Beschrijving van inhoud en resultaat van het project 'Ageless jazz", waarin studenten concerten ontwikkelden voor ouderen in verzorgingshuizen.
DOCUMENT
Het lectoraat Media, Cultuur en Burgerschap van Hogeschool Inholland heeft in de eerste helft van 2013 een verkennend onderzoek uitgevoerd naar het mediagebruik en de informatiebehoefte van bezoekers van rock- en poppodia in Nederland. Vragenlijstonderzoek laat zien dat er significante (zij het zwakke) verbanden bestaan tussen genrevoorkeur (smaak) en de vorm die hun informatiebehoefte heeft. Het onderzoek is niet representatief, onder andere omdat een groot deel van de respondenten uit Noord- en Zuid-Holland komt en jongeren oververtegenwoordigd zijn. In dit onderzoek is vooral gekeken naar het (mogelijke) belang van sociale media voor informatieverstrekking door poppodia. Het wordt duidelijk dat sociale media goed kunnen worden ingezet in relatie tot genrevoorkeuren, al is ook duidelijk dat naast Facebook de podiumwebsite een veel genoemde plek is waar informatie over optredens zal worden gezocht. Rockers bezoeken vaak concerten en zoeken actief, via verschillende media, naar informatie over wie waar speelt. Liefhebbers van elektronische dansmuziek willen geïnformeerd worden via Facebook terwijl de urban- en bass-scene graag (ook) nog papieren flyers en posters gebruiken om zich te laten informeren Het zijn vooral vrouwen die van pop en singersongwriters houden en een opvallend groot deel van deze groep is actief op Twitter. Tot slot is er een groep die meer gebruikt maakt van traditionele media zoals radio en de krant. Dit zijn voornamelijk mensen die iets ouder zijn en luisteren naar onder andere jazz, wereldmuziek, klassieke muziek en blues. Ondanks dat deze verbanden zwak zijn, raden wij directeuren van poppodia aan om in hun marketingcommunicatie rekening te houden met een gesegmenteerd publiek. Het onderzoek werd gefinancierd uit een SIA-Raak subsidie (Podium voor de Podiumdirecteuren 2011-2013).
DOCUMENT
In de HaFaBra-sector wordt al langere tijd gesproken over ‘de problematiek’ in de sector maar uit datzelfde veld komen verschillende berichten over de stand van zaken. Veel muziekverenigingen kennen dalende ledenaantallen, maar er zijn ook orkesten die het heel goed doen. Wat is er nu precies aan de hand? Welke problemen zijn er te signaleren, waar liggen kansen en wat kunnen we van elkaar leren? Het lectoraat Lifelong Learning in Music doet onderzoek naar de situatie in de blaasmuzieksector en is begonnen met een inventarisatie en beschrijving van het veld in de provincies Friesland, Groningen en Drenthe. Hoeveel muziekverenigingen van het type harmonieorkest, fanfare en brassband tellen deze provincies per gemeente en hebben zij ook allemaal een jeugdorkest? In een tweede oriënterende fase is aan twintig muziekverenigingen in drie Friese gemeenten een enquête voorgelegd, gericht op de ervaringen van deze verenigingen. Hadden zij te maken met ledenterugloop? Zijn er in hun omgeving muziekverenigingen verdwenen? Welk type dirigent hebben zij en hoeveel publiek trekken hun concerten? De antwoorden op deze vragen helpen ons om meer inzicht te krijgen in wat er speelt in de sector. Voor de opleiding HaFaBra-directie aan het Prins Claus Conservatorium is dat van belang om de aankomende dirigent optimaal te kunnen voorbereiden op zijn rol(len) in een veranderende blaasmuzieksector. De inventarisatie werpt ook licht op belangrijke vragen voor vervolgonderzoek. Op de langere termijn beogen we daarmee zicht te geven op hoe de verschillende partijen in het veld samen kunnen bijdragen aan een duurzame toekomst voor de blaasmuzieksector.
DOCUMENT