De term criminele inmenging is reeds onderdeel van het maatschappelijk en criminologisch discours, maar binnen de academische literatuur niet gedefinieerd en geconceptualiseerd. Bij criminele inmenging maken criminele organisaties gebruik van bonafide bedrijven voor de facilitering van criminele bedrijfsprocessen. We introduceren een definitie op basis van empirisch onderzoek en onderscheiden hierbinnen drie vormen hoe bonafide bedrijven als facilitator kunnen optreden. Dit schijnt zowel licht op de vehikelfunctie van ondernemingen als op manieren waarop criminele organisaties die vehikelfunctie aanwenden. Door te illustreren hoe verweving plaatsvindt, hopen we handvatten te bieden om ongewenste verwevenheid te voorkomen.English: Summary:While not a new phenomenon, research on criminal intrusion in (small) businesses is often focussed on the perspective of the criminal, reconstructed after a crime has taken place. In this article we add the perspective of the entrepreneur from the moment he/she is confronted with early signs of possible criminal intrusion. Firstly, we introduce a definition of criminal intrusion, based on 18 cases of (attempted) criminal intrusion in small business: The process by which an actor of a criminal organization turns to and associates with a bona fide corporation, making that corporation a facilitator of criminal business process without its deliberate intent. Secondly, we distinguish three (not necessarily limitative) main practices on how this facilitation of crime takes place within the scope of criminal intrusion in bona fide businesses: 1) a transactional model, which focusses on an exchange of products or services between criminal organizations and businesses; 2) a parasitic relationship where operational processes are abused for criminal gains, and 3) infiltration, in which targeted infiltration, corruption of employees or ‘criminal investment’ takes place to gain a foothold within the business. By introducing a theoretical framework for the categorisation of cases, we hope to further develop the possibilities of (criminological) analysis of criminal intrusion, while simultaneously provide small business owners insights to strengthen their resilience against organised crime.
Hoofdstuk 4in Werken in gedwongen kader 4.1 Wettelijke kaders en grondslagen 4.2 Bijzondere voorwaarden krachtens de Wet voorwaardelijke veroordeling en voorwaardelijke invrijheidstelling nader uitgewerkt
LINK
This book describes the principles and methodology of the CARe Model. This eclectic approach offers professionals working with people with a mental health or addiction problem, or persons with other social disadvantages, effective ways of support. The CARe model is meant to support people in their personal development. It is based on principles of psychosocial rehabilitation, recovery and empowerment. The book contains a lot of practical examples. It can be used by professionals in the field, and for the education of present and future professionals. The CARe model is an evidence based approach used by thousands of professionals world-wide
LINK
Waarom ontstaat antisociaal of crimineel gedrag? Allerlei sociale, psychologische én neurobiologische factoren blijken hierbij van belang. Neurobiologische kennis is in de praktijk vaak afwezig. Professionals in het zorg- of veiligheidsdomein zouden gebaat zijn bij een toegankelijke onderwijsmodule. Brainstorm biedt kennisclips met basiskennis over het ontstaan van antisociaal en crimineel gedrag, met extra aandacht voor neurobiologische factoren.Wat? De Brainstormmodule behandelt negen thema’s: drie basisthema’s over ontwikkelingscriminologie en zes neurobiologische thema’s. Binnen elk thema wordt in een kennisclip kort basiskennis samengevat. Links naar de kennisclips zijn hieronder te vinden. Met bijbehorende opdrachten (zie docentenhandleiding) kan deze kennis verder worden verdiept. Uitgangspunt van de module is het biopsychosociale perspectief: het wetenschappelijk model waarbij neurobiologische, psychologische en sociale factoren op elkaar inwerken. De kennisclips: 1. Wat is crimineel en antisociaal gedrag? 2. Psychische stoornissen en antisociaal gedrag 3. Hoe wordt iemand crimineel? 4. Ontwikkelingspaden van crimineel gedrag 5. Biopsychosociaal model 6. Hersenen en antisociaal gedrag 7. Puberbrein en antisociaal gedrag 8. Neuropsychologie en antisociaal gedrag 9. Fearlessness & sensation seeking 10. Hufters of helden 11. Genetica en antisociaal gedrag Voor wie? De Brainstormmodule is ontwikkeld voor professionals die zich bezighouden met antisociaal of crimineel gedrag in welke vorm dan ook (beleid, toezicht, interventie en preventie etc.). De module kan zowel bij hbo-bacheloropleidingen en post-initiële (master)opleidingen als voor professionals in-company, gebruikt worden. Ontwikkeling Brainstorm Brainstorm is ontwikkeld door dr. Evelien Platje en dr. Andrea Donker van het lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid en dr. Lucres Nauta-Jansen van het AmsterdamUMC. Zij hebben veel onderzoek- en onderwijservaring op het gebied van neurobiologie van antisociaal en crimineel gedrag. Brainstorm is het eindproduct van het ZonMW-project ‘Onbekend maakt Onbemind. Leren werken met neuropsychobiologische kennis van en met jongeren met antisociaal gedrag’, een samenwerkingsproject met het lectoraat Jeugd van de Christelijke Hogeschool Windesheim. De kennisclips zijn vormgegeven door Bureau Nauta. Voor de ontwikkeling van de kennisclips zijn er feedbackmomenten geweest met zowel studenten als docenten van de opleidingen Social Work, Integrale Veiligheidskunde en Sociaal Juridische Dienstverlening van Hogeschool Utrecht.
Neurowetenschappelijke kennis over het ontstaan van antisociaal gedrag neemt sterk toe. In de praktijk komt deze kennis nauwelijks aan bod, terwijl antisociaal gedrag voortkomt uit een mix van sociale, psychologische én neurobiologische factoren. Professionals die werken met antisociale jongeren zouden daarom gebaat zijn bij deze kennis.Doel Hersenontwikkeling en de invloed daarvan op het gedrag bij jongeren met antisociaal gedrag is een nog onderbelicht onderwerp binnen het dagelijks handelen van professionals en in hun opleiding. Het HU-lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid is daarom in samenwerking met Hogeschool Windesheim een onderzoek gestart met als doel het versterken van neurowetenschappelijke kennis bij zowel studenten, docenten als professionals. Resultaten Als eindproduct van Neurocriminologie voor toekomstige hbo-professionals is de HU-projectpagina van Brainstorm in het leven geroepen. Looptijd 01 mei 2019 - 01 mei 2021 Aanpak Bij studenten, docenten en professionals werd in kaart gebracht welke kennis zij al hebben, welke houding ten opzichte van neurowetenschappelijke kennis ze hebben, en welke kennis men graag op zou doen.
Neurocriminologie betreft de invloed van neurobiologische (bv. hersenontwikkeling, hartslag) en neuropsychologische (bv. impulsiviteit) factoren op het ontstaan van crimineel gedrag. In de forensische zorgpraktijk wordt dit de komende jaren op grote schaal toegepast. Voordat (aankomende) professionals dit kunnen uitvoeren moeten zij voldoende neurocriminologische kennis, vaardigheden en een professionele beroepshouding ontwikkelen om deze kennis toe te passen.