Randomised controlled trials are strongly advocated to evaluate the effects of intervention programmes on household energy saving behaviours. While randomised controlled trials are the ideal, in many cases, they are not feasible. Notably, many intervention studies rely on voluntary participation of households in the intervention programme, in which case random selection and random assignment are seriously challenged. Moreover, studies employing randomised controlled trials typically do not study the underlying processes causing behaviour change. Yet, the latter is highly important to improve theory and practice. We propose a systematic approach to causal inference based on graphical causal models to study effects of intervention programmes on household energy saving behaviours when randomised controlled trials are not feasible. Using a simple example, we explain why such an approach not only provides a formal tool to accurately establish effects of intervention programmes, but also enables a better understanding of the processes underlying behaviour change.
LINK
In Nederland verleent ongeveer een derde van de volwassen bevolking onbetaalde zorg. Het verlenen van mantelzorg kan in normale tijden zeer belastend zijn, maar de impact van een volksgezondheidscrisis op mantelzorgers is grotendeels onbekend. Deze studie richt zich op de vraag hoe de belasting van mantelzorgers veranderde na de COVID-19 pandemie en welke kenmerken verband hielden met deze veranderingen. We gebruiken zelfgerapporteerde gegevens van een steekproef van 965 mantelzorgers uit Nederland na 3 maanden pandemie om te onderzoeken hoe de objectieve belasting (d.w.z. uren besteed aan mantelzorg) en de subjectieve belasting waren veranderd, en wat hun zorggerelateerde kwaliteit van leven (CarerQol) was. We vonden dat de subjectieve belasting gemiddeld licht was toegenomen (van 4,75 naar 5,04 op een schaal van 0-10). Uit onze analyse bleek echter dat sommige zorgverleners er meer last van hadden dan anderen. De zwaarst getroffen zorgverleners waren vrouwen, met een laag inkomen, een betere lichamelijke gezondheid, een verminderde psychische gezondheid, zorgtaken voor kinderen, een langere duur van de zorg en zorgverleners die zorgden voor iemand met een verminderde lichamelijke en psychische gezondheid. Gemiddeld bleef de tijd die aan zorg werd besteed gelijk (een mediaan van 15 uur per week), maar bepaalde groepen zorgverleners ervoeren wel een verandering, namelijk degenen die zorg verleenden aan mensen in een instelling en aan mensen met een betere psychologische gezondheid vóór de pandemie. Bovendien hadden zorgverleners die veranderingen in objectieve belasting ervoeren niet dezelfde kenmerken als degenen die veranderingen in ervaren belasting en kwaliteit van leven ervoeren. Dit laat zien dat de gevolgen van een volksgezondheidscrisis voor zorgverleners niet kunnen worden gevangen door alleen te kijken naar objectieve of subjectieve belastingsmaten of kwaliteit van leven. Beleid voor langdurige zorg dat erop gericht is zorgverleners te ondersteunen om vol te houden tijdens een toekomstige crisis, moet gericht zijn op zorgverleners met een verhoogd risico op subjectieve belasting en een lagere CarerQol, zoals vrouwen, mensen met een laag inkomen en mensen met zorgtaken. Dergelijk beleid moet er rekening mee houden dat een vermindering van de objectieve belasting niet noodzakelijk leidt tot een vermindering van de subjectieve belasting voor alle zorgverleners.
MULTIFILE
A Europe-wide revival of the idea of bildung as a goal for education has been gaining momentum for a couple of decades. The main idea is that bildung enables teachers, researchers and policy makers “… to explore the ways in which education might be about something more than simply the transmission of our facts and values to the next generation,” to use a quote by Gert Biesta, the Dutch professor of educational theory and pedagogy at the University of Edinburgh. Others often narrow bildung down to a process of becoming a whole person or cultivating one’s self towards civic excellence. Those ideas come from an older tradition with bildung thinkers such as the 19th century Prussian minister of education, Wilhelm von Humboldt, who promoted bildung as a key objective of public education.
DOCUMENT