Aan creatief denken wordt buiten het onderwijs steeds meer waarde gehecht. Ook in de school zou hiervoor veel meer ruimte moeten komen. Wat is creativiteit, wat is creatief denken? En hoe kunnen we hieraan in school aandacht besteden. De auteur beschrijft het belang van creatief denken in het basisonderwijs tegen het licht van de veranderende samenleving en geeft daarnaast met voorbeelden aan hoe deze creatief denken in de praktijk vorm kan worden gegeven. Hij maakt hierbij gebruik van de resultaten van onderzoeken die uitgevoerd zijn door studenten van de opleiding leraar basisonderwijs van Hogeschool Inholland naar de mogelijkheden om creatief denken een plaats in het basisonderwijs te geven.
DOCUMENT
In veel definities van creativiteit wordt creatief denken beschouwd als iets dat zich enkel in het hoofd afspeelt, zonder dat de rol van het lichaam en de omgeving wordt meegenomen. Door deze eenzijdige definitie van creatief denken te hanteren blijven kansen liggen om in verschillende vakken op de basisschool het creatief denken van leerlingen te bevorderen. In deze overzichtsstudie gaan we uit van een brede opvatting van creatief denken, waarin ook het lichaam en de omgeving worden betrokken. Op basis van 41 studies over creatief denken en creativiteit op de basisschool ontwikkelden we een raamwerk voor het categoriseren van aspecten van creativiteit. Het raamwerk dat we in deze studieontwikkelden op basis van de definities van creativiteit, creatief denken en vakspecifieke definities van creativiteit bleek bruikbaar voor het categoriseren van aspecten van definities van creativiteit, van creatieve uitingen van leerlingen en van creativiteitsbevorderende uitingen van leraren. Een kanttekening is dat de besproken uitingsvormen vaak weinig informatie bleken te bevatten over de rol van het lichaam en de omgeving. Daarom wijst dit onderzoek op de noodzaak voor meer onderzoek naar belichaamde creativiteit in het basisonderwijs en de rol van het materiaal, van medeleerlingen en van de inrichting van het fysieke klaslokaal. Daarnaast werden er wel studies gevonden naar creativiteit in verschillende schoolvakken, zoals wetenschap en technologie of kunst, maar vonden we geen studies die gericht waren op vakoverstijgende creativiteitsontwikkeling. Het raamwerk dat we in deze studie ontwikkeldenkan als basis dienen voor verder onderzoek naar de creativiteitsontwikkeling van leerlingen op de basisschool. In vervolgonderzoek kan het raamwerk bijvoorbeeld ingezet worden als observatieinstrument in onderzoek naar interacties tussen leerlingen, leraren en de omgeving. Ook biedt het raamwerk een kijkwijzer voor leraren om de creatieve uitingen van leerlingen te kunnen herkennen en tebevorderen, maar kan het ook dienen als handreiking voor het ontwerpen van lessen die gericht zijn op de brede creativiteitsontwikkeling van leerlingen.
DOCUMENT
Er is behoefte aan mensen die bijdragen leveren aan de ontwikkeling van technische producten en processen. Onderwijs heeft de opdracht de technische geletterdheid van leerlingen te ontwikkelen en te zorgen dat ze zich prettig voelen bij het hanteren van techniek. Deze studie focust op de bijdrage die Mindtools hieraan leveren. Mindtools zijn op ICT gebaseerde leermiddelen die samenwerkend constructivistisch leren en hoger-orde (kritisch en creatief) denken stimuleren. Het begrip Direct Manipulation Environments (DME's), een subklasse van Mindtools, kenmerkt concrete leermiddelen zoals de microwerelden "Lego Mindstorms" en "Techno Logica". Deze microwerelden functioneren op basis van een materieel technisch model dat direct via een computer¬programma bestuurd wordt en taken kan uitvoeren (robots). De leertaak voor de leerling kan zich bewegen op het continuüm van het zelf programmeren van een kant-en-klaar materieel model dat bepaalde taken moet uitvoeren tot en met het zelf bedenken, bouwen en programmeren van een dergelijk model dat een of meer taken kan uitvoeren. Op grond van eerder literatuuronderzoek en een casestudie veronderstellen we dat het educatief toepassen van DME's bijdraagt aan de ontwikkeling van de technische geletterdheid van leerlingen. Hoewel definiëring van technische geletterdheid meer aandacht vraagt, zijn de volgende drie dimensies voor onze analyses bruikbaar gebleken: inhoud (zoals feiten, concepten, voorschriften), praktijk (het handelen, het materiële, doen en realiseren) en de cognitieve dimensie (denkvaardigheden en denkhoudingen). Het is aannemelijk dat door het toepassen van DME's domeinspecifieke concepten en kennis ontwikkeld wordt. Het denken van leerlingen is gekoppeld aan contexten en taken en moet niet geïsoleerd worden bestudeerd. We concentreren ons in deze studie vooral op onderzoek naar de dimensie van de denkvaardigheden en denkhoudingen (het denken van leerlingenduo's bij het oplossen van een probleemtaak) door het analyseren van de verbale interactie op kenmerken van kritisch - en creatief denken. Er is gebruik gemaakt van een Techno Logica leeromgeving bestaande uit een computer met software, een interface, bestuurbare materialen zoals lampjes en motors, en een zelfinstructie handleiding. Twee in complexiteit toenemende probleemtaken, ieder gebaseerd op een kant-en-klaar materieel model (Verkeerslicht en Reuzenrad), zijn gebruikt om de leerlingen besturingen te laten ontwerpen en testen. Dit proces werd op video opgenomen. We veronderstellen dat Techno Logica een bruikbare Mindtool is wanneer werken ermee bijdraagt aan technologische geletterdheid, in de zin dat er sprake is van probleemoplossen en hoger orde denken. Om dit te operationaliseren ontwierpen we een gestructureerd observatie-instrument op basis van het IOWA Integrated Thinking Model en de theorie over denkhoudingen (Costa, 2000). Hiermee werd het voorkomen en de diversiteit van denkvaardigheden en denkhoudingen in de verbale acties en interactie gescoord. Op basis van onze waarnemingen concluderen we dat veel interactie en handelen eerder geduid kan worden als uitingen van denken dan trial and error. Er zijn indicaties dat de leeromgeving en probleemtaken leiden tot ontwikkeling van expertise waardoor een nieuwe (moeilijkere) probleemtaak efficiënter en effectiever opgelost wordt. We vragen we aandacht voor de rol van de docent. We ervaren immers dat nieuwe leermiddelen niet gemakkelijk geadopteerd worden door leerkrachten.
DOCUMENT
Introduction: The notion of autonomy in Self-Determination Theory is at the core of intrinsically motivated learning, and fulfilment of the need for autonomy is essential for thriving at school. Therefore teacher-provided autonomy support has grown into a key concern in educational research. In the present study into primary school music education, the notion of creative autonomy support is introduced. Research into autonomy support is typically focused on verbal interaction. However, from an enactive perspective, teachers’ gesturing, bodily movement, facial expression, and musical action form an integral part of the socially situated interaction in music lessons, inherently involving autonomy support. In the present study, a distinction is made between creative verbal autonomy support and creative musical and non-verbal autonomy support.Methods: Applying a process-based time-serial methodology, rooted in a Complex Dynamic Systems and Enactive perspective, the effects of an intervention with Video Feedback Coaching for teachers were investigated. Video data of 105 music lessons of 18 teachers (intervention and control condition) from six primary schools was gathered, to examine teachers’ creative autonomy support at both the individual and group level.Results: The findings show that teachers in the intervention condition, compared to the control group, achieved a meaningful increase in their ability to offer creative autonomy support verbally. Teachers also showed development for the non-verbal and musical aspects of offering creative autonomy support. However, particularly for offering higher-level creative autonomy support in the non-verbal and musical mode, significant results were found for less than half of the intervention teachers.Discussion: These results underline the importance of embracing and studying the bodily dimension as an integral part of teacher autonomy support, aimed at emergence of students’ musical creativity, in primary school music education and in teacher training. We explain how these results might be relevant for autonomy enhancing musical activities in vulnerable groups.
LINK
Het project Under Construction (UC) is in 2003 van start gegaan als coproductie van het lectoraat Gedragsproblemen in de onderwijspraktijk en het lectoraat Vernieuwende Opleidingsmethodiek en -didactiek. Sinds september 2005 is het een productie van eerstgenoemde en zijn ook Instituut Theo Thijssen (ITT) en het Seminarium voor Orthopedagogiek betrokken bij het onderzoek dat plaatsvindt vanuit het lectoraat. UC op ITT staat centraal in dit katern. Binnen ITT was de behoefte ontstaan aan een nieuwe manier om studenten te leren reflecteren op de beroepspraktijk. Reflecteren is terugkijken en nadenken over iets dat is geweest maar vooral ook is het een middel om te leren handelen (denken en voelen) in toekomstige situaties. Het doel van reflecteren is bewustwording van en inzicht krijgen in eigen handelen en gedrag met het oogmerk het persoonlijk professioneel handelen te verbeteren in (toekomstige) beroepssituaties. (Groen 2006) Het doel van de methode UC is geformuleerd als (aanstaande) leraren in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs inzicht te bieden in hun persoonlijke opvattingen en overtuigingen over de leerlingen in hun klas. In de constructtheorie van Kelly worden dit constructen genoemd. Constructen zijn vaak onbewust of impliciet. Dat wil zeggen, ze zijn wel aanwezig, maar ze zijn niet eerder door de eigenaar (lees de leraar) geëxpliciteerd. En dat laatste is belangrijk, omdat wat wij denken te zien meer is wat we denken dan wat we zien.
DOCUMENT
Het Autisme Talent Avontuur is ontwikkeld in het kader van het project 1+1=3 ’t PASST Samen, een project gericht op het versterken van handelingskracht van leerkrachten en jeugdhulpverleners om in goede samenwerking met elkaar de betrokkenheid van kinderen met ASS in de klas te stimuleren.De handleiding is bedoeld voor de begeleider van het Autisme Talent Avontuur. Na het lezen van de handleiding, kan de begeleider het Autisme Talent Avontuur inzetten bij kinderen, studenten en/of onderwijszorgprofessionals. Er wordt verondersteld dat de begeleider parate kennis heeft rondom Autismespectrumstoornis. Om de kennis op te frissen, is er in deze handleiding kort beschreven wat er wordt verstaan onder een Autismespectrumstoornis.De complete set met handleiding, opdrachtkaarten en alle materialen is te lenen bij de Hanzehogeschool Groningen (lectoraat Jeugd, Educatie en Samenleving).Autisme Talent Avontuur is tot stand gekomen met medewerking van Retha Stegeman, Mariska de Peuter en Isabell Drewes.
DOCUMENT
Geen samenvatting aanwezig.
DOCUMENT
Publicatie bij de rede, uitgesproken bij de aanvaarding van de functie van lector Toegankelijkheid van het Recht aan Hogeschool Inholland te Rotterdam op 18 september 2018.
DOCUMENT
In het voorjaar van 2017 startten SKSG en obs De Feniks in Groningen het project Taalatelier, dat een vervolg kreeg in schooljaar 2017-2018. Pedagogisch medewerkers (verder: pm’ers) Rene Liet en Manon Jongsma van SKSG ontvingen op woensdag- en vrijdagmiddag een groep kinderen uit groep 4-5 om motiverende activiteiten te ondernemen met een focus op taalontwikkeling. De reden hiervoor was de achterblijvende taalprestatie van een deel van de kinderen in deze groepen. Het doel van het Taalatelier was om het taal- en leesplezier van kinderen te verhogen. De pm’ers bedachten en gaven vorm aan betekenisvolle activiteiten. Vanuit het Lectoraat Integraal Jeugdbeleid van de Hanzehogeschool Groningen werden zij begeleid door ons, docent-onderzoekers die ondersteuning boden op het gebied van taalstimulering. In deze publicatie zijn de door de pm’ers ontwikkelde activiteiten opgenomen, zodat in de toekomst ook andere pm’ers een taalatelier kunnen vormgeven en uitvoeren. De beschrijving van de activiteiten wordt vooraf gegaan door een inleiding waarin we de belangrijkste zaken met betrekking tot de taalstimulering van kinderen bespreken.
MULTIFILE
Tijdens deze openbare les presenteer ik u de visie en de ambitie van waaruit het lectoraat deze bijdrage wil leveren. Die ambitie is een uitwerking van de ambitie van het Kenniscentrum Innovatie en Business, waar expertise op het terrein van businessmodellen en ondernemerschap wordt ontwikkeld en uitgedragen.
DOCUMENT