2006; Van den Broek et al., 2013; Veldman et al., 2015). De Innovatiewerkplaats Begeleid Leren van het lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool Groningen is het StudieSucces-project gestart (2017-2020) om deze groep studenten binnen de Hanzehogeschool Groningen te ondersteunen bij het volhouden van hun opleiding. Het project bood ondersteuning aan studenten die bij reguliere onderwijsprofessionals door ontoereikende deskundigheid en/of onvoldoende tijd niet terecht konden. In dit project werden studenten begeleid door medewerkers van het lectoraat die geschoold zijn in het toepassen van de Begeleid Leren-methodiek (hierna BL-specialisten genoemd). In deze bijdrage leggen we de Begeleid Leren methodiek (BL-methodiek) uit, waarna in het kort de opzet van het StudieSucces-project wordt geschetst. Vervolgens presenteren wij de ervaringen van studenten met de ondersteuning door middel van de BL-methodiek en de ervaringen van BL-specialisten met de uitvoering ervan. Deze zijn uitgevraagd door middel van een kleinschalige evaluatie.
LINK
Dit is alweer de vijfde editie van het congres Met het oog op behandeling. De afgelopen jaren hebben we gezien dat de maatschappelijke belangstelling voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) sterk toeneemt. Dit jaar is er zelfs een Interdepartementaal Beleidsonderzoek gedaan door diverse ministeries over de positie van mensen met een LVB in de Nederlandse samenleving. In het onderzoeksrapport wordt gepleit voor het verbeteren van de communicatie tussen algemene voorzieningen en deze burgers. Voor alle professionals in het brede sociaal domein wordt aanbevolen dat zij meer kennis en vaardigheden moeten hebben voor hun hulp- en dienstverlening aan mensen met een LVB. Dat geldt voor alle professionals in het sociaal domein en in het bijzonder voor professionals die werken voor cliënten met een LVB waarbij sprake is van ernstige gedragsproblematiek en psychische problemen. In dat geval moet je kunnen omgaan met ‘onbegrepen gedrag’ en agressie en wil je beschikken over de beste, actuele kennis op dat gebied.
DOCUMENT
In deze bijdrage staan zzp’ers die twee tot tien jaar geleden kanker kregen centraal (N = 90), bestaande uit een subgroep zzp’ers die ten tijde van de kankerdiagnose al zzp’er was (n = 47) en een subgroep die dat daarna is geworden (n = 43). Kankerbehandelingen kunnen leiden tot zogeheten late effecten, zoals fysieke problemen, vermoeidheid en cognitieve klachten. De gegevens van de zzp’ers zijn door middel van cross-sectioneel vragenlijstonderzoek vergeleken met werkenden die zowel ten tijde van de dataverzameling als ten tijde van de diagnose uitsluitend in loondienst werkten (N = 572). Voor de zzp’ers is nagegaan hoe klachten die bekendstaan als late effecten van kankerbehandelingen, samenhangen met werkvermogen, burn-outklachten en werkbevlogenheid. Zzp’ers blijken gemiddeld een lager werkvermogen, minder burn-outklachten en hogere werkbevlogenheid te hebben dan de in loondienst werkenden. De groep zzp’ers die pas in de jaren na diagnose zzp’er werd, ervaart relatief veel cognitieve klachten. Meer vermoeidheidsklachten onder zzp’ers hangen samen met lager werkvermogen, meer burn-outklachten en lagere werkbevlogenheid. Hogere cognitieve klachten hangen samen met meer burn-outklachten. Zzp’ers die in het verleden een kankerdiagnose hebben gehad, verdienen meer aandacht, zowel vanuit onderzoek als vanuit beleid met het oog op ondersteuning, omdat werkgerelateerde zorg voor hen nu niet standaard geregeld is.
DOCUMENT
Patiënten met kanker in het bloed, beenmerg of lymfeklieren (hematologische maligniteiten) die behandeld worden met stamceltransplantatie staan voor de uitdaging om te gaan met een levensbedreigende ziekte en een stressvolle behandeling. Een deel van de patiënten ervaart psychische klachten zoals angst of depressie. In dit proefschrift hebben we de effecten van en behoefte aan ondersteunende psychische zorg bestudeerd bij deze patiëntengroep, door middel van een gerandomiseerde klinische studie, vragenlijstonderzoeken en interviews. Tot 68% van de patiënten bleek cognitieve/emotionele problemen te ervaren in de vijf jaar na stamceltransplantatie. Slechts een minderheid (6.5%) had echter behoefte aan aanvullende, ondersteunende zorg voor deze problemen. Ook binnen de gerandomiseerde klinische studie had de meerderheid van de patiënten geen behoefte aan actieve interventies gericht op vermindering van angst- of depressieve symptomen. Deels wordt dit verklaard doordat ongeveer 10% van de patiënten al ondersteuning kreeg binnen de huidige zorg. Verder bleek de behoefte aan ondersteunende zorg afhankelijk te zijn van o.a. de wens van patiënten om hun problemen zelfstandig of met behulp van hun naasten aan te pakken, hun copingstrategieën, en hun kennis van beschikbare hulp. De meerderheid van patiënten die behandeld zijn met stamceltransplantatie, blijkt in staat om met ondersteuning van naasten, artsen en verpleegkundigen goed met (de gevolgen van) hun ziekte en behandeling om te gaan. In de aanvullende ondersteunende zorg moet er een goede balans worden gezocht tussen enerzijds het ondersteunen van de veerkracht van patiënten en hun wens om problemen zelfstandig aan te pakken, en anderzijds hun eventuele behoefte aan professionele zorg.
LINK
Recente studies wijzen uit dat studenten steeds vaker last hebben van psychische klachten, waaronder een hoge mate van (studie)stress. Wanneer stress langdurig aanhoudt kan dit nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid en kan dit bijvoorbeeld leiden tot een burnout. Een mogelijke buffer tegen stress en een positieve tegenhanger van burnout is bevlogenheid.
DOCUMENT
De maatregelen om verspreiding van COVID-19 tegen te gaan, bezorgen Nederlandse studenten stress. Wandelen in de natuur heeft deze studenten geholpen met het verwerken van stressgerelateerde klachten. Dit blijkt uit onderzoek van studenten van Van Hall Larenstein dat is uitgevoerd gedurende drie periodes. In het eerste onderzoek is voornamelijk aandacht besteed aan de persoonlijke ervaring wat betreft stress, natuur en wandelen. In het vervolgonderzoek is er, naast persoonlijke ervaring, ook aandacht besteed aan de toekomst door studenten de vraag voor te leggen wat er kan worden gedaan om stressherstel te bevorderen.
DOCUMENT
Jaarlijks worden er in Nederland ruim 86.000 patiënten op een Intensive Care (IC) opgenomen en behandeld. Dankzij medisch-technische ontwikkelingen zijn de overlevingskansen van IC-patiënten de afgelopen jaren enorm gestegen. De keerzijde is dat een groot aantal patiënten van de IC wordt ontslagen met langdurige beperkingen in het dagelijks functioneren. Postintensivecaresyndroom (PICS) is de term waarmee de lichamelijke, psychische en cognitieve verschijnselen worden aangeduid die vaak voorkomen bij patiënten die op de IC zijn behandeld. Bij familieleden van IC-patiënten kunnen psychische klachten ontstaan. Men spreekt dan van post-intensivecaresyndroom-familie (PICS-F). Patiënten met PICS gaan vaak een lange en moeizame periode van herstel tegemoet en de klachten kunnen jaren na ontslag nog aanwezig zijn. Er is onder zorgprofessionals nog maar weinig bekendheid over PICS en PICS-F en de verminderde kwaliteit van leven ten gevolge van kritieke ziekte.
DOCUMENT
Dit onderzoek wordt uitgevoerd binnen de onderzoekslijn Studentenwelzijn van het lectoraat Studiesucces. Onderzoek op het gebied van studentenwelzijn in Nederland is nog beperkt. Een van de doelen van de onderzoekslijn is daarom een bijdrage te leveren aan (praktijkgerichte) kennis over het welzijn van studenten. Dit onderzoek heeft als doel daar aan bij te dragen door 1) de stresservaring van studenten binnen Hogeschool Inholland te onderzoeken, 2) in kaart te brengen wat studenten helpt om met stress om te gaan, en 3) te onderzoeken wanneer studenten zich bevlogen voelen. Tevens is dit onderzoek een verkenning van de variabelen van het Student Wellbeing Model. De onderzoeksuitkomsten dienen aanknopingspunten te bieden voor vervolgonderzoek naar het welzijn van studenten in relatie tot studiesucces. Ten slotte, de inzichten die verkregen worden dienen uiteindelijk bij te dragen aan het tegengaan van een hoge mate van stress (en andere gerelateerde psychische klachten) bij studenten en aan het bevorderen van het welzijn van studenten.
DOCUMENT
In Nederland worden jaarlijks ruim 86.000 ernstig zieke patiënten op een Intensive Care (ic) opgenomen, van wie naar schatting ongeveer 28.000 ic-overlevenden langdurige klachten ondervinden, ook wel samengevat onder de term post-intensive care syndroom (PICS). PICS staat voor het geheel van fysieke, mentale en cognitieve problemen, zoals spierzwakte (ICU-acquired weakness [ICU-AW]), verminderde cardiopulmonale capaciteit, angst, depressie, posttraumatische stressstoornis, concentratie- en geheugenproblemen. De aard van de beperkingen vraagt om interdisciplinaire revalidatie-behandeling, maar tot op heden bestaat hier geen gestructu- reerd revalidatietraject voor en krijgt minder dan de helft van de ic-overlevenden de juiste behandeling na ontslag uit het ziekenhuis.
DOCUMENT