We hebben in onderzoek gezien dat professionals die direct met jongeren werken goed zijn in het aansluiten bij hun leefwereld. Ze doen als het ware een pedagogische dans met jongeren, waarbij ze hen zoveel mogelijk ‘in the lead’ laten, maar soms ook een andere kant op bewegen wanneer dat nodig is, terwijl ze wel in ‘close contact’ met jongeren blijven. Professionals die op school, in de wijk en online dagelijks met jongeren werken zijn goed in improviseren en afstemmen, om zo samen met elke jongere een eigen, passend ritme te vinden. Zij kunnen deze pedagogische dans echter niet uitvoeren zonder vertrouwen en steun van managers en teamleiders binnen hun eigen organisatie, en onder passende opdrachten en faciliterende kaders van beleidsmakers. Het swingt pas echt, als ook deze twee partijen bij de pedagogische dans tussen jongeren en professionals betrokken zijn. Met andere woorden: dansen doe je met zijn vieren. Hier delen we onze ‘danslessen’ voor uitvoerend professionals, teamleiders/managers en beleidsmakers in het onderwijs en het sociaal domein. We beschrijven hoe zij elk op hun eigen manier eraan kunnen bijdragen dat jongeren met plezier, energie en vertrouwen de toekomst in dansen. Dit onderzoek is uitgevoerd door onderzoekers van het lectoraat Jeugd en Samenleving van Hogeschool Inholland, perMens en het Verwey-Jonker Instituut, in het kader van de Kenniswerkplaats Jeugd KeTJAA in Amsterdam-Amstelland. KeTJAA is een van de twaalf Regionale Kenniswerkplaatsen Jeugd en wordt gefinancierd door ZonMw en de gemeente Amsterdam. Auteurs: Marjolijn Distelbrink, Femke Kaulingfreks, Kelly Matthijsen, Evelien Nijland, Sophie Vermaning en Donya Yassine
DOCUMENT
We hebben tijdens dit onderzoek gezien dat professionals die direct met jongeren werken goed zijn in het aansluiten bij hun leefwereld. Ze doen als het ware een pedagogische dans met jongeren, waarbij ze hen zoveel mogelijk ‘in the lead’ laten, maar soms ook een andere kant op bewegen wanneer dat nodig is, terwijl ze wel in ‘close contact’ met jongeren blijven. Professionals die op school, in de wijk en online dagelijks met jongeren werken zijn goed in improviseren en afstemmen, om zo samen met elke jongere een eigen, passend ritme te vinden. Zij kunnen deze pedagogische dans echter niet uitvoeren zonder vertrouwen en steun van managers en teamleiders binnen hun eigen organisatie, en zonder passende opdrachten en faciliterende kaders van beleidsmakers. Het swingt pas echt, als ook deze twee partijen bij de pedagogische dans tussen jongeren en professionals betrokken zijn. Met andere woorden: dansen doe je met zijn vieren. In deze publicatie delen we onze ‘danslessen’ voor uitvoerend professionals, teamleiders/managers en beleidsmakers in het onderwijs en het sociaal domein. We beschrijven hoe zij elk op hun eigen manier eraan kunnen bijdragen dat jongeren met plezier, energie en vertrouwen de toekomst in dansen. Dit onderzoek is uitgevoerd door onderzoekers van het lectoraat Jeugd en Samenleving van Hogeschool Inholland, perMens en het Verwey-Jonker Instituut, in het kader van de Kenniswerkplaats Jeugd KeTJAA in Amsterdam-Amstelland. KeTJAA is een van de twaalf Regionale Kenniswerkplaatsen Jeugd en wordt gefinancierd door ZonMw en de gemeente Amsterdam. Auteurs: Marjolijn Distelbrink, Femke Kaulingfreks, Kelly Matthijsen, Evelien Nijland, Sophie Vermaning en Donya Yassine
DOCUMENT
Kindheid van denken is speels maar ook ernstig. Ze gaat uit van diepgaande ontvankelijkheid voor dat wat niet ‘gehoord’ wordt. Daarmee betreft ze iets ‘onbestemds’, iets dat niet alleen in de kindertijd maar ook in de volwassenheid schuilgaat. ‘Kindheid’, in het Frans enfance, komt van het Latijn in-fantia, letterlijk: ‘niet-sprekendheid’. Onze manier van denken en spreken, al onze tweedelingen en ordeningen, worden altijd ook bestookt door die kindheid. Door wat slechts gevoeld, maar niet gezegd of gehoord kan worden. De sprakeloosheid. Van het gevoel zelf, dat slechts gevoeld kan worden. Vanuit het differentiefilosofische perspectief schiet de mens met zijn tweedelingen en ordeningen altijd te kort. En ‘kindheid van denken’, te beginnen met ons besef ervan, creëert ruimte voor het aanvoelen van en inspelen op nieuwe mogelijkheden. Een dergelijke ontvankelijkheid voor het nieuwe, buiten allerlei bestaande kaders, of er dwars doorheen, is in de kunsten cruciaal. Een pleidooi voor meer ‘kindheid van denken’, voorbij alle denken in tweedelingen, betekent daarom ook altijd een pleidooi voor de veelheid en het experiment.
DOCUMENT
Ondanks de economische groei in Nederland staan we voor uitdagingen als een gezonde leefomgeving creëren, bestaanszekerheid waarborgen, klimaatverandering vertragen en een verantwoordelijke impact op toekomstige generaties. Sturen op "brede welvaart", rekening houdend met sociale, economische en ecologische waarden, wordt belangrijker voor gemeenten en beleidsstrategen in het bijzonder. Zij moeten brede welvaart integraal implementeren en brede welvaart in hun beleid omzetten in concrete keuzes en sturing. Gemeenten ervaren echter moeite bij de concrete implementatie. Brede welvaart is inhoudelijk complex en vereist continu koorddansen tussen verschillende belangen. Daarbij gaat er veel aandacht naar brede welvaart ‘hier en nu’ en blijven de belangen van toekomstige generaties (brede welvaart ‘later’) te vaak onderbelicht. In Europees verband, en op nationaal niveau is er tevens momentum om brede welvaart ‘later’ meer zichtbaar te maken. Als Europees Commissaris voor intergenerationele rechtvaardigheid heeft Micallef de opdracht om het belang van toekomstige generaties te dienen. Ook op nationaal niveau winnen de belangen van toekomstige generaties terrein zoals blijkt uit… Op lokaal niveau wordt directe invloed op brede welvaart voor huidige en toekomstige generaties concreet. Lokale publieke professionals spelen een sleutelrol in het bevorderen van welzijn en kwaliteit van de leefomgeving voor toekomstige burgers. Concernstrategen en afdelingshoofden in Nederlandse gemeenten vertalen brede welvaart naar beleid in de praktijk. Beleidsprofessionals krijgen door dit project voor het eerst in Nederland een concrete handreiking om brede welvaart integraal en voor toekomstige generaties in te richten. Door middel van de methode van backcasting en de generatietoets gaan we vanuit dit onderzoek brede welvaart ‘later’ concreet maken. We doen dit samen met 5 gemeenten, de provincie Noord-Brabant en kennispartners. Al vanaf de start participeren concernstrategen en afdelingshoofden van gemeenten in een rijk kennis- en leernetwerk om hierin te groeien. Dit project verschaft hen hiervoor de concrete tools: in co-creatie ontwikkeld en meteen ingezet.