Dit rapport bevat de resultaten van een kwalitatief onderzoek, waarvoor meerdere docenten van Inholland werden geïnterviewd naar de wijze waarop zij zich geprofessionaliseerd hebben in het verzorgen (en ontwerpen) van onderwijs tijdens de coronapandemie. Aan hand van de gesprekken kunnen we hierin twee fasen onderscheiden: voor de zomer van 2020 en daarna. In het rapport beschrijven we zowel deze fasen als de voor- en nadelen die docenten ervaren hebben. Daarnaast gaven docenten aan wat zij nodig hebben om een combinatie van fysiek en online onderwijs mogelijk te maken. Om blended learning (verder) te ontwikkelen, beschrijven we in het rapport ook een aantal overwegingen die hierbij van belang zijn.
DOCUMENT
In dit onderzoek volgden we, gedurende een half jaar, een groep HvA professionals om een beeld te krijgen van hoe zij hun hybride werkzaamheden en blended lessen vormgaven tijdens de coronapandemie. We richtten ons op een zo divers mogelijke groep HvA medewerkers van verschillende leeftijden, functies en met verschillende thuissituaties. We vroegen 30 medewerkers, verdeeld over verschillende faculteiten en staven, om een digitaal dagboek bij te houden. Deelnemers stuurden tweewekelijks een audiobericht op, waarin zij deelden wat de invloed van de pandemie was op hun welzijn, werk, samenwerking en afstemming, en werklocatie. Uiteindelijk deden 19 medewerkers actief mee aan het onderzoek.
DOCUMENT
In deze thematische overzichtsstudie presenteren we de resultaten van een brede analyse van het beschikbare onderzoek rond het welzijn van docenten in het hoger onderwijs gedurende en na de coronapandemie. Docentenwelzijn is hierbij, in lijn met de conceptualisatie van Viac & Fraser (2020), onderverdeeld in vier dimensies: cognitief, subjectief, fysiek en mentaal, en sociaal welzijn. De centrale onderzoeksvraag was: Wat is er bekend over de veranderingen op de vier dimensies van het welzijn van docenten in het hoger onderwijs als gevolg van online en hybride werken en lesgeven gedurende de coronapandemie?Met behulp van een scoping literatuurstudie aan de hand van vier selectiecriteria1 vonden we 48 relevante artikelen; 37 artikelen verschenen in wetenschappelijke tijdschriften en 11 publicaties maakten deel uit van ‘grijze’ literatuur. Uit deze publicaties blijkt dat de verandering naar online of hybride werken een aanzienlijke impact had op het welzijn van docenten in het hoger onderwijs. Hierbij kunnen vier grotere thema’s onderscheiden worden: de impact van thuiswerken op productiviteit, op de verbinding en het contact met collega’s en studenten, de ervaren werkdruk en een veranderende werk-privé balans. Hoewel de negatieve impact van de nieuwe manier van werken op het docentenwelzijn overheerst, werden in meerdere studies ook positieve effecten op docentenwelzijn gerapporteerd. Hiermee lijkt het thuis en op afstand werken een ‘double edged sword’ voor docentenwelzijn te zijn geweest tijdens de coronapandemie. Op basis van deze uitkomsten worden een aantal aandachtspunten voor het Nederlands hoger onderwijs en aanbevelingen voor vervolgonderzoek gegeven.
MULTIFILE
Dit onderzoek naar de impact van de coronacrisis op het onderwijs wordt uitgevoerd door het Lectoraat Excellentie in Hoger Onderwijs en Samenleving in samenwerking met de diensten Informatisering, O&O en HR. De coronapandemie heeft een grote impact gehad op het hoger onderwijs. Plotseling moest alles online. Dit heeft veel gevraagd van de flexibiliteit en inventiviteit van docenten, die vaak niet of maar beperkt getraind waren in online onderwijs. Dit leidde voor veel docenten tot een hoge werkdruk en veel stress. Nu we zicht lijken te hebben op het einde van de pandemie is het belangrijk om vooruit te kijken: Hoe gaat het met docenten en wat hebben ze nodig? Wat willen we meenemen van het afgelopen jaar op het gebied van online onderwijs en wat moet zo snel mogelijk weer met fysiek onderwijs? Met dit onderzoek proberen we dat in kaart te brengen, zodat we meer inzicht krijgen in het docentenwelzijn en hun behoeftes in deze transitie. Om dit te onderzoeken nemen we vragenlijsten af en organiseren we focusgroepen met collega’s.
In dit onderzoek ontwikkelen we een online leeromgeving voor interactie tussen zorgprofessionals en patiënten met chronische pijn. De aanleiding voor dit onderzoek zijn verzoeken van zorgprofessionals: in hun gesprek met patiënten komt men veelal niet tot overeenstemming over de oorzaken van die chronische pijn. Een dergelijke overeenstemming is echter noodzakelijk voor een succesvol behandelingstraject. Behandelaars geven aan dat veel patiënten terughoudend zijn in het bespreken van de psychologische en sociale oorzaken van hun pijn en de beperkingen die zij daarbij dagelijks ervaren. Patiënten weerleggen bijvoorbeeld voortdurend de ‘beschuldiging’ van zorgprofessionals dat hun klacht ‘tussen de oren’ zou zitten. Dit is een voorbeeld van een patroon in de interactie over chronische pijn. Het blijkt dat de zorgprofessional vaak onvoldoende inzicht heeft in de manier waarop patiënten met chronische pijn communiceren en de effecten van de eigen communicatiepraktijken. Hierdoor sluit de zorgprofessional te weinig aan bij deze doelgroep. Gevolg hiervan is dat er onvoldoende contact gemaakt wordt met de patiënt. Dit leidt er mogelijk toe dat de doeleinden van de behandeling niet gehaald worden. Dat kan beter: de zorgen van een patiënt over het gesprek kunnen onderdeel worden van dat gesprek. Online leeromgevingen voor het oefenen van deze gesprekken kunnen daarbij van pas komen. Behandelaars geven namelijk aan dat ze bij voorkeur tijds- en plaatsonafhankelijk leren. Deze behoefte is versterkt door de maatregelen tijdens de Coronapandemie. Bovendien blijkt uit onderzoek dat een dergelijke omgeving geschikt is voor het ontwikkelen van communicatieve vaardigheden en door gebruikers/lerenden ook als waardevol wordt beschouwd. In dit onderzoek verkennen we de voorwaarden waaraan een online leeromgeving voor de doelgroep ‘behandelaars van patiënten met chronische pijn’ moet voldoen. Daarnaast exploreren we de knelpunten in interactie tussen behandelaars en patiënten met chronische pijn, zodat we kunnen aangeven welke kansen er zijn tot verbetering van de gesprekken.
Binnen het huidige muziekaanbod voor ouderen zijn veel praktijken gericht op woonzorg- en verpleeghuizen. Het grootste deel van de kwetsbare ouderen woont echter thuis. Vanuit de gedachte dat muziek een katalysator kan zijn voor welzijn en welbevinden, wordt met Dichtbij met Muziek een nieuwe innovatieve muziekpraktijk geïnitieerd waarbij professionele musici op maat muziek maken voor kwetsbare ouderen die (nog) thuis wonen en hun mantelzorgers. De uitbraak van de corona-pandemie zorgde ervoor dat de praktijk uiteindelijk virtueel tot stand is gekomen.Voorziene uitkomsten van het onderzoek naar de (virtuele) praktijk zijn:-Een nieuw ontworpen virtuele vorm van persoonsgericht musiceren met kwetsbare ouderen die (nog) thuis wonen en hun mantelzorgers, mogelijk inzetbaar in diverse situaties van isolatie;-Beter begrip van de bijdrage die (virtueel) persoonsgericht musiceren kan leveren aan het welzijn van kwetsbare ouderen, hun mantelzorgers en hun directe omgeving.Professionele musici ontwikkelen steeds vaker praktijken in ouderenzorgcontexten. De afgelopen jaren heeft het lectoraat Lifelong Learning in Music in samenwerking met (inter)nationale partners uit de muziek- en zorgsector nieuwe intramurale persoonsgerichte muziekpraktijken ontwikkeld: in verpleeghuizen voor mensen met dementie (Muziek en Dementie 2010-2014) en in het ziekenhuis (MiMiC - Meaningful Music in Healthcare 2015-heden). Gemeenschappelijk bij al deze praktijken is de persoonsgerichte aanpak, waarbij musici (gearrangeerd) repertoire spelen of een nieuw stuk improviseren, ‘in het moment’ en op maat van mensen. Binnen het huidige muziekaanbod voor ouderen zijn veel praktijken gericht op woonzorg- en verpleeghuizen. Het grootste deel van de kwetsbare ouderen in Nederland woont echter thuis. Dichtbij met muziek wil onderzoeken hoe persoonsgericht musiceren kan worden ingezet op maat van een groeiende groep thuiswonende kwetsbare ouderen en hun mantelzorgers. Als gevolg van de coronapandemie is de ontwikkeling van de praktijk gestart op virtuele wijze.Het doel van dit onderzoek is de ontwikkeling van een virtuele vorm van persoonsgericht musiceren voor kwetsbare ouderen en hun naasten, cq. mantelzorgers, waarbij wordt gedoeld op het versterken van bestaande relaties en gevoel van menselijke waardigheid.