ObjectiveTo evaluate the effectiveness of psychosomatic therapy versus care as usual in primary care for patients with persistent somatic symptoms (PSS).MethodsWe conducted a pragmatic, two-armed, randomised controlled trial among primary care patients with PSS in the Netherlands that included 39 general practices and 34 psychosomatic therapists. The intervention, psychosomatic therapy, consisted of 6–12 sessions delivered by specialised exercise- and physiotherapists. Primary outcome measure: patient's level of functioning. Secondary outcomes: severity of physical and psychosocial symptoms, health-related quality of life, health-related anxiety, illness behaviour and number of GP contacts.ResultsCompared to usual care (n = 85), the intervention group (n = 84) showed no improvement in patient's level of functioning (mean difference − 0.50 [95% CI -1.10 to 0.10]; p = .10), and improvement in health-related anxiety (mean difference − 1.93 [95% CI -3.81 to −0.04]; p = .045), over 12 months. At 5-month follow-up, we found improvement in physical functioning, somatisation, and health-related anxiety. The 12-month follow-up revealed no therapy effects. Subgroup analyses showed an overall effect in patient's level of functioning for the group with moderate PSS (mean difference − 0.91 [95% CI -1.78 to −0.03]; p = .042). In the year after the end of therapy, the number of GP contacts did not differ significantly between the two groups.ConclusionWe only found effects on some secondary outcome measures, and on our primary outcome measure especially in patients with moderate PSS, the psychosomatic therapy appears promising for further study.Trial registration: the trial is registered in the Netherlands Trial Registry, https://trialsearch.who.int/Trial2.aspx?TrialID=NTR7356 under ID NTR7356.
MULTIFILE
De leraar basisonderwijs van de toekomst zal naast kennisoverdracht ook sterk erop gericht zijn zijn of haar leerlingen op hun eigen ontwikkelingsniveau kennis te leren toepassen en problemen te leren oplossen. Daarvoor is een ander rollenrepertoire voor de leraar van belang geworden: relevante oefenmaterialen en oefeningen ontwerpen en rolpatronen als coaching, uitdagen, diagnostische rol, monitoren van ontwikkeling, zelf voordoen en feedback geven, evalueren. Het dilemma van deze tijd is dat lerarenopleiders die de leraar van de toekomst moeten opleiden zelf zijn grootgebracht met kennisoverdracht als dominant didactisch paradigma. Om deze lerarenopleiders op inspirerende wijze te helpen hun opleidingen toekomstgerichter te maken dient dit veranderingsproject.
Dit rapport is een een discussienota en heeft als doelstelling: het aanreiken van een streefmodel en - in beperkte mate - een methodologie, instrumenten en technieken voor vraaggestuurd opleiden binnen Fontys. Ook wordt aandacht besteed aan strategische beleidsvorming om vraaggestuurd opleiden in de instituten te realiseren.
Het RAAK-mkb onderzoeksproject 'Praktische Predictie: de ontwikkeling van een Clinical Decision Support Tool voor fysiotherapie bij de lage rugpijn' heeft zich gericht op het ontdekken van de persoonskenmerken (onder meer ernst en type van rugpijn, manier waarop iemand hiermee omgaat, verdere gezondheid, en herstelverwachting van patiënt) die het beloop van beginnende rugklachten voorspellen. Aan de hand van deze kenmerken is een algoritme gemaakt voor het voorspellen van een vertraagd herstel. Dit algoritme, ontwikkeld met machine learning technieken, is vervolgens verwerkt in een screening tool waarin een voorspelling gegeven en, op een inzichtelijke manier aan de patiënt, gepresenteerd kan worden. Het gebruik en toepassing van de tool in de dagelijkse praktijk is nog niet zo eenvoudig. Het vereist kennis van diagnostische en prognostische onderzoeksmethoden, kennis over hoe de uitkomsten te vertalen zijn naar de klinische praktijk en dus naar de individuele patiënt, en het vereist communicatievaardigheden om de uitkomsten van de tool met de patiënt te bespreken om te komen tot gezamenlijke besluitvorming ('shared decision making'). Om de praktiserende fysiotherapeut of de student fysiotherapie hiervoor toe te rusten wordt uitgaande van de ontwikkelde tool een zelfstandig te doorlopen online onderwijsmodule ontwikkeld over diagnostisch en prognostisch onderzoek, ‘Clinical Decision Support Tools’, en gedeelde besluitvorming in relatie tot ‘Clinical Decision Support Tools’. De onderwijsmodule zal bestaan uit opdrachten en quizzen (met directe feedback), en kennisclips. De onderwijsmodule wordt verspreid onder de projectpartners van het 'Praktische Predictie' project en geïmplementeerd in de bachelor en masteropleidingen fysiotherapie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en Saxion Hogeschool. De online onderwijsmodule zal tevens beschikbaar worden gesteld op bestaande online platformen voor fysiotherapieonderwijs. Daarnaast zullen er werkvormen ontwikkeld worden om de onderwijsmodule in het onderwijs te gebruiken.
Recente ontwikkelingen op het gebied van microfluïdica en microreactoren maken het mogelijk verschillende laboratoriumtesten te miniaturiseren.Deze zogenaamde “lab-on-a-chip” technologieën maken diagnostische testen buiten het laboratorium (point of care testing) mogelijk.Voor medische testen hoeven artsen geen monsters meer op te sturen naar een gespecialiseerd laboratorium en te wachten op de uitslag, de gegevens kunnen meteen gelezen worden en eventuele therapie direct gestart of daarop aangepast worden. Desondanks loopt de toepassing van de “lab-on-a-chip” technologie in de praktijk achter bij de verwachtingen. De omzetting van idee tot device vergt vaak grote investeringen. Voor het aantonen van de toepasbaarheid van een idee zijn veelal al dure investeringen in productiemiddelen en geconditioneerde ruimten noodzakelijk, terwijl het benodigde geld voor de investeringen alleen verkregen kan worden als kan worden aangetoond dat het idee werkt (“valley of death”). Printtechnologieën kunnen op dat punt een uitkomst bieden. Inkjetprinten, plasmaprinten en 3D-printen zijn relatief eenvoudige, goedkope en flexibele technieken die bijna overal kunnen worden toegepast en ze zijn ook nog eens geschikt voor biologische materialen. In dit project willen we met een combinatie van verschillende printtechnieken (inkjet-, plasma- en 3D printen) een platform genereren waarmee MKBers middels prototypes de haalbaarheid van hun idee met betrekking tot een bio(medische) sensor kunnen aantonen. Door gebruik te maken van een innovatieve detectiemethode, recent ontwikkeld aan de Technische Universiteit Eindhoven, willen we een volledig geprinte sensor produceren die met een smartphone uit te lezen is. We zullen twee praktijkgerichte toepassingen als demonstrator uitwerken. Als eerste een sensor die een ernstige longontsteking van een onschuldige verkoudheid kan onderscheiden, door detectie van het ontstekingseiwit ‘C-reactief eiwit (CRP)’. Als tweede een sensor die snel en eenvoudig de spiegels van een nieuwe oncologische biomarker kan meten en gebruikt kan worden bij de diagnostiek van bepaalde soorten tumoren en het meten van de therapeutische respons.