Staat, markt en burgermaatschappij als samenstellende delen van de conceptuele driehoek.
Wat is de beroepsidentiteit van sociaal werk, wat behoort zij te zijn? Sociaal werk wordt wel omschreven als een professie maar ook als een ambacht, vaak zonder duidelijk onderscheid tussen en wellicht zelfs door impliciete gelijkstelling van deze kwalificaties. Met behulp van de ideaaltypische benadering kan echter worden aangetoond dat deze twee typen beroepen niet alleen veel overeenkomsten delen maar ook op enkele punten fundamenteel van elkaar verschillen. Op basis van het werk van Freidson (2001) en Sennett (2008) kan worden aangetoond dat het ideaaltypische doel van professies het realiseren van een abstracte waarde (zoals rechtvaardigheid) is, terwijl ambachten gericht zijn op het manipuleren van concrete materialen (bijvoorbeeld steen). Bijgevolg zijn (enkel) professies beroepen met een morele identiteit. In alle zelfdefinities van sociaal werk is deze morele identiteit, deze humanitaire kern aanwezig (zie bv. IFSW, NVMW). Daarom moet sociaal werk worden beschouwd als een professie en niet als een ambacht. Dit is niet louter een academische discussie maar beïnvloedt bijvoorbeeld de positie van dit beroep in de samenleving, zoals aan de hand van de ministeriële richtlijnen betreffende Welzijn Nieuwe Stijl kan worden geïllustreerd.