This paper explores the nexus between digital transformation and cybersecurity, examining professional perceptions of these intertwined concepts As Industry 4.0 reshapes organizations and society, digital technologies and connectivity become pivotal. Businesses adopting e-business and cloud computing encounter challenges like information security and disruptive innovations, propelling digital transformation. However, this shift introduces new risks, particularly in cybersecurity, altering risk distribution and security requirements. The widespread integration of interconnected devices across business functions makes them vulnerable to cyber-attacks, necessitating robust cybersecurity measures. This study scrutinizes factors preventing unintentional and intentional security incidents and maps cyber risk perceptions. Through a survey of 124 professionals in collaboration with BUSIBER, we elucidate risk perception and implemented controls, essential for organizations to navigate the digital landscape securely and safeguard their market reputation. Understanding the impacts of digitalization and cybersecurity on diverse business functions is crucial for devising effective strategies to mitigate risks and ensure sustainable development.
DOCUMENT
Worldwide there is a lack of well-educated and experienced information security specialists. The first step to address this issue is arranging enough people with a well-known and acceptable basic level of information security competences. However, there might be a lot of information security education and training, but there is anything but a well-defined outflow level with a known and acceptable basic level of information security competences. There exists a chaotic situation in respect of the qualification of information security professionals, with the emergence of a large number of difficult to compare certificates and job titles. Apparently the information security field requires uniform qualifications that are internationally recognized. Such qualifications could be an excellent way of unambiguously clarifying the knowledge and skills of information security professionals. Furthermore it gives educational institutions a framework which facilitates the development of appropriate information security education and training.
DOCUMENT
Bedrijven maken vaak deel uit van een keten. Ketens worden steeds meer afhankelijk van ICT voor onder meer het aankopen, bezorgen en inventariseren van producten of diensten. Deze afhankelijkheid maakt dat cyber-gerelateerde risico’s een opmars maken binnen ketens. Er is echter nog weinig bekend over deze risico’s en hoe ketens daar weerbaar tegen kunnen worden gemaakt. Dit hindert de uitwerking, uitvoering en bijsturing van beleid door de overheid. De Haagse Hogeschool heeft in opdracht van MKB Nederland en het Ministerie van Justitie en Veiligheid een verkennende studie verricht om meer zicht te krijgen op het fenomeen cyber-ketenweerbaarheid in verschillende economische sectoren. Hierbij stonden centraal cyber-gerelateerde risico’s en geleerde lessen bij het voorkomen en bestrijden van cyberincidenten en -criminaliteit in ketens. Tevens zijn aanknopingspunten voor vervolgonderzoek geïdentificeerd. Voor de dataverzameling is eerst gebruik gemaakt van literatuuronderzoek. Daarna zijn gestructureerde interviews uitgevoerd. De interviews hebben plaatsgevonden bij 12 bedrijven uit drie economische sectoren: vijf bedrijven gerelateerd aan de agrarische sector (vormen twee ketens), vier bedrijven uit de sierteeltsector (vormen één keten) en drie bedrijven uit de sector handel (vormen één keten). Deze bedrijven zijn als afnemer en leverancier geschakeld binnen hun sector en vormen daarmee een keten. Bij elk bedrijf is gesproken met cybersecurityexperts en/of bestuursleden. In elke keten hebben wij dreigingen en kwetsbaarheden op het gebied van cyber-ketenweerbaarheid vastgesteld. Met name ransomware en zogenaamde stepping stone-aanvallen zijn concrete dreigingen voor ketens. Zo is er bij alle door ons beschouwde ketens sprake van technologie die op afstand kan worden bediend via internet door een derde partij, zoals klimaatregelaars en sorteersystemen. Deze afstandsbediening is veelal kwetsbaar voor digitale inbreuken van buitenaf. Dit maakt dergelijke technologie en het securitybeleid van ketenpartners die toegang hebben tot deze technologie een kwetsbaarheid voor de keten. Ook valt het op dat de medewerkers van de bedrijven een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van cyberincidenten en -criminaliteit in de keten. Mogelijk wordt dit veroorzaakt door onveilig gedrag, gemakzucht en een gebrek aan kennis bij medewerkers over dreigingen en kwetsbaarheden. Er zijn tevens belangrijke lessen opgehaald bij de bedrijven die wij interviewden. Zo is het in het kader van cyberketenweerbaarheid van belang dat bedrijven hun cyberveiligheid op orde hebben. De onderzochte bedrijven investeren daarin door onder meer technische beveiliging en procedures voor werknemers. Ook zijn investeringen in de cyberveiligheid tussen schakels en de keten als geheel van belang. Bijvoorbeeld door de eigen digitale infrastructuur gescheiden te houden van de infrastructuur van ketenpartners. Over het algemeen worden dergelijke maatregelen slechts sporadisch genomen door de bedrijven die meededen aan dit onderzoek. Zo komt het onderwerp cyberveiligheid vaak niet terug in contracten met leveranciers, blijft (structureel) overleg tussen partners op dit gebied uit en is informatiedeling over cyberrisico’s en geleerde lessen op ketenniveau beperkt. Controle op de risico’s lijkt in de ketens veelal te ontbreken en samenwerking lijkt vooral te berusten op vertrouwen. Verschillen in genoemde dreigingen, kwetsbaarheden en geleerde lessen tussen bedrijven zijn mogelijk te verklaren door het type bedrijf en diens omvang, de volwassenheid van de organisatie op ICT-gebied en de positie van een bedrijf in de keten. Zo lijken met name ICT-dienstverleners en grote bedrijven zicht te hebben en te handelen op keten-gerelateerde dreigingen en kwetsbaarheden. Gezien de verkennende aard van deze studie is nader onderzoek echter nodig om bevindingen te verstevigen. Ons advies is om meer gericht onderzoek te doen naar de risico’s zoals in deze studie zijn geïdentificeerd en dit tevens te doen in andere ketens of binnen andere economische sectoren. De onderzochte ketens zijn slechts beperkt representatief voor de gehele economie, waardoor het onduidelijk is in hoeverre de huidige resultaten gelden voor andere ketens binnen en buiten de door ons onderzochte economische sectoren. Een onderwerp waar wij denken dat meer kennis op nodig is, is het fenomeen stepping stone-aanval. Ondanks dat dit een belangrijk fenomeen lijkt, komt uit onderhavig onderzoek onvoldoende naar voren op welke manier een ketenaanval via kleine ketenpartners plaatsvindt, in welke mate een keten daar schade van ondervindt en hoe een dergelijke aanval kan worden voorkomen. Wij adviseren bovendien om te onderzoeken hoe ketens cyberveiligheid contractueel kunnen bewerkstelligen in de samenwerking met ketenpartners. Zo is het de vraag welke eisen er in het contract met partners gesteld moeten worden om risico’s voldoende af te dekken. Wij adviseren bovendien om actuele informatie over cyberrisico’s toegankelijk te maken voor ketenbedrijven, met name bij kleine bedrijven die beperkte middelen hebben om zichzelf te beschermen en informatie in te winnen. Help ketens waar nodig met het op orde brengen van hun interne cyberveiligheid, de cyberveiligheid tussen schakels en de cyberveiligheid van keten als geheel. Hierbij kan worden gedacht aan het beschikbaar stellen van voorbeeldcontracten met leveranciers, het faciliteren van (structureel) overleg tussen partners en ondersteuning van de informatiedeling op ketenniveau.
DOCUMENT
In case of a major cyber incident, organizations usually rely on external providers of Cyber Incident Response (CIR) services. CIR consultants operate in a dynamic and constantly changing environment in which they must actively engage in information management and problem solving while adapting to complex circumstances. In this challenging environment CIR consultants need to make critical decisions about what to advise clients that are impacted by a major cyber incident. Despite its relevance, CIR decision making is an understudied topic. The objective of this preliminary investigation is therefore to understand what decision-making strategies experienced CIR consultants use during challenging incidents and to offer suggestions for training and decision-aiding. A general understanding of operational decision making under pressure, uncertainty, and high stakes was established by reviewing the body of knowledge known as Naturalistic Decision Making (NDM). The general conclusion of NDM research is that experts usually make adequate decisions based on (fast) recognition of the situation and applying the most obvious (default) response pattern that has worked in similar situations in the past. In exceptional situations, however, this way of recognition-primed decision-making results in suboptimal decisions as experts are likely to miss conflicting cues once the situation is quickly recognized under pressure. Understanding the default response pattern and the rare occasions in which this response pattern could be ineffective is therefore key for improving and aiding cyber incident response decision making. Therefore, we interviewed six experienced CIR consultants and used the critical decision method (CDM) to learn how they made decisions under challenging conditions. The main conclusion is that the default response pattern for CIR consultants during cyber breaches is to reduce uncertainty as much as possible by gathering and investigating data and thus delay decision making about eradication until the investigation is completed. According to the respondents, this strategy usually works well and provides the most assurance that the threat actor can be completely removed from the network. However, the majority of respondents could recall at least one case in which this strategy (in hindsight) resulted in unnecessary theft of data or damage. Interestingly, this finding is strikingly different from other operational decision-making domains such as the military, police and fire service in which there is a general tendency to act rapidly instead of searching for more information. The main advice is that training and decision aiding of (novice) cyber incident responders should be aimed at the following: (a) make cyber incident responders aware of how recognition-primed decision making works; (b) discuss the default response strategy that typically works well in several scenarios; (c) explain the exception and how the exception can be recognized; (d) provide alternative response strategies that work better in exceptional situations.
DOCUMENT
Bedrijven bevinden zich tegenwoordig vaak in een keten. Een keten kan worden beschouwd als een verzameling organisaties die een virtueel netwerk delen waar informatie, diensten, goederen of geld doorheen stroomt. Hierbij staan ICT-systemen veelal centraal. Deze afhankelijkheid werkt in de hand dat cyber-gerelateerde risico’s een opmars maken binnen ketens. Niet elke ketenorganisatie beschikt echter over de middelen en kennis om zichzelf te beschermen: om tot sterke ketens te komen is informatiedeling tussen ketenorganisaties over actuele dreigingen en incidenten van belang. Een doel van dit verkennend onderzoek, dat is uitgevoerd in opdracht van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), is om inzicht te bieden in de succesfactoren van informatiedeling-initiatieven op het gebied van cyberveiligheid. Met deze kennis kan het NCSC haar accounthouders en adviseurs helpen om de doelgroepen positief te motiveren om actie te nemen ter versterking van ketenweerbaarheid. Tevens wordt met dit onderzoek beoogd om aanknopingspunten voor vervolgonderzoek te identificeren. Het identificeren van succesfactoren vond plaats op basis van een literatuurstudie en gestructureerde interviews met in totaal zes leden uit drie verschillende bestaande informatiedeling-initiatieven rondom cybersecurity: het Managed Service Provider (MSP) Information Sharing and Analysis Centre (ISAC), Energie ISAC en de securitycommissie van de Nederlandse Energie- Data Uitwisseling (NEDU). Alle respondenten zijn informatiebeveiligingsexperts die hun organisatie vertegenwoordigen in de samenwerkingsverbanden. In totaal zijn 20 succesfactoren geïdentificeerd. Deze factoren zijn vervolgens gecategoriseerd tot vier thema’s die bijdragen aan een succesvolle informatiedeling. De thema’s zijn samen te vatten als teamfactoren, individuele factoren, managementfactoren en faciliterende factoren. De vier meest genoemde succesfactoren zijn: ● Expertise: Leden met onderscheidende en gespecialiseerde kennis bevorderen de informatiedeling en zijn ondersteunend aan het individuele leerdoel van de leden. ● Vertrouwen: Vertrouwen is een essentiële voorwaarde voor de bereidheid om samen te werken en informatie te delen. Tijd is hierin een cruciale factor: tijd is nodig voor vertrouwen om te ontstaan. ● Lidmaatschapseisen: Expliciete en impliciete lidmaatschapseisen zorgen voor een selectie op geschikte deelnemers en faciliteren daarmee het onderling vertrouwen. ● Structurele opzet: Een samenwerking dient georganiseerd te zijn volgens een structuur en met een stabiele bezetting van voldoende omvang. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op het identificeren van strategieën voor het opstarten van samenwerkingsverbanden en het over de tijd behouden van enthousiasme onder de leden in de informatiedeling-initiatieven rondom cybersecurity. Ook onderzoek naar de eigenschappen of kwaliteiten van de voorzitter en hoe deze bijdragen aan het succesvol initiëren en onderhouden van een samenwerkingsverband zijn genoemd. Ook is nog onvoldoende duidelijk hoe gedeelde of juist onderscheidende expertise van de leden bijdraagt aan succes van de informatiedeling-initiatieven. Verder is er behoefte aan kennis over hoe de samenwerking tussen ketenpartners op het gebied van cyberveiligheid buiten bestaande samenwerkingsverbanden is ingericht. Denk hierbij aan een uitbreiding van de huidige studie, maar met een focus op kleinere bedrijven die deel uitmaken van ketens, maar waarbij IT niet de corebusiness is, aangezien die volgens respondenten als risicovol worden gezien voor de keten.
DOCUMENT
The growing sophistication, frequency and severity of cyberattacks targeting all sectors highlight their inevitability and the impossibility of completely protecting the integrity of critical computer systems. In this context, cyber-resilience offers an attractive alternative to the existing cybersecurity paradigm. We define cyber-resilience as the capacity to withstand, recover from and adapt to the external shocks caused by cyber-risks. This article seeks to provide a broader organizational understanding of cyber-resilience and the tensions associated with its implementation. We apply Weick's (1995) sensemaking framework to examine four foundational tensions of cyber-resilience: a definitional tension, an environmental tension, an internal tension, and a regulatory tension. We then document how these tensions are embedded in cyber-resilience practices at the preparatory, response and adaptive stages. We rely on qualitative data from a sample of 58 cybersecurity professionals to uncover these tensions and how they reverberate across cyber-resilience practices.
DOCUMENT
Cybersecurity is meer dan alleen het nemen van technische maatregelen. En alhoewel gebruikers ten onrechte vaak alleen worden aangemerkt als ‘de zwakke schakel’ binnen die cybersecurity, moet een deel van de maatregelen zich toch echt wel richten op deze groep. Gebruikers gedragen zich immers soms bewust of onbewust onveilig: - ze klikken op hyperlinks als ze dat niet moeten doen; - reageren op een phishingmail; - gebruiken zwakke wachtwoorden; - hergebruiken wachtwoorden; - melden incidenten niet; - geven (te) veel gegevens prijs van zichzelf op social media; - maken niet consequent back-ups van hun data. Sinds jaar en dag lijken organisaties ‘awareness’ te zien als de sleutel om van gebruikers iets minder de zwakke schakel te maken. De gedachte daarachter is kortgezegd dat gebruikers zich ‘beter’ gaan gedragen als we ze voeden met informatie over dreigingen, goed en fout gedrag en het cybersecurity-beleid. Het is inmiddels echter wel duidelijk dat een beleid dat alleen gericht is op ‘awareness’ niet gaatzorgen voor het gewenste effect. Onderzoek toont bijvoorbeeld aan dat anti-phishingcampagnes, waar nepphishingmails worden verstuurd, niet heel lang beklijven. Cybersecuritybedrijven geven dan ook steeds vaker aan dat het niet alleen gaat om het verhogen van kennis en bewustwording, maar ook om andere aspecten die gedrag lijken te beïnvloeden. Recent wetenschappelijk experimenteel onderzoek laat zelfs zien dat het hebben van meer kennis kan leiden tot onveiliger gedrag: gebruikers die (een beetje) meer weten, gedragen zich nog onveiliger. Mogelijk komt dat doordat die groep zichzelf overschat en daardoor ten onrechte grotere risico’s durft te nemen. We moeten dus verder komen dan alleen awareness. Het lab observeert dat er twee grote vraagstukken spelen. 1. Wat moeten we dan verder nog doen? Het is duidelijk dat er geen simpele oplossing is voor het bevorderen van veilig cybergedrag. Toch is het goed om nieuwe oplossingsrichtingen te onderzoeken die richting geven aan het verbeteren van cyberveilig gedrag. 2. Hoe zorgen we ervoor dat organisaties daadwerkelijk verder gaan dan alleen het creëren van meer awareness? Individuele organisaties hebben lang niet altijd de kennis en kunde om dit zelf te doen. Moet de overheid dit stimuleren? Zo ja, hoe dan? Kan het aan de markt zelf (lees: cybersecurity bedrijven) overgelaten worden? Wat kunnen we leren over het stimuleren van effectieve gedragsinterventies binnen andere vakgebieden? https://nl.linkedin.com/in/rutgerleukfeldt
MULTIFILE
In May 2018, the new Dutch Intelligence and Security Services Act 2017 (Wet op de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten, Wiv) will enter into force. It replaces the previous 2002 Act and incorporates many reforms to the information gathering powers of the two intelligence and security services as well as to the accountability and oversight mechanisms. Due to the technologyneutral approach, both the civil and the military intelligence services are now authorized to, for example, intercept communications in bulk, hack third parties, decrypt files, store DNA or use any other future innovative technology. Also, the national security legislation extends the possibilities for the indiscriminate collection of data, and for the processing, storage and analysis thereof. The process leading to the law includes substantial criticism from the various stakeholders involved. Upon publication of this report, an official consultative referendum is being organized on the new act. The aim of this policy brief is to provide an international audience with a comprehensive overview of the most relevant aspects of the act and its context. In addition, there is considerable focus on the checks and balances as well as the bottlenecks of the Dutch intelligence gathering reform. The selection of topics is based on the core issues addressed during the parliamentary debate and on the authors’ insights.
DOCUMENT
Al jarenlang roepen cybersecurity-experts hetzelfde: het is nodig dat mkb-ondernemers structureel aandacht besteden aan cybersecurity. Ondernemingen zijn in toenemende mate afhankelijk van digitale middelen. Uitval van deze middelen of schade aan digitale informatie zijn daarmee reëlerisico’s die een grote impact kunnen hebben op de bedrijfsvoering. Ook neemt de dreiging toe. Cybercriminelen gaan dusdanig professioneel te werk dat de kans op incidenten met veel impact steeds groter wordt. Bijvoorbeeld door het uitvoeren van aanvallen waarbij ze via een bedrijf diens klanten compromitteren. Ook zien we bijvoorbeeld dat cyberspionnen zich steeds vaker richten op economische belangen en daarmee op het bedrijfsleven. Als mkb-bedrijven toeleverancier zijn van grotere ondernemingen heeft hun cyberweerbaarheid in sommige gevallen direct invloed op de weerbaarheid van die grotere organisaties. Denk aan de recente aanval van een ransomware groepering op het bedrijf Kaseya, die de klanten van Kaseya rechtstreeks raakte . Door misbruik van een kwetsbaarheid in de software van Kaseya raakt een grote groep klanten besmet met ransomware. In toenemende mate maken grotere organisaties zich terecht druk over dit soort afhankelijkheden die zij hebben in de keten van bedrijven waarmee zij samenwerken. Sommige van hen zijn initiatieven gestart onder het motto ‘groot helpt klein’. Daarin worden bijvoorbeeld toeleveranciers opgeleid in basismaatregelen of mogen zij ge1. https://nos.nl/artikel/2387724-zeker-200-bedrijven-getroffen-door-grote-ransomware-aanval2. https://fd.nl/ondernemen/1383893/asml-geeft-zijn-leveranciers-bijles-over-het-weren-van-hackers gebruik maken van de cybersecurityexpertise van de grote partijen. Het is goed te zien dat er aandachtis voor het bieden van hulp en ondersteuning. Aan de andere kant zijn er ook ondernemingen die meer eisen en voorwaarden willen stellen om zekerheid in te bouwen. Het lab boog zich over de vraag op welke wijze een keten van bedrijven versterkt moet worden om de cyberweerbaarheid te verhogen tegen redelijke kosten en kwam tot een belangrijk inzicht. Als we willen dat de weerbaarheid van een keten groter wordt dan houdt dit onder andere in dat de individuele schakels in de keten ieder zelf hun weerbaarheid zullen moeten verhogen. Concreet betekent dit dat zij ervoor moeten zorgen dat ze de digitale infrastructuur die zij gebruiken bij het leveren van hun eigen producten en diensten goed hebben beveiligd. Deze infrastructuur bestaat veelal uit ingekochte producten en diensten, zoals routers, servers, software, enz. Als die als vanzelfsprekend veilig zouden zijn, dan zou de weerbaarheid van elke schakel in de keten enorm toenemen. Echter, deze is nu niet vanzelfsprekend veilig. En dus moeten organisaties die behoefte aan vanzelfsprekende veiligheid expliciet gaan maken. Dit overstijgt dus de ketenspecifieke issues, maar is wel de essentie van waar we in de toekomst naar toe zouden moeten. Daarnaast zijn er ook specifieke acties in de keten mogelijk, waardoor de weerbaarheid van de gehele keten kan worden versterkt.
DOCUMENT
In the modern day and age, cybersecurity facesnumerous challenges. Computer systems and networks become more and more sophisticated and interconnected, and the attack surface constantly increases. In addition, cyber-attacks keep growing in complexity and scale. In order to address these challenges, security professionals started to employ generative AI (GenAI) to quickly respond to attacks. However, this introduces challenges in terms of how GenAI can be adapted to the security environment and where the legal and ethical responsibilities lie. The Universities of Twente and Groningen and the Hanze University of Applied Sciences have initiated an interdisciplinary research project to investigate the legal and technical aspects of these LLMs in the cybersecurity domain and develop an advanced AI-powered tool.
DOCUMENT