Objective: To study the effects of a comprehensive secondary prevention programme on weight loss and to identify determinants of weight change in patients with coronary artery disease (CAD). Methods: We performed a secondary analysis focusing on the subgroup of overweight CAD patients (BMI ≥27 kg/m2) in the Randomised Evaluation of Secondary Prevention by Outpatient Nurse SpEcialists-2 (RESPONSE-2) multicentre randomised trial. We evaluated weight change from baseline to 12-month follow-up; multivariable logistic regression with backward elimination was used to identify determinants of weight change. Results: Intervention patients (n=280) lost significantly more weight than control patients (n=257) (-2.4±7.1 kg vs -0.2±4.6 kg; p<0.001). Individual weight change varied widely, with weight gain (≥1.0 kg) occurring in 36% of interventions versus 41% controls (p=0.21). In the intervention group, weight loss of ≥5% was associated with higher age (OR 2.94), lower educational level (OR 1.91), non-smoking status (OR 2.92), motivation to start with weight loss directly after the baseline visit (OR 2.31) and weight loss programme participation (OR 3.33), whereas weight gain (≥1 kg) was associated with smoking cessation ≤6 months before or during hospitalisation (OR 3.21), non-Caucasian ethnicity (OR 2.77), smoking at baseline (OR 2.70), lower age (<65 years) (OR 1.47) and weight loss programme participation (OR 0.59). Conclusion: The comprehensive secondary prevention programme was, on average, effective in achieving weight loss. However, wide variation was observed. As weight gain was observed in over one in three participants in both groups, prevention of weight gain may be as important as attempts to lose weight.
LINK
Background: Marital status is associated with prognosis in patients with cardiovascular disease (CVD). However, the influence of partners on successful modification of lifestyle-related risk factors (LRFs) in secondary CVD prevention is unclear. Therefore, we studied the association between the presence of a partner, partner participation in lifestyle interventions and LRF modification in patients with coronary artery disease (CAD). Methods: In a secondary analysis of the RESPONSE-2 trial (n = 711), which compared nurse-coordinated referral to community-based lifestyle programs (smoking cessation, weight reduction and/or physical activity) to usual care in patients with CAD, we investigated the association between the presence of a partner and the level of partner participation on improvement in >1 LRF (urinary cotinine <200 ng/l, ≥5% weight reduction, ≥10% increased 6-min walking distance) without deterioration in other LRFs at 12 months follow-up. Results: The proportion of patients with a partner was 80% (571/711); 19% women (108/571). In the intervention group, 48% (141/293) had a participating partner in ≥1 lifestyle program. Overall, the presence of a partner was associated with patients' successful LRF modification (adjusted risk ratio (aRR) 1.93, 95% confidence interval (CI) 1.40-2.51). A participating partner was associated with successful weight reduction (aRR 1.73, 95% CI 1.15-2.35). Conclusion: The presence of a partner is associated with LRF improvement in patients with CAD. Moreover, patients with partners participating in lifestyle programs are more successful in reducing weight. Involving partners of CAD patients in weight reduction interventions should be considered in routine practice.
DOCUMENT
Objective: To compare the treatment effect on lifestyle-related risk factors (LRFs) in older (≥65 years) versus younger (<65 years) patients with coronary artery disease (CAD) in The Randomised Evaluation of Secondary Prevention by Outpatient Nurse SpEcialists 2 (RESPONSE-2) trial. Methods: The RESPONSE-2 trial was a community-based lifestyle intervention trial (n=824) comparing nurse-coordinated referral with a comprehensive set of three lifestyle interventions (physical activity, weight reduction and/or smoking cessation) to usual care. In the current analysis, our primary outcome was the proportion of patients with improvement at 12 months follow-up (n=711) in ≥1 LRF stratified by age. Results: At baseline, older patients (n=245, mean age 69.2±3.9 years) had more adverse cardiovascular risk profiles and comorbidities than younger patients (n=579, mean age 53.7±6.6 years). There was no significant variation on the treatment effect according to age (p value treatment by age=0.45, OR 1.67, 95% CI 1.22 to 2.31). However, older patients were more likely to achieve ≥5% weight loss (OR old 5.58, 95% CI 2.77 to 11.26 vs OR young 1.57, 95% CI 0.98 to 2.49, p=0.003) and younger patients were more likely to show non-improved LRFs (OR old 0.38, 95% CI 0.22 to 0.67 vs OR young 0.88, 95% CI 0.61 to 1.26, p=0.01). Conclusion: Despite more adverse cardiovascular risk profiles and comorbidities among older patients, nurse-coordinated referral to a community-based lifestyle intervention was at least as successful in improving LRFs in older as in younger patients. Higher age alone should not be a reason to withhold lifestyle interventions in patients with CAD.
DOCUMENT
In Nederland lijden 1,4 miljoen mensen aan hart- en vaatziekten. Dit aantal zal oplopen tot 1,9 miljoen in 20301. Hevige of langdurige stress is een belangrijk risicofactor voor hart- en vaatproblemen. Cardiologen hebben vastgesteld dat omgaan met stress nu als een belangrijk onderdeel van de behandeling wordt beschouwd. Stressmanagement en het verlagen van stress zijn cruciaal voor hartpatiënten, voornamelijk bij specifieke groepen waaronder Ischemia and Non Obstructive Coronary Artery Disease (INOCA). In tegenstelling tot het klassieke beeld van obstructief coronarialijden zijn er bij INOCA-patiënten geen significante obstructies aanwezig en worden klachten medebepaald door spasme en vasculaire disfunctie van de grote en kleinere kransvaten. INOCA Uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat muziek kan helpen bij het verlagen van stress en pijn.2 3 Echter is de invulling en de impact van sound therapie, waaronder het reductiegehalte van stress, bij hartpatiënten in de eigen leefomgeving nog onvoldoende onderzocht. Binnen het project HARMONIES – stressreductie met muziek voor INOCA-patiënten, is daarom de volgende onderzoeksvraag in samenwerking met de projectpartners en cardiologen vastgelegd: Hoe kan de toepassing van sound therapie in de eigen leefomgeving bijdragen aan het reduceren van stress bij INOCA-patiënten en wat is de impact hiervan op slaap? Het consortium heeft als doel om INOCA-patiënten, die vaak geen hartrevalidatie krijgen, te helpen met het reduceren van stress in de eigen leefomgeving. Door middel van sound therapie in combinatie met biofeedback kan er een gepersonaliseerde oplossing worden aangeboden aan individuele patiënten die leiden aan deze chronische ziekte. Door in te spelen op het verminderen van de stress in de eigen leefomgeving, wordt de behandeling van de chronische ziekte bevorderd en draagt dit bij aan het vergroten van de kwaliteit van leven. Door in te spelen op het verminderen/voorkomen van stress, zal dit ook bijdragen aan preventie en de druk op ziekenhuiszorg.
In Nederland lijden 1,4 miljoen mensen aan hart- en vaatziekten. Dit aantal zal oplopen tot 1,9 miljoen in 2030 . Hevige of langdurige stress is een belangrijk risicofactor voor hart- en vaatproblemen. Cardiologen hebben vastgesteld dat omgaan met stress nu als een belangrijk onderdeel van de behandeling wordt beschouwd. Stressmanagement en het verlagen van stress zijn cruciaal voor hartpatiënten, voornamelijk bij specifieke groepen waaronder Ischemia and Non Obstructive Coronary Artery Disease (INOCA). In tegenstelling tot het klassieke beeld van obstructief coronarialijden zijn er bij INOCA-patiënten geen significante obstructies aanwezig en worden klachten medebepaald door spasme en vasculaire disfunctie van de grote en kleinere kransvaten. INOCA Uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat muziek kan helpen bij het verlagen van stress en pijn. Echter is de invulling en de impact van sound therapie, waaronder het reductiegehalte van stress, bij hartpatiënten in de eigen leefomgeving nog onvoldoende onderzocht. Binnen het project HARMONIES – stressreductie met muziek voor INOCA-patiënten, is daarom de volgende onderzoeksvraag in samenwerking met de projectpartners en cardiologen vastgelegd: Hoe kan de toepassing van sound therapie in de eigen leefomgeving bijdragen aan het reduceren van stress bij INOCA-patiënten en wat is de impact hiervan op slaap? Het consortium heeft als doel om INOCA-patiënten, die vaak geen hartrevalidatie krijgen, te helpen met het reduceren van stress in de eigen leefomgeving. Door middel van sound therapie in combinatie met biofeedback kan er een gepersonaliseerde oplossing worden aangeboden aan individuele patiënten die leiden aan deze chronische ziekte. Door in te spelen op het verminderen van de stress in de eigen leefomgeving, wordt de behandeling van de chronische ziekte bevorderd en draagt dit bij aan het vergroten van de kwaliteit van leven. Door in te spelen op het verminderen/voorkomen van stress, zal dit ook bijdragen aan preventie en de druk op ziekenhuiszorg.