Dit is de derde versie van het kaderdocument. Eerdere versies verschenen in 2010 en 2011. Het document is tot stand gekomen op verzoek van de Vakvereniging van Ervaringswerkers (VVvE) en de Landelijke Denktank Opleidingen Overleg Ervaringsdeskundigheid (LDOO). In de LDOO zijn vrijwel alle partijen betrokken die zich sterk maken voor de ontwikkeling van ervarings-deskundigheid. Het betreft hier cliënteninitiatieven als HEE, opleidingen (ROC’s en Hogescholen), alsmede kenniscentra en onderzoeksinstituten (IGPB, Kenniscentrum Ervaringskennis en Zelfhulp, lectoraten van hogescholen, Trimbos instituut). Ervaringsdeskundigheid is populair. Met name binnen de GGz en de Verslavingszorg worden steeds meer ervaringswerkers in dienst genomen. Dit doet een toenemend beroep op opleidingsmogelijkheden, zowel op MBO als op HBO niveau, in reguliere opleidingen of in korte trajecten voor deskundigheidsbevordering en traininng. In de loop van de bijeenkomsten van het LDOO zijn deze ontwikkelingen besproken. Er werd gezocht naar de kenmerkende elementen van ervaringsdeskundigheid en naar de bijbehorende competenties. In de loop van deze zoektocht bleek een toenemende behoefte aan een duidelijk begrippenkader. Een helder begrippenkader vergemakkelijkt immers het ontwikkelen van beleid rond zowel ervaringsdeskundigheid zelf, als ook rond opleidingen, onderzoek en inbedding in de praktijk.
De ontwikkelingen en veranderingen in de gezondheidszorg maken het noodzakelijk dat verpleegkundigen door middel van bij- en nascholing hun deskundigheid op peil houden. Deskundigheid is de basis waarop herregistratie in het BIG-register zal gaan plaatsvinden. Per 1 januari 2009 moeten zorgverleners na vijf jaar hun deskundigheid aantonen door te voldoen aan de werkervaringseis en, als ze daar niet aan voldoen, de scholingseis1. Deskundigheidsbevordering en Lifelong Learning - levenslang leren - gaan hand in hand. Lifelong Learning is het principe dat mensen gedurende hun hele leven in staat en gemotiveerd zijn om te leren en dat de omgeving daartoe mogelijkheden biedt2, 3. E-learning wordt geassocieerd met leeractiviteiten die plaatsvinden op een zelfgekozen moment waarbij een met een computernetwerk verbonden computer interactief gebruikt wordt. ‘Any place, any time’ is een wezenlijk aspect van e-learning. E-learning is belangrijk voor het levenslang leren van verpleegkundigen.
Debates about social theory and social policy are highly fragmented and unclear in subject and direction. A recognised paradigm is failing. Maybe we have to accept that social reality is not to reconstruct in social theory. But we certainly need social theorists and social theories to support citizens, policy makers and social workers in improving social reality. Social reality in post modern societies is to be characterized by problematic relationships among citizens and between citizens and the public sector and by a sharp rise in problematic behaviour. The affluent society has failed to create a more sensitive world where people behave more socially. The dominant social problem is no longer seen from a social economic perspective but from a social cultural one. Social competences and social capital are considerer to be essential assets to cope with life in post modern society. For people weak ties and thin trust are essential to integrate into society. Thick trust and strong ties can bind people to much and cause inflexibility. The current social problem is a matter of designing a social world where relationships and behaviour are fair and reasonable. It asks for an interesting and creative social policy and social work, not too much stressing the problematic issues but encouraging people to trust each other. Current social policy is too much focused on the needs and problems. It has to change into a more expressive social policy, a policy that people challenges to express them and to create new relationships. Social behaviour asks for flexibility and creativity, for being authentic and playing roles. Scientists, policymakers, social workers and citizens are in the same field and have access to the same knowledge.
De afgelopen jaren hebben we veel kennis opgedaan over de samenwerking met informele zorgers. In dit project willen we dit verder onderzoeken en vertalen naar de curricula van de opleidingen Sociaal Werk en Verpleegkunde. Doel We willen de kennis over informele zorg in de opleidingen Sociaal Werk en Verpleegkunde en in de beroepspraktijk versterken, met als doel om: Interprofessionele crossovers te versterken (Toekomstige) beroepskrachten beter toe te rusten om samen met informele zorgers adequate ondersteuning te bieden aan mensen met chronische ziektes of beperkingen Te voorkomen dat informele zorgers zelf in de problemen raken Beoogde resultaten Een werkgroep waar ontmoeting plaatsvindt tussen (toekomstig) sociaal werkers en verpleegkundigen, informele zorgers en docenten. Een profiel met generieke en (discipline en sector) specifieke competenties die van belang zijn in de professionele samenwerking met informele zorgers. Concrete verbeteringen van de curricula van de opleidingen Sociaal Werk en Verpleegkunde. Een leergang of e-learning module voor deskundigheidsbevordering van docenten. Looptijd 01 oktober 2021 - 01 juli 2022 Aanpak In eerdere projecten zijn er competentieprofielen ontwikkeld waarin beschreven werd welke competenties van belang zijn in de professionele samenwerking met informele zorgers in situaties waarin sprake is van dementie, niet aangeboren hersenletsel of een licht verstandelijke beperking. In dit onderzoek bekijken we welke competenties generiek zijn. En welke competenties specifiek gelden voor de sociaal werker of de verpleegkundige. Deze inzichten gebruiken we om (kennis over) informele zorg in de opleidingen Social Work en Verpleegkunde te verstevigen.
De afgelopen jaren hebben we veel kennis opgedaan over de samenwerking met informele zorgers. In dit project willen we dit verder onderzoeken en vertalen naar de curricula van de opleidingen Sociaal Werk en Verpleegkunde.
Dit onderzoek wil de interactie tussen begeleiders van organisatieverandering en betrokken stakeholders verbeteren, zodat deze begeleiders organisaties effectief kunnen faciliteren bij (complexe) organisatieverandering.Doel Het doel van dit onderzoek is om begeleiders van organisatieverandering handvatten te bieden voor effectieve interactie. Uiteindelijk moet dit bijdragen aan het verbeteren van de uitkomsten van de organisatieverandertrajecten. Resultaten Vergrote deskundigheid deelnemende consultants Bijdragen aan masteronderwijs en opleiding van professionals Suggesties voor curriculaontwikkeling van opleidingen Uiteindelijk: doeltreffender begeleiding van ingewikkelde organisatieveranderingen Wetenschappelijke bijdrage in de vorm van een dissertatie Looptijd 01 januari 2019 - 01 januari 2023 Aanpak Social construction, conversaties/personal coaching, observatie en vragenlijstonderzoek.