In dit artikel verkennen de auteurs de route naar hoe men een gewenste organisatiecultuur kan bereiken. In het artikel wordt gesteld dat het falen van veel grootschalige veranderprogramma’s binnen organisaties direct kan worden gerelateerd worden aan weerstand van medewerkers. Uitgangspunt is een theorie uit de managementschool die cultuur opvat als een aspect van een organisatie, in plaats van de antropologische opvatting, die organisatiecultuur als allesomvattend beschouwd. Centrale vraag in het artikel is: Hoe krijg je een gewenste organisatiecultuur? met twee subvragen: 1) Hoe komen we aan een scherp beeld van de organisatiecultuur? en 2) Hoe is cultuurverandering te realiseren? Concluderend stellen de auteurs dat cultuuronderzoek kan worden ingezet als middel om de beoogde veranderdoelen te bereiken. Door de toepassing van het onderzoek kan op verschillende onderdelen van de cultuur een scherp beeld ontstaan.
Lector Martijn van der Linden hield een lezing op Betweter Festival. In 15 minuten vertelt hij over hoe het geldsysteem anders kan én moet. Want heeft geld nu wel of niet zijn beste tijd gehad?
MULTIFILE
Het lectoraat Management van Cultuurverandering, een onderzoeksgroep van de Hogeschool van Amsterdam, legt zich onder andere toe op theorievorming rond organisatieculturen. Onderdeel daarvan is onderzoek doen naar mindsets. De fundamentele ideeën hierover kunnen ook voor andere doeleinden gebruikt worden. Daarom dit stuk, het is een uitkomst van een denkexperiment. Google investeert in de ontwikkeling van mensachtige robots, humanoids. Echt op mensen gelijkende machines die geschikt zijn functies te vervullen in ons sociale leven. Google heeft besloten meerdere bedrijven voor dit doel op te kopen en een onderzoeksgroep hiervoor op te richten. In deze tekst wordt uiteengezet hoe de mentale structuur van een humanoid eruit kan zien. Mindsets gebruikt in de theorievorming van het lectoraat kunnen misschien dienst doen als mentaal besturingssysteem van humanoid gedrag.
Sinds het begin van dit millennium ligt er een toenemende nadruk in het sociaal domein op een cultuurverandering, waarin integraal werken een centrale rol speelt. Integraal vanuit het leefwereldperspectief van bewoners. En integraal vanuit het professionele en systemische perspectief. Zie bijvoorbeeld het motto ‘één gezin, één plan, één regisseur’. Ook wordt er meer verwacht van inzet op en het realiseren van ‘stepped care’ of ‘matched care’ (ondersteuning zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig). Eén van de consequenties is dat het werk van sociaal professionals veel meer afstemming en samenwerking vergt met andere partijen. Integraal werken dient als een middel om de verkokerde, niet samenhangende wijze van werken vanuit verschillende organisaties en professionals te ontmantelen. Over de competenties van professionals uit de verschillende disciplines, variërend van Wmo-loketambtenaren tot gedragswetenschappers uit de jeugdzorg, van jongerenwerkers tot ambulante GGZ-verpleegkundigen, van maatschappelijk werkers tot opbouwwerkers en wijkverpleegkundigen, wordt verwacht dat zij ‘generalistisch’ zijn. Het is echter onduidelijk wat daarmee in de feitelijke uitvoerings- beleids- en opleidingspraktijk wordt bedoeld. Dit KIEM project richt zich op het opbouwen van (a) een concrete en exemplarische leerpraktijk in Utrecht op het snijvlak van sociaal werk en maatschappelijke ondersteuning en (b) het ontwikkelen van een meerjarig programma waarmee sociaal professionals in het brede sociaal domein competenties kunnen ontwikkelen, zodat zij beter zijn toegerust om interprofessioneel en integraal samen te kunnen werken. Daarbij wordt nauw aangesloten bij het ontwikkelen van belangrijke 21st century skills als reflecteren, het aanspreken van het creatief vermogen, het vermogen tot samenwerken (waaronder inzicht verkrijgen in de competenties en bijdragen van professionals en ervaringsdeskundigen uit andere disciplines) en kritisch denken.
Mkb multi-brand fashion retailers zijn winkeliers die kleding van diverse merken onder één dak (en website) verkopen. Deze retailers hebben een belangrijke regionale functie: ze zorgen voor een uniek winkelaanbod en consumenten waarderen hen veel hoger dan winkelketens door het persoonlijke klantcontact. Tegelijkertijd vinden deze mkb retailers het moeilijk in een omgeving van groeiende online verkoop en veranderende consumentenbehoeften hun hoofd boven water te houden. Het adviseren rondom- en verkopen van duurzame kleding, zien ze dan ook als een kans om te innoveren. Potentieel zijn zij “gatekeepers” als het gaat om het aanjagen van duurzame kledingconsumptie, een rol die in beleidsplannen van de overheid onderbelicht is. Hoewel consumenten aangeven duurzaamheid belangrijk te vinden, gaat slechts 3% gericht op zoek naar duurzaam gemaakte kleding. Daarnaast blijkt dat duurzame merken slecht verkopen bij de traditionele retailer. Zowel traditionele retailers, die meer duurzame kleding willen verkopen, als purpose- driven retailers, die alleen duurzame mode aan een niche doelgroep verkopen, ontbreekt het aan kennis en handvatten om te innoveren en een grotere rol te spelen in de verduurzaming van kledingconsumptie. Voor de retailer is het belangrijk te weten wat consumentenbehoeften zijn als het gaat om de consumptie van duurzame kleding. Hierbij gaat het met name om de rol van factoren waar de retailer zelf invloed op heeft, zoals de klantbenadering en de zogenaamde ‘points of engagement’: fysieke en online punten waar de consument de retailer en zijn aanbod ontmoet. Hoe kan de moderetailer de retailomgeving inzetten om duurzame kledingconsumptie te stimuleren en daarmee zijn eigen bedrijfsmodel innoveren? Next Fashion Retail wil multi-brand fashion retailers in transitie en purpose-driven retailers bij elkaar brengen en met deze belangrijke actoren, alsmede met branche-experts en studenten, onderzoeken met welke concrete customer journey interventies zij meer duurzame kleding kunnen verkopen en hun diensten kunnen innoveren.
Wageningen University and Research (WUR) streeft naar het opleiden van ‘engaged engineers’. Academische professionals die tijdens hun studie disciplinaire en interdisciplinaire kennis opdoen als tevens kennis en kunde ontwikkelen om duurzame maatschappelijke transities te begrijpen en te faciliteren. Om dit te realiseren krijgt het werken aan real-life opdrachten in rijke leeromgevingen een prominentere plek in alle Bachelor en Master opleidingen van de WUR. Het Onderwijsloket, onderdeel van de afdeling Education Support Centre van de WUR en actief partner in het initiatief CDKM Ede-Wageningen, ondersteunt WUR docenten om deze rijke leeromgevingen vorm te geven. Een rijke leeromgeving waarin studenten werken aan maatschappelijk vraagstukken die een complex, ongestructureerd en open karakter hebben. Door het werken in teamverband aan real-life maatschappelijke vraagstukken ontwikkelen studenten vaardigheden en kennis als samenwerken, empathische vermogen, systemisch denken en handelen. Het Onderwijsloket ondersteunt WUR docenten met het vormgeven van deze real-life maatschappelijk relevante vraagstukken. Deze vraagstukken ofwel real-life studentenopdrachten worden ingezet in het onderwijs zodat studenten tijdens hun studie al in aanraking komen met de samenleving en de toekomstige arbeidsmarkt. In het academisch jaar 2018-2019 heeft het Onderwijsloket 217 real-life opdrachten binnen het Bachelor en Master onderwijs van de WUR ingezet. Het streven van het Onderwijsloket is dat Bachelor en Master studenten minimaal drie keer tijdens hun studie participeren in een rijke leeromgeving met een real-life opdracht. Het Onderwijsloket wil actief bijdragen aan cultuurverandering binnen de universiteit. Een cultuurverandering waarin docenten meer onderwijs ontwikkelen en geven gericht op de verbinding met de samenleving. Met dit onderzoek wil het Onderwijsloket meer kennis vergaren en inzicht verkrijgen in wat WUR docenten nodig hebben om in hun onderwijs de verbinding te leggen met de maatschappij.