Background: Malnutrition is an important cause of the excessive morbidity and mortality rate of dialysis patients. Frequent nocturnal home hemodialysis (NHHD) has many benefits compared with conventional thrice-weekly hemodialysis (CHD), due to the virtual absence of dietary restrictions and a much higher overall dialysis efficiency. In this observational study, we investigated whether these benefits of NHHD translate into an improved nutritional intake, with a special emphasis on protein intake. Methods: We prospectively assessed the effect of the transition of CHD to NHHD on nutritional intake (5-day dietary intake journal), normalized protein catabolic rate, and anthropometric parameters in 15 consecutive patients who started NHHD in our center between 2004 and 2009 and completed at least 8 months of follow-up. Data were collected before the transition from CHD to NHHD and 4 and 8 months after the transition. Results: Protein intake, as measured by both dietary intake journal and normalized protein catabolic rate, increased significantly after the transition from CHD to NHHD. Accordingly, phosphate intake increased significantly; however, serum phosphate levels did not increase, despite negligible phosphate binder use during NHHD. Body mass index and upper arm muscle circumference did not change significantly. Conclusion: The transition from CHD to NHHD has a positive effect on nutritional intake, in particular, protein intake. NHHD should be considered in malnourished patients on CHD. © 2012 National Kidney Foundation, Inc.
DOCUMENT
Is een laag-koolhydratendieet effectiever dan een energiebeperkt dieet bij de behandeling van overgewicht? Welke veranderingen in lichaamssamenstelling, kwaliteit van leven en type eetgedrag zijn er na acht weken te meten?
DOCUMENT
Tweedejaars Toegepast biologie studenten hebben onderzoek gedaan naar lisdodde als voer voor in de krekelkweek.
DOCUMENT
Insecten vormen een nieuwe eiwitbron voor in bijvoorbeeld zalmvoer. Insectenmeel kan daarin voor een groot deel het minder duurzaam geproduceerde vismeel en sojameel vervangen. Bijkomend voordeel is dat je deze insecten op agrarische reststromen kunt kweken. Doel van dit onderzoek is de kweek van insecten voor gebruik in aquacultuurvoeder beter te ondersteunen. Naast onderzoek gebeurt dit ook door het onderwijs op dit gebied uit te breiden.
DOCUMENT
Lokaal voedsel heeft vele voordelen, zoals het verbinden van producenten consument, een mogelijke vermindering van voedselkilometers en een meer vanzelfsprekend seizoensgebonden dieet. In dit essay beargumenteert Esther Veen echter dat we het begrip ‘lokaal’ te eenzijdig benaderen, waardoor we het niet ten volle benutten. Als we het over lokaal hebben, gaat het immers vaak over korte ketens tussen boer en burger, of over mensen die hun eigen eten verbouwen. Zonder het belang van dat soort initiatieven te willen bagatelliseren, is het belangrijk om te beseffen dat het bereik ervan relatief beperkt is. Daarom stelt ze voor om te inventariseren wat de stedeling van vandaag lokaal geproduceerd zou willen zien, en om te proberen daarbij aan te sluiten. Omdat de Flevolandse stedelijke bevolking erg divers is, kan dat betekenen dat we verder moeten kijken dan lokaal geproduceerde aardappelen en wortelen, en ons moeten richten op lokale sopropo, vissaus en tempeh.
DOCUMENT
Waterlinzen is een ondergewaardeerd gewas. Ondanks dat het al sinds jaar en dag als “watereitjes”op het menu staat in Zuidoost Azië en ondanks dat de FAO in haar rapporten regelmatig heeft gewezen op de potentie van waterlinzen als hoogwaardig en voedzaam eiwitgewas, is de teelt en het gebruik hiervan in het dieet voor mens en dier in Europa nooit echt van de grond gekomen. Dat is jammer, omdat waterlinzen met een opbrengst (onder Nederlandse omstandigheden) van 20 ton droge stof per hectare en een eiwitgehalte van tot 30 à 40% per hectare per jaar bijna 10 x zoveel eiwit oplevert als soja, het nu meest bekende eiwitgewas. En dat terwijl we in Europa, maar zeker ook in de rest van de wereld, een sterk groeiende marktvraag naar (plantaardig) eiwit zien. Dit boekje geeft als aanloop op een bredere (her)introductie van dit gewas alvast een aantal heerlijke recepten op basis van waterlinzen, inclusief een handleiding om waterlinzen voor eigen gebruik op een voedselveilige manier te telen.
DOCUMENT
Het monitoren van ratten- en muizenpopulaties is een noodzaak en er zal altijd gezocht worden naar manieren om dit zo effectief mogelijk te doen. Monitoren kan onder andere aan de hand van een lokaas in een lokaasdoos. De hoeveelheid lokaas die daaruit geconsumeerd wordt door de knaagdieren geeft een beeld van de populatiegrootte. Hiervoor moet het monitoringslokaas kunnen concurreren met al aanwezig voeder zoals veevoer, vogelvoer of afval. Een goede monitoring is dus afhankelijk van een smakelijk lokaas. Het dieet van wilde ratten en muizen bestaat voornamelijk uit granen, vruchten, noten en niet te vergeten insecten. Dit laatste is een ingrediënt dat nog niet eerder is gebruikt in een monitoringslokaas. Toch zijn insecten de potentiële sleutel tot een betere monitoring. Insecten zijn namelijk een goede bron van eiwitten. New Generation Nutrition (NGN) is een bedrijf dat gespecialiseerd is in het maken van diervoeders op insectenbasis. Zij willen ook monitoringslokazen op insectenbasis gaan produceren. De vraag blijft echter: functioneren deze diervoeders als monitoringslokazen? Dit hebben studenten van de HAS Hogeschool in Den Bosch, in opdracht van NGN onderzocht.
DOCUMENT
Een gezond en duurzaam dieet begint bij een gezonde voedingsbodem. Tijd voor een beter begrip van microscopisch leven, de stille regisseurs van de duurzame transitie. Wat is het effect van een plantaardig dieet op ons eigen darmmicrobioom en het bodemleven? En is microscopisch leven de ideale alternatieve bron van eiwitten? Micro-organismen zijn niet alleen belangrijk voor gezond voedsel uit een gezonde bodem, maar zijn zelf ook een belangrijke bron van eiwitten. Hoe kunnen microben de transitie naar een duurzaam dieet versnellen? Hoe zorgen we dat de transitie niet alleen bijdraagt aan een beter milieu, maar ook aan een gezonder dieet.De Koplopers over de eiwittransitieIn een tweeluik van De Koplopers onderzoeken we de eiwittransitie grondig. Deze eerste aflevering richt zich op de psychologische en politieke hindernissen die we tegenkomen op de weg naar een dieet rijk aan plantaardige eiwitten.Vergroenen, verduurzamen, innoveren. De ambities voor Nederland zijn groot, maar de realiteit is weerbarstig. In de serie De Koplopers ontmoet Teun van de Keuken mensen die oplossingen van de toekomst nu al in de praktijk brengen. Wat kunnen we van de koplopers leren?
LINK
Stelt een eerstelijnsdiëtist een diëtistische diagnose? Gebruikt ze nutritional assessment? Stelt ze SMARt-doelen op? Het lectoraat Gewichtsmanagement van de Hogeschool van Amsterdam onderzocht deze en andere vragen in het DIEET-project.
DOCUMENT
De kweek van vis en de vraag naar visvoer groeit wereldwijd enorm. Voor een verdere duurzame groei is de visvoer industrie op zoek naar alternatieve eiwitbronnen die duurzaam zijn en zo min mogelijk concurreren met bronnen geschikt voor humane consumptie. Eiwit uit zeewier kan in potentie een duurzaam alternatief zijn voor bijvoorbeeld het momenteel veel gebruikte sojameel of vismeel en visolie. ZEEVIVO focust zich in dit deel project op de vervanging van soja en onderzoekt daarom in werkpakket C of eiwit uit zeewier een geschikt alternatief is voor de sojacomponent in visvoer. De activiteiten binnen ZEEVIVO werkpakket C hebben als doel het selecteren en karakteriseren van op zeewier gebaseerde eiwitgrondstoffen voor visvoeders. Als eerste worden alle relevante eisen vastgesteld waaraan het zeewiereiwitconcentraat moet voldoen om gebruikt te kunnen worden door de visvoerindustrie. Vervolgens wordt, door middel van een uitgebreide screening met behulp van in vivo proeven, een selectie gemaakt uit de beschikbare zeewiereiwitconcentraten.
DOCUMENT