This deaf-led work critically explores Deaf Tech, challenging conventional understandings of technologies ‘for’ deaf people as merely assistive and accessible, since these understandings are predominantly embedded in medical and audist ideologies. By employing participatory speculative workshops, deaf participants from different European countries envisioned technologies on Eyeth - a mythical planet inhabited by deaf people - centered on their perspectives and curiosities. The results present a series of alternative socio-technical narratives that illustrate qualitative aspects of technologies desired by deaf people. This study advocates for expanding the scope of deaf technological landscapes, emphasizing the needs of establishing deaf-centered HCI, including the development of methods and concepts that truly prioritize deaf experiences in the design of technologies intended for their use.
MULTIFILE
This presentation explores various transformations that inform Deaf Studies research, ranging from transformations in deaf networks to larger sign language networks and transformations in applied linguistics, society, and language ideologies, and the related potential impact on sign language policy and revitalisation. After discussing some new research lenses in Deaf Studies, such as visual methods, the presentation suggests some ways forward for Deaf Studies in terms of research priorities and rights discourses.
LINK
Due to emancipation process there is need for information on Deaf culture - Is there a Deaf Culture in the Netherlands? - If so what is it? How can we define it? - What are priorities in research? - How best disseminate results in Deaf community? - Lobby for rights of Deaf people (Unesco 1994; UN Convention on the rights of Persons with Disabilities 2006)
DOCUMENT
Het MADS-project brengt zeven universiteiten uit Europa en het Verenigd Koninkrijk samen met als doel een nieuw internationaal gezamenlijk masterprogramma Applied Deaf Studies (MADS) op te zetten. Het project wordt geleid door de Hogeschool Utrecht. Volkshogeschool Castberggård in Denemarken is betrokken als niet-academische partner. Het project wordt gefinancierd door de Erasmus Mundus Design Measure, die valt onder het Erasmus+ programma. Alle betrokken academici in het project zijn doof, waardoor het het grootste door doven geleide academische consortium ooit is.Doel MADS heeft tot doel drie belangrijke lacunes op het gebied van Deaf Studies aan te pakken: Gebrek aan beschikbare onderwijsmogelijkheden op Master niveau: ondanks significante vooruitgang op het gebied van Deaf Studies de afgelopen jaren, is er een gebrek aan overeenkomstige groei in onderwijsprogramma’s. Momenteel is er geen masterprogramma Deaf Studies in het Verenigd Koninkrijk en Europa. Gebrek aan verbinding tussen onderzoek en praktijk: onderzoeksresultaten in Deaf Studies moeten worden toegepast op praktische gebieden zoals belangenbehartiging, onderwijs, onderzoek en dienstverlening. Daarom is het de bedoeling dat MADS een programma wordt in Applied Deaf Studies, om studenten uit te rusten met vaardigheden voor de professionele praktijk, zodat onderzoeksresultaten bijdragen aan oplossingen in de echte wereld. Gebrek aan toegang voor dove studenten tot programma's Deaf Studies: hoewel het programma open zal staan voor alle studenten, streeft MADS specifiek naar werving van dove studenten wereldwijd. Dove studenten hebben traditioneel meer barrières en minder kansen gehad om hoger onderwijs te volgen, met name in programma's Deaf Studies. In april 2023 organiseerde het MADS consortium een workshop samen met de Frontrunners studenten en leerkrachten aan Castberggård in Denemarken. Daar werd onder meer curriculumontwikkeling besproken, en de structuur en opzet van een mogelijke Master. In 2023 zullen er ook nog presentaties en workshops zijn op het Wereld Congres van de Werelddovenfederatie in Jeju, Zuid-Korea, en op de International Deaf Academics and Researchers conference in Wenen, Oostenrijk. Van 11-15 december organiseren we een Applied Deaf Studies Taster Week in Ål, Noorwegen. Meer informatie volgt. Resultaten Aan het einde van het project is het doel: Zijn de universiteiten geïdentificeerd die MADS gaan aanbieden. Is een nieuw, innovatief geïntegreerd transnationaal studieprogramma ontwikkeld. Zijn er een gezamenlijk accreditatiesysteem en gezamenlijke procedures voor studentenaanmelding en toelating opgezet. Looptijd 01 november 2022 - 31 januari 2024 Aanpak Het huidige MADS-project voert een behoefteanalyse uit onder potentiële studenten en organisaties in het werkveld, met als doel curriculumontwikkeling. Impact voor het onderwijs Dit project dicht de kloof tussen Deaf Studies onderzoek, dat exponentieel gegroeid is de laatste 10 jaar, en toepassingen van dit onderzoek in de beroepspraktijk, en het onderwijs. We willen bereiken dat nieuw onderzoek in Deaf Studies de vertaalslag maakt naar het onderwijs, en naar de beroepspraktijk. Cofinanciering Het onderzoek wordt medegefinancierd door Erasmus Mundus Design Measure (Erasmus +). Downloads en links
Het MADS-project brengt zeven universiteiten uit Europa en het Verenigd Koninkrijk samen met als doel een nieuw internationaal gezamenlijk masterprogramma Applied Deaf Studies (MADS) op te zetten. Het project wordt geleid door de Hogeschool Utrecht. Volkshogeschool Castberggård in Denemarken is betrokken als niet-academische partner. Het project wordt gefinancierd door de Erasmus Mundus Design Measure, die valt onder het Erasmus+ programma. Alle betrokken academici in het project zijn doof, waardoor het het grootste door doven geleide academische consortium ooit is.
De Nederlandse geboortezorg kent structurele capaciteitsproblemen, voornamelijk door personeelsgebrek in de ziekenhuizen. Dit leidt tot tijdelijke opnamestops op verloskundeafdelingen van uren tot dagen. Daarnaast is er in toenemende mate concentratie van zorg, waarbij verloskundeafdelingen permanent sluiten. Vrouwen kunnen hierdoor niet altijd binnen de eigen regio bevallen en aanrijtijden naar ziekenhuizen nemen toe. Wanneer een verloskundige voor een poliklinische bevalling naar een ziekenhuis buiten de regio moet, komt de zorg voor de overige cliënten in de praktijk in het gedrang. Dit heeft effecten op veiligheid van zorg, ervaringen van cliënten en op (werk)tevredenheid van verloskundigen. Verloskundigen worden geconfronteerd met gevolgen en oplossingen waar zij onvoldoende grip op hebben. Zij willen meer regie kunnen voeren over de inrichting van zorg die aansluit bij hun kernwaarden en die van cliënten, met behoud van kwaliteit van zorg. Samen met verloskundigen kwamen we tot de onderzoeksvraag: Op welke manieren kunnen eerstelijns verloskundigen eigen regie nemen in de regionale organisatie van hun zorg – in lijn met hun beroepsidentiteit - om nadelige gevolgen van concentratie van zorg en opnamestops te beheersen? Door participatief actieonderzoek werken we binnen dit project aan het identificeren en vormgeven van passende regionale samenwerkingsvormen, die bijdragen aan de toegankelijkheid van de geboortezorg in de regio en met voldoende draagvlak voor implementatie. Dit doen we door 1) een gedragen collectieve beroepsidentiteit binnen de regio te ontwikkelen met een herijking van kritisch kernwaarden. Dit vormt input voor 2) de ontwikkeling van een predictiemodel dat effecten op capaciteit voorspelt. Verloskundigen krijgen hiermee een instrument in handen waarmee zij onderbouwd invloed uit kunnen oefenen op de organisatie van de geboortezorg, ter voorkoming van negatieve effecten van opnamestops en concentratie van zorg. Doel is toegankelijke, kwalitatief goede en duurzame verloskundige zorg te realiseren met samenwerkingsvormen die aansluiten bij kernwaarden van cliënten en verloskundigen.