Due to fast and unpredictable developments, professional education is challenged with being responsive, which demands a rethinking of conventional curriculum development approaches. Yet, literature on curriculum development falls short in terms of recognising how to react rapidly and adequately to these new developments. This study focuses on curriculum development initiatives at the school level in a Dutch university of applied sciences. Open interviews were held with 29 curriculum developers to explore how they define and give substance to developing curricula for new, changing or unpredictable professions. These 29 participants were involved in seven curriculum development trajectories. Four themes were detected: (1) curriculum developers are in favour of open, flexible and authentic curricula; (2) the context in which the curriculum development takes place and the different roles and responsibilities of curriculum developers are challenging; (3) curriculum developers feel insufficiently equipped to carry out their tasks; and (4) involving stakeholders is necessary but results in a “viscous” social–political process. Responsive curriculum development requires a great deal of flexibility and adaptability from curriculum developers. Yet, in our study, “institutional concrete” is found to severely hinder responsive curriculum development processes. To be responsive, such processes need to be supported and institutional barriers need to be removed.
DOCUMENT
Research-based teacher education can be understood in different ways: as a call to understand teacher education institutions as research institutions, as the ambition to educate student teachers to have an inquiring attitude, as the basing of teacher education curricula on the latest research, or as a combination of all three.In this chapter we reflect on a method of connecting research, curriculum development and practice in teacher education, presenting a case study of a conversational community of teacher educators and researchers. The aim of the conversational community was to understand the process of curriculum design in teacher education as an inspiring and practical combination of design research, self-study, collaborative action research and curriculum study by teacher educators. This process was supported by a conversational framework in which curriculum development was understood as an ongoing dialogue between vision, intentions, design and practice in the teacher education curriculum. Using the conversational framework in this single case study of a conversational community, we have tried to connect teacher education research, curriculum development and practice in a meaningful way.
DOCUMENT
In het hbo van nu is te weinig ruimte voor verdieping, vinden docent-onderzoekers Najat Bay en Joop Zinsmeister. Zij pleiten voor een bijzondere maatregel: halveer het curriculum van elke opleiding. Maar wat moeten studenten dan in die vrijgekomen tijd leren?
LINK
Het advies is de Vensterschool Stadspark te laten ontwikkelen naar scenario B: de regie is belegd bij het onderwijs en de naschoolse opvang en activiteiten zijn niet verplicht, maar worden gebruikt voor verdieping en verbreding, zodat alle kinderen hun eigen ontwikkeling kunnen doormaken. Indien er voor dit scenario wordt gekozen, dan is het van belang dat er bestuurlijke afspraken gemaakt worden waaraan de kernpartners zich binden en dat er een regisseur wordt aangesteld met mandaat. Onder leiding van deze regisseur (bij voorkeur uit het onderwijs) werken de kernpartners in interdisciplinaire zelfsturende teams aan een concrete uitwerking van scenario B. De teams krijgen de opdracht omgezamenlijk een ontwikkelingsarrangement uit te werken voor de kinderen uit een bepaalde leeftijdsgroep (onder-, midden- of bovenbouw). Daarbij wordt er nadrukkelijk samengewerkt met oudersen kinderen. De teams krijgen middelen voor professionele ondersteuning en begeleiding. Het werken in interdisciplinaire zelfsturende teams moet geleidelijk ingevoerd worden. Het verdient aanbeveling om dit stapsgewijs te doen. Tussentijdse monitoring van de effecten op het ontwikkelingsrendement vankinderen is wenselijk, zodat er waar nodig bijgesteld kan worden.
DOCUMENT
Het rapport is deel A van het 5e tussenadvies van de wetenschappelijke Curriculumcommissie. Het rapport onderzoekt of de vernieuwde kerndoelen voor het onderwijs in Nederlands, rekenen en wiskunde voldoen aan de doelstellingen van de curriculumherziening. In het bijzonder voor het terugdringen van overladenheid en het bevorderen van kansengelijkheid.
DOCUMENT
Rondom het onderwerp ‘brede vorming’ en de mogelijkheden ervan voor het curriculum hebben we een onderzoek uitgevoerd waaraan teams van basisscholen van drie besturen in Dordrecht hebben meegewerkt. Dit verkennende onderzoek heeft zich ten doel gesteld een eerste schets te maken van de manier waarop basisscholen brede vorming hebben opgenomen in hun curriculum. Wat doen scholen op dit gebied, en waarom doen ze dat? En welke taal gebruiken ze als ze over de brede vorming van kinderen spreken? Dit artikel verscheen in Tijdschrift voor lerarenopleiders 41(2) 2020 en beschrijft hoe dit verkennende onderzoek is uitgevoerd en wat de belangrijkste uitkomsten ervan zijn. Het eindigt met een aantal aandachtspunten voor verder onderzoek en voor het ontwikkelen van brede vorming in het curriculum van zowel de basisscholen als de lerarenopleiding.
DOCUMENT
Demand Driven Care plays a key role in the modernization of the Dutch health care system. This modernization is needed because a) clients needs for care increases quantitatively as well as in diversity, b) the financial means for collective services are inadequate, c) the accessibility of health care will depend on clients own responsibility, and d) shortage of professional care givers is foreseen. In the Netherlands, the need for professional care givers increases with an average of 2% every year. Demand Driven Care is an instrument for liberalization of public activities. The Faculty Chair Demand Driven Care focuses on those activities that will contribute to sufficient care supply. Within the program of the chair, activities are executed under the theme of Integrated Care, Substitution, Patient Centred Care, and Home Care Technology with an emphasis on gerontechnology. The Faculty Chair wants to contribute to a better integration and coherence in care. So that clients live and function independently as long as possible and are able to enhance their self management. In addition, health care professionals should be aware of demand driven processes and should have a demand driven attitude towards clients.
DOCUMENT
In deze notitie wordt de curriculumanalyse waarover Kees Freriks, directeur van de Theo Thijssen Academie en Kees van der Wolf, lector van het Lectoraat Gedragsproblemen in de Onderwijspraktijk hebben gesproken nader uitgewerkt. Zij zijn overeengekomen dat de kenniskring het curriculum van de Theo Thijssen Academie gaat analyseren. Dit krijgt gestalte vanuit een Critical Friend-rol. Onderzocht wordt op welke wijze speciale zorg voor kinderen met leer- en gedragsmoeilijkheden in het curriculum is opgenomen en op welke wijze dit mogelijk kan worden verbeterd. De analyse van wat er aangeboden wordt op het gebied van speciale zorg voor kinderen met leer- en gedragsmoeilijkheden gaat uit van de nota De Inhoudelijke Pit waarin de kern van de onderwijsinhoud en de pedagogische basis voor het werken op de Theo Thijssen Academie wordt beschreven.
DOCUMENT
Studenten die afstuderen aan het Instituut Theo Thijssen zullen gaan werken in een multiculturele samenleving, op scholen die meer of minder kleurrijk van samenstelling zijn. Wat betekent dat voor hun professionele kwaliteit? In het eerste half jaar van 2006 voerde het lectoraat Lesgeven in de Multiculturele School op verzoek van het Instituut Theo Thijssen een analyse uit van het ITT-curriculum. Doel ervan was als critical friends commentaar te geven op de manier waarop studenten worden voorbereid op het werken als leerkracht in een multiculturele samenleving en in het bijzonder op multicultureel samengestelde scholen. Aan de hand van de analyse kan de opleiding dan bezien waar versterking nodig is om daar de komende jaren aan te werken.
DOCUMENT
Podcast In deze nieuwe aflevering ga ik in gesprek met Hanke Drop en Joop Berding over een onconventionele maar fundamentele vraag: Kan schoonheid een ideaal zijn in het onderwijs? Wat betekent het om het concept van schoonheid een serieuze plek te geven binnen het curriculum, de pedagogiek en de dagelijkse onderwijspraktijk? We onderzoeken hoe schoonheid zich verhoudt tot kunst, pedagogische idealen en de ontwikkeling van verbeeldingskracht bij kinderen. Wat gebeurt er wanneer scholen niet alleen gericht zijn op kennisoverdracht, maar ook op het stimuleren van creativiteit, makerschap en betekenisvolle ervaringen? Is het artistieke proces wellicht even belangrijk – of zelfs belangrijker – dan het eindproduct? Hanke en Joop reflecteren op het belang van ‘maken’ in relatie tot denken en leren, met inspiratie uit onder andere het werk van Hannah Arendt. We bespreken de rol van de leraar als begeleider van esthetische ervaringen, en hoe kunst ruimte kan creëren voor spel, verwondering en morele vorming binnen het onderwijs. Ook komt de spanning aan bod tussen onderwijs als vormingsproces en het toenemende economische denken, waarbij efficiëntie, meetbaarheid en resultaat centraal staan. Wat betekent dat voor ruimte voor schoonheid en creativiteit in het curriculum? Luister (of kijk) mee – en laat vooral weten wat schoonheid voor jóu in het onderwijs betekent!
LINK