Gastredacteur van het themanummer 'Curious Minds - Kunsteducatie' van het tijdschrift Cultuur+Educatie
Eindrapportage fase 1- Ontwerpfase. Er is een sterk gedeeld gevoel dat wijkcultuurhuizen belangrijk zijn voor de stad Utrecht. Utrecht biedt met de wijkcultuurhuizen een unieke infrastructuur om cultuurparticipatie van Utrechters te bevorderen. De wijkcultuurhuizen – Cultuur 19, De Vrijstaat, Het Wilde Westen, Jongeren Cultuurhuis Kanaleneiland en ZIMIHC – zijn laagdrempelige culturele voorzieningen die creativiteit in de samenleving stimuleren en bijdragen aan de sociale basis. De sociale basis wordt ook wel aangeduid als het ‘cement’ in de samenleving, een weefsel van verbindingen. Bij de sociale basisinfrastructuur gaat het, naast de bestaande infrastructuur van het sociale domein, om de aanwezigheid van informele netwerken, burgeractiviteiten en betekenisvolle relaties tussen burgers onderling en tussen burgers, professionals en de overheid (Van Pelt, Repetur & Van Yperen, 2018). Vanuit de gemeente Utrecht wordt het belang van wijkcultuurhuizen benadrukt. Het credo is cultuurparticipatie: ‘Cultuur voor iedereen’. Wijkcultuurhuizen bevorderen cultuurparticipatie door onder andere het faciliteren van amateurkunst, het initiëren van kunst- en cultuureducatie, het aanbieden van kunstzinnige cursussen en het mogelijk maken van sociaalartistieke projecten. Gemeente Utrecht heeft het lectoraat Participatie en Stedelijke Ontwikkeling (PSO) gevraagd onderzoek te doen vanuit de volgende behoefte: 1. een brede probleeminventarisatie en -analyse als basis voor verder beleid rond de wijkcultuurhuizen in de nieuwe coalitieperiode 2018-2022; 2. het verder onderzoeksmatig bijdragen aan de doorontwikkeling van lopende projecten en activiteiten van de wijkcultuurhuizen in de praktijk (zoals bijvoorbeeld het project De Kunst van Delen waar in 2018 onderzoek naar is gedaan (Van der Maas, Hamers, Bouma & De Vos, 2018). In 2019 is gestart met de eerste fase van het uitgebreidere onderzoek, de ontwerpfase. Deze eerste fase bestaat uit een onderzoek naar de beleidskaders en gaat op zoek naar ontwerpdimensies en bijpassende gemeentelijke en organisatorische beleidsmatige kaders voor wijkcultuurhuizen om cultuurparticipatie succesvol te bevorderen
Het artistiek onderzoeksproject Performing Working onderzoekt enerzijds de verborgen performativiteit van werksituaties zoals een ziekenhuis - de emotionele, affectieve prestaties die worden verwacht van zorgpersoneel om de vele verschillende rollen te vervullen die het werk vereist-, en evenzeer van het niet-personeel: het werk dat gemoeid is met het vervullen van de rol van patiënt. Anderzijds kijkt Performing Working naar de vele facetten van het werk dat bij (performance)kunst komt kijken, en probeert het de - vaak onzichtbare - arbeid van (performance)kunstenaars en kunstwerkers te beschrijven, en de vele rollen die ook zij moeten aannemen om in het complexe veld te werken, om erachter te komen wat er nodig is om dit werk te doen en wat dit werk duurzamer kan maken. In Performing Working willen we de ambiguïteit van de labels ‘performing’ en ‘working’ ontrafelen, door een vruchtbare en productieve kruising van beide termen, en van de beide domeinen ‘zorg en welzijn’ en ‘kunst en cultuur’. Anders gezegd: we kijken door de lens van performance naar werk. Door gebruik te maken van methoden uit artistiek onderzoek en performance wil het project een breder maatschappelijk probleem aan de orde stellen: de onzichtbaarheid van het performatieve in het werk in de zorg, en de onzichtbaarheid van arbeid in kunst en performance. In een spiegelwerking met het project bij Marres waarin we kijken naar de toeschouwer als werker, beschouwen we in het onderzoek bij het UMCU het patiënt- zijn als een vorm van werk. Naast een methode vanuit artistiek onderzoek is performance in dit project ook een vorm om het onderzoek te dissemineren; om dit publiek te maken. Performing Working is een transdisciplinaire samenwerking van twee kunstlectoraten (HKU en Avans) met een academisch ziekenhuis (UMCU) en een culturele presentatie instelling (Marres, Huis voor Hedendaagse Cultuur), vanuit het werk van artistiek onderzoeker Philippine Hoegen.
Het artistiek onderzoeksproject Performing Working onderzoekt enerzijds de verborgen performativiteit van werksituaties zoals een ziekenhuis - de emotionele, affectieve prestaties die worden verwacht van zorgpersoneel om de vele verschillende rollen te vervullen die het werk vereist-, en evenzeer van het niet-personeel: het werk dat gemoeid is met het vervullen van de rol van patiënt.Anderzijds kijkt Performing Working naar de vele facetten van het werk dat bij (performance)kunst komt kijken, en probeert het de - vaak onzichtbare - arbeid van (performance)kunstenaars en kunstwerkers te beschrijven, en de vele rollen die ook zij moeten aannemen om in het complexe veld te werken, om erachter te komen wat er nodig is om dit werk te doen en wat dit werk duurzamer kan maken.In Performing Working willen we de ambiguïteit van de labels ‘performing’ en ‘working’ ontrafelen, door een vruchtbare en productieve kruising van beide termen, en van de beide domeinen ‘zorg en welzijn’ en ‘kunst en cultuur’. Anders gezegd: we kijken door de lens van performance naar werk. Door gebruik te maken van methoden uit artistiek onderzoek en performance wil het project een breder maatschappelijk probleem aan de orde stellen: de onzichtbaarheid van het performatieve in het werk in de zorg, en de onzichtbaarheid van arbeid in kunst en performance.In een spiegelwerking met het project bij Marres waarin we kijken naar de toeschouwer als werker tijdens het publieksprogramma Training the Senses, en beschouwen we in het onderzoek bij het UMCU het patiënt- zijn als een vorm van werk.Naast een methode vanuit artistiek onderzoek is performance in dit project ook een vorm om het onderzoek te dissemineren; om dit publiek te maken.Kennis- en praktijkpartnersPerforming Working is een transdisciplinaire samenwerking van HKU lectoraat Performatieve Maakprocessen en Avans lectoraat Cultural and Creative Industriesmet een academisch ziekenhuis (UMCU) en een culturele presentatie instelling (Marres, Huis voor Hedendaagse Cultuur), vanuit het werk van artistiek onderzoeker Philippine Hoegen.Met ondersteuning vanSIA KIEM-GoCI
Op weg naar een duurzame leefomgeving staat Nederland aan de vooravond van ingrijpende ruimtelijke transformaties. Dit vraagt om een andere manier van denken en doen. De nieuwe Omgevingswet en de NOVI zetten in op een cultuurverandering met op maat gesneden afwegingen en intensieve samenwerking tussen stakeholders. Een potentieel cruciale rol is hierbij weggelegd voor ruimtelijk ontwerpers. Ruimtelijk ontwerpers zijn, naast hun traditionele rol om te komen tot inrichtingsvoorstellen, steeds vaker grenswerkers die in participatieve ontwerpprocessen verschillen overbruggen en samenwerking initiëren. Helaas is er slechts beperkt inzicht in grenswerken door ruimtelijk ontwerpers en de potentie hiervan in transformatieve planningsprocessen. Met dit onderzoek ontwikkelen we praktische en toepasbare inzichten voor een optimale inzet van ruimtelijk ontwerpers als grenswerkers. De literatuur over grenswerken maakt een onderscheid in verschillende activiteiten en rollen voor grenswerkers, en condities die grenswerk mogelijk maken. De focus in dit verkennende onderzoek ligt op rollen en kritische condities, die we op het spoor willen komen via een internationale casestudie met vier cases: het Sigma plan (België); Ruimte voor de Rivier (Nederland); ‘Water as Leverage’ in Semarang (Indonesië); en één van de deelgebieden van ‘Rebuild by Design’ (Verenigde Staten). Via deze internationale cases, elk met een specifieke context, wordt breed inzicht verkregen in de rollen en condities voor grenswerken door ruimtelijk ontwerpers. De resultaten van de casestudie vormen de input voor een focusgroep discussie met Nederlandse ruimtelijke ordeningsprofessionals. Tijdens deze bijeenkomst worden praktische aanbevelingen geformuleerd voor de inzet van ruimtelijk ontwerpers als grenswerkers in een nieuwe Nederlandse ruimtelijke ordeningspraktijk.