Deze publieksversie richt zich op professionals uit het onderwijs of het culturele veld, die geïnteresseerd zijn om ‘lerend’ met elkaar samen te werken aan cultuureducatie. De publicatie bestaat uit zes onderdelen. In 'Onderzoek' introduceren we het onderzoek zoals wij dat uitvoerdden in de jaren 2017-2021. In ‘Vragen’ beantwoorden wij de vragen die ons gedurende het onderzoek vaak door betrokkenen gesteld werden. In ‘Tool’, introduceren wij de gesprekstool Ruimte die wij gedurende het onderzoek samen met betrokkenen ontwikkelden. Omdat betrokkenen daarnaast vaak behoefte aan voorbeelden hebben, presenteren wij vervolgens drie ‘Verhalen’ van leergemeenschappen. De ‘Processen’ maken zichtbaar hoe enkele leergemeenschappen te werk gingen. Tot slot presenteren we enkele ‘Werkvormen’ die betrokkenen, indien gewenst, kunnen gebruiken om meer grip te krijgen op een ‘lerend’ samenwerkingsproces.
Deze handleiding hoort bij het onderdeel “Train-de-coach” van het professionaliseringsprogramma ’t PASST Samen. In ’t PASST Samen werken leerkrachten en jeugdhulpverleners (professionals) aan het versterken van hun handelen en hun interprofessionele samenwerkingsvaardigheden. Het doel daarvan is dat de betrokkenheid bij het leren van kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) vergroot wordt. Leerkrachten en jeugdhulpverleners ontwikkelen nieuwe kennis en vaardigheden die ze direct kunnen toepassen in hun werk. Hierdoor wordt hun handelingskracht om een integrale aanpak vorm te geven versterkt. Dit levert uiteindelijk tijdwinst op, omdat er preventief gewerkt wordt aan problemen die samenhangen met een verlaagde betrokkenheid (bijv. interactieproblemen). Hierdoor worden de kansen voor kinderen met ASS vergroot.’t PASST Samen is bedoeld voor leerkrachten en jeugdhulpverleners die met leerlingen met ASS werken én hun integrale aanpak voor deze leerling(en) willen versterken. De professionalisering is geschikt voor zowel ervaren als minder ervaren professionals. Van belang is dat de professional open staat voor: coaching en reflectie; het werken aan eigen leerdoelen en -vragen; uitwisselen van kennis en ervaringen met collega’s binnen en buiten de eigen organisatie en het delen van kennis en ervaringen met ouders. Naast de leerkracht/jeugdhulpverlener wordt ook een coach (bijvoorbeeld de gedragsdeskundige, beeldcoach, video-interactiebegeleider, intern begeleider) van de organisatie betrokken om de leerkracht/jeugdhulpverlener te ondersteunen. Van belang is dat de coach het als een uitdaging ziet de professionals van de organisatie te coachen. Daarnaast is de coach bereid om te participeren in de train-de-coach-sessies waarbij kennis en ervaringen worden opgefrist, gedeeld en toepasbaar gemaakt voor de eigen praktijk.Om veranderingen in het onderwijs en de jeugdhulpverlening te realiseren is het belangrijk om de organisatie mee te nemen in het leerproces: de collega’s en de leidinggevende. Zo kan het effect van de professionalisering vergroot worden. Voor meer informatie over ’t PASST Samen raadpleeg de Algemene Handleiding.
Centraal in het boek staat de wijze waarop met behulp van een coachende opstelling en coachingsvaardigheden het rendement van het leren door de student kan worden verbeterd. De auteur behandelt de coachingsvaardigheden aan de hand van praktische voorbeelden en uitgewerkte passages uit coachingsgesprekken. Omdat de meeste hogere beroepsopleidingen werken met competentieprofielen en omdat de zogenaamde 'sturing op de vraag van de student' aan actualiteit wint, besteedt Martin Reekers ruime aandacht aan de begrippen 'competentie' en 'vraagsturing', en de relatie ervan met coaching. Hij geeft aan waaraan opdrachten, die de student krijgt, moeten voldoen om coaching, competentieontwikkeling en vraagsturing op een effectieve wijze invulling te geven. Hiervoor reikt hij enkele praktische instrumenten aan: een model om 360 graden feedback te geven, een model voor een persoonlijk ontwikkelplan en een model voor een teamontwikkelplan. Behalve individuele coaching komen groepscoaching, peercoaching en virtuele coaching aan bod. Het boek Coachen in het hoger beroepsonderwijs is geschreven voor docenten die voor het eerst te maken krijgen met het fenomeen coachen en voor hen die hun coachingsvaardigheden willen vergroten of willen toetsen.
“How do people recognize that they have the power to be storytellers, not just listeners?” Rebecca Solnit (2016, p. 7) Fontys lectoraat Artistic Connective Practices ziet de kans om een samenwerking aan te gaan met een freelance architect en een cultuurcoach in stadsdeel Reeshof (gemeente Tilburg). Samen schrijven we dit voorstel. We zoeken een transitie naar een stadsdeel waar jongeren, docenten en partners samen zorgdragen voor artistieke praktijken. Daarmee trachten we bij te dragen aan een sociaal-culturele transitie, richting een meer sociaal, geëngageerd en positief beeld onder jongeren ten opzichte van de samenleving als geheel. Dit willen we aanpakken door middel van jeugdparticipatief, artistiek onderzoek met het Raisehof Collectief (volwassenen en jongeren). Raisehof Collectief wil zich daarbij ontwikkelen van co-creatie naar een artistieke commoning praktijk. In stadsdeel Reeshof gaat er immers iets mis met de inspraak, en al helemaal vanuit het perspectief van jongeren. Daarom wil Raisehof Collectief de verbeeldingskracht van de kunsten inzetten om alternatieve perspectieven op Reeshof over het voetlicht te brengen. Wij, Fontys lectoraat Artistic Connective Practices, willen onderzoeken hoe dit kan en in beeld brengen welke inzichten naar bovenkomen tijdens dit onderzoek. Het lectoraat begrijpt artistiek onderzoek als een samenhangend proces van participeren, interpreteren en experimenteren. Daarbij maken we gebruik van een ‘mixed-methods’ aanpak: een combinatie van veldschetsen, storytelling, in kaart brengen van alternatieve perspectieven, groeps- en wandel-interviews, observaties en literatuuronderzoek. Binnen dit onderzoek willen we het komende jaar gezamenlijk een serieuze start maken met Raisehof Collectief in Reeshof. Reeshof is een typische Vinex-wijk, waarin over het algemeen weinig sociale en culturele voorzieningen voor jongeren zijn. We nemen als focus de vraag: Hoe kunnen artistieke praktijken ruimte creëren om jeugdparticipatie in Reeshof te stimuleren?