In deze contextanalyse voor het onderzoeksproject ‘The Next Level @ Crisis via Crossmedia’ worden vier cases uitgewerkt: 1. Aardgasbevingen in Groningen 2. De vermissingszaak Ruben en Julian 3. Overval op juwelier in Deurne 4. De Eindhovense ‘kopschoppers’ De cases worden eerst apart doorgelicht op de volgende onderdelen: Kenmerken case; crisistype, contextfactoren Contextontwikkeling; kaders, frames Kwesties en sociale media; dilemma’s, geruchten Leerprocessen; leren van en leren in crises Vervolgens wordt voor elk van deze onderdelen geanalyseerd welke verschillen en overeenkomsten er zijn tussen de cases, en welke conclusies kunnen worden getrokken op basis van case-overstijgende inzichten.
DOCUMENT
Door middel van een literatuurstudie is onderzoek gedaan de rollen die een e-tutor kan vervullen bij het begeleiden van leer- en groepsprocessen binnen een discussieforum. In het empirisch onderzoek zijn de mogelijke rollen en kenmerkende interventies in de vorm van een conceptinstrument gevalideerd door het uitvoeren van een contextanalyse, een interview met een ervaren e-tutor en het houden van een aantal proefcodeersessies. Dit heeft geresulteerd in een instrument die de rollen van de e-tutor in drie categorieën onderbrengt. In de eerste categorie vertolkt de e-tutor de rollen van de instructeur, organisator en vakexpert. In deze categorie treedt de e-tutor nog voornamelijk als docent op en neemt hij een centrale positie in het leerproces van de student. In de tweede categorie treedt de e-tutor op als stimulator van het samenwerkend leren. Zijn positie is naar de zijlijn geschoven en zal proberen de studenten zelf op onderzoek te laten gaan. De student leert door in gesprek (discussie) te gaan met medestudenten, zodat kennis, ervaring en ideeën uitgewisseld kunnen worden. In de laatste categorie treedt de e-tutor op als manager van het groepsproces en het welbevinden van de individuele student. De e-tutor probeert in deze rol een ‘community’ te creëren, waarin studenten zich gerespecteerd en prettig voelen. Het instrument is vervolgens getest op betrouwbaarheid en validiteit. De eerste resultaten tonen aan dat het instrument redelijk betrouwbaar en valide is. In de toekomst zal het instrument op grotere schaal getest moeten worden, zodat met meer zekerheid uitspraken gedaan kunnen worden over de kwaliteit van het instrument. Wanneer het instrument is doorontwikkeld zou het gebruikt kunnen worden door collega’s binnen de opleiding die gebruik maken van discussiefora om het leer- en/of groepsproces te begeleiden. Naast dat het instrument het handelen van de e-tutor in beeld brengt kan het ook gebruikt worden als inspiratiebron voor collega’s die discussiefora willen gaan gebruiken bij het verzorgen van hun onderwijs. Naast deze praktische mogelijkheden zou het instrument ook gebruikt kunnen worden bij het beantwoorden van diverse vraagstukken ten aanzien van het begeleiden van leer- en groepsprocessen binnen discussiefora. Zo zou het instrument bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden bij een onderzoek naar de begeleidersrol van de e-tutor binnen een bepaald studietraject. Is er bijvoorbeeld een relatie tussen de rol van de e-tutor en het studietraject van de groep studenten die hij begeleidt? Biedt hij een andere vorm van begeleiding wanneer studenten deelnemen aan de Verkorte opleiding en dus beschikken over een hoog opleidingsniveau, dan studenten binnen de reguliere vierjarige opleiding. Daarnaast zou met het instrument onderzoek gedaan kunnen worden naar de relatie tussen rol van de e-tutor en de kenmerken van een leertaak. Stimuleert de e-tutor het samenwerkend leren, wanneer studenten volgens de leertaak geacht worden samen te werken?
DOCUMENT
In dit magazine (rapport) blikken betrokken onderzoekers en professionals terug op “The Next Level” en de resultaten daarvan, die onder meer bestaan uit trainingen op het gebied van ‘crises & social media’ voor professionals. In mei 2016 is na ruim 2 jaar een einde gekomen aan onderzoeksproject "The Next Level". De lectoraten Crossmediale communicatie in het Publieke Domein en Regie van Veiligheid (Hogeschool Utrecht) werkten hierin samen met professionals uit het communicatie- en veiligheidsdomein. Centrale vraag in dit onderzoek was: hoe kan bij een crisis - beïnvloed door sociale media - effectief vorm worden gegeven aan crisiscommunicatie en crisismanagement?
DOCUMENT
Full text via link. In mei 2016 is na ruim 2 jaar een einde gekomen aan onderzoeksproject The Next Level. De lectoraten Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein (PubLab) en Regie van Veiligheid (Hogeschool Utrecht) werkten hierin samen met professionals uit het communicatie- en veiligheidsdomein. Centrale vraag in dit onderzoek was: hoe kan bij crisis beïnvloed door sociale media effectief vorm worden gegeven aan crisiscommunicatie en crisismanagement? In dit magazine blikken betrokken onderzoekers en professionals terug op The Next Level en de resultaten daarvan, die onder meer bestaan uit trainingen voor professionals op het gebied van crises & social media. Bijdragen van Menno van Duin, Annette Klarenbeek, Jan Eberg, Karen Hilhorst, Maartje Harmelink, Petra Sneijder en Reint Jan Renes.
DOCUMENT
In 24 praktijkverhalen en 9 Ziens- en werkwijzers wil hij voor aankomende vakgenoten het werkterrein van het communicatievak verduidelijken. Saillante momenten uit zijn veertigjarige loopbaan in de public relations worden beschreven : van crisiscommunicatie bij een Libische vliegtuigkaping en stakeholdermanagement in Rusland tot en met de sponsoring van de Groningse cultuurwereld. Recensie voor blad C, vakblad van Logeion, 2015.
DOCUMENT
De natuurwetenschappelijke en technische vakken bedienen zich van hun eigen vaktaal, hetgeen uitdagingen voor leerlingen met zich meebrengt. Deze studie laat zien hoe vakdocenten daarop kunnen worden voorbereid in de lerarenopleiding. De gevolgde onderzoeksmethode is ‘ontwerpgericht onderzoek’, waarbij gedurende drie jaar een curriculair ontwerp werd geconstrueerd, beproefd en verfijnd. Acht lerarenopleiders scheikunde, natuurkunde en techniek en 23 studenten participeerden in het onderzoek. De opbrengsten werden geformuleerd in termen van een concreet ontwerp en als ontwerpprincipes. Deze ontwerpprincipes zijn gestoeld op empirische werk en verankerd in theorieën over het opleiden van leraren, didactiek van natuurwetenschappen en techniek en toegepaste taalwetenschappen. Voor de inhoud van het opleidingsontwerp werd een variant van taalgericht vakonderwijs (TVO) beschreven die is verrijkt met genredidactiek, met als leerobject het practicumverslag. De interventies zijn verdeeld over A) vakcursussen waarin lerarenopleiders de taalgerichte benadering modelleerden, B) cursussen vakdidactiek waarin dezelfde taalgerichte benadering werd bestudeerd, en C) een stageopdracht om te oefenen met deze aanpak in de eigen onderwijspraktijk. Het onderzoek laat zien dat TVO als vorm van vakdidactiek kan worden aangeleerd in een bèta-technische lerarenopleiding en dat daarbij specificering nodig is van de vaktaal en functionele taaltaken. Ook is ruime aandacht nodig voor de uiteenlopende onderwijscontexten waarbinnen studenten werken.
DOCUMENT
Social media speelt een steeds belangrijkere rol in de communicatie van organisaties. Het gaat om bijvoorbeeld het gebruik door (potentiële) klanten, stakeholders, en natuurlijk om het gebruik door de organisatie zelf. Klanten verspreiden bijvoorbeeld meningen en het kan goed zijn voor organisaties om daar rekening mee te houden en zelfs direct op te reageren. Ook gebruik voor organisatiedoeleinden neemt sterk toe. Het kan gaan om marketing, serviceverlening, community building, reputatiemanagement, kennisontwikkeling, co-creatie en nog veel meer. Het lectoraat Social media en Reputatiemanagement doet onderzoek naar hoe een organisatie in haar communicatie verantwoord en succesvol met social media kan omgaan. In deze inaugurale rede vertelt Sjoerd de Vries over dit onderzoek. Zo is Achmea als partner in het lectoraat een living lab op het gebied van social media. In ons onderzoek ontwikkelen we samen met Achmea werkwijzen voor webcare, communitymanagement, en co-creatie, om uiteindelijk het vertrouwen en commitment van klanten en medewerkers duurzaam te vergroten. NHL Hogeschool is een tweede living lab. Hierin gaat het om het gebruik van social media in onderwijs en onderzoek. Wat is de didactiek van de 21 ste eeuw? Hoe kunnen we als Hogeschool met onderwijs en onderzoek binnen social media de co-creatie partner zijn van organisaties en bedrijven in onze omgeving? Ons derde living lab is de ons omringende retailsector. Samen met ondernemers ontwikkelen we retailers van de toekomst. Hoe voorkomen we 'retail ghost towns'? Welke social media werkwijzen maken retail in de nabije toekomst in steden en dorpen weer succesvol? Al deze werkwijzen baseren we op een strategisch kader voor verantwoord en succesvol omgaan met social media. Dit kader wordt in deze inaugurale rede beschreven. Voor meer informatie bent u welkom op www.sowijs.nl.
MULTIFILE
In dit rapport wordt beschreven op welke wijze de onderzoekservaringen en discourse analytische (DA) resultaten uit het onderzoek The Next Level (TNL) geïmplementeerd en verspreid kunnen worden in de praktijk, en dan met name in de toepassing en ontwikkeling van social media monitoring tools.
DOCUMENT
Hoe kun je de dialoog aangaan over duurzame energie? Hoe ga je om met weerstanden van omwonenden? En hoe sluit je daarbij aan bij de beleving van mensen? Om antwoord te kunnen geven op deze complexe vragen, hebben Hogeschool Utrecht en Hanzehogeschool Groningen de afgelopen twee jaar onderzoek gedaan naar de manier waarop burgers lokale energietoepassingen bespreken. In deze publicatie: onderzoek Let's talk energy door de ogen van vijf onderzoekers en partners.
DOCUMENT
Gedrag van grote groepen mensen speelt een belangrijke rol in zowel het ontstaan en in stand houden van de problemen op het gebied van gezondheid en energie en milieu, als ook in de oplossing er van. De overheid, bedrijven en organisaties willen burgers, consumenten en werknemers aanzetten tot het maken van duurzame en gezonde keuzes. Zij doen daarbij een beroep op ondernemers in de creatieve industrie. Enkele best practices maken het aannemelijk dat fysieke producten zeer geschikt zijn om mensen op de juiste plaats en het juiste moment in actie te laten komen. De wetenschappelijke onderbouwing van de werking is echter nauwelijks voorhanden. Communicatie-, ontwerp- en adviesbureaus (bureaus) willen weten hoe je door de inzet van een passende strategie van overtuiging en sociale invloed (persuasief principe) op het juiste moment en op de juiste plaats (touchpoint) gedrag kunt beïnvloeden.
DOCUMENT