The Internet and computers increasingly determine our daily lives. This goes for almost everyone in the Netherlands. Still, it is mostly teenagers who are well informed on how to use all the possibilities of new technologies. They are building a digital world of their own that parents usually know very little about. This booklet intends to inform teachers, parents and other interested parties on what teenagers are actually doing online and how important it is to keep abreast of the new developments that the Internet and computers bring into their world. On the basis of research into these issues in the Netherlands and abroad we attempt to indicate what the digital world of teenagers looks like and how it differs from that of grown-ups. What do they do, exactly, and why? We also look into teenagers’ ICT behaviour and into dangers and abuse of the Internet. Moreover we provide tips for parents and teachers on how to handle certain phenomena. This book does not pretend to provide an exhaustive overview of the digital world of teenagers. It is focused on some important characteristics and parts of that world. It reports on research of the INHOLLAND Centre for eLearning into various aspects of ICT behaviour among teenagers. The research was undertaken in the spring of 2006, focusing mainly on texting, networking, gaming, dangers and abuse on the Internet and the digital relation between school and the home. Ultimately we are especially concerned with the question of what teenagers really learn in their digital world, and how education can profit. This book also addresses that issue.
Can you remember the last time the ground gave way beneath you? When you thought the ground was stable, but for some reason it wasn’t? Perhaps you encountered a pothole on the streets of Amsterdam, or you were renovating your house and broke through the floor. Perhaps there was a molehill in a park or garden. You probably had to hold on to something to steady yourself. Perhaps you even slipped or fell. While I sincerely hope that nobody here was hurt in the process, I would like you to keep that feeling in your mind when reading what follows. It is the central theme of the words that will follow. The ground beneath our feet today is not as stable as the streets of Amsterdam, your park around the corner or even a poorly renovated upstairs bedroom. This is because whatever devices we use and whatever pathways we choose, we all live in hybrid physical and digital social spaces (Kitchin and Dodge 2011). Digital social spaces can be social media platforms like Twitter or Facebook, but also chat apps like WhatsApp or Signal. Crucially, social spaces are increasingly hybrid, in which conversations take place across digital spaces (WhatsApp chat group) and physical spaces (meeting friends in a cafe) simultaneously. The ground beneath our feet is not made of concrete or stone or wood but of bits and bytes.
This introduction to the special issue on events as platforms, networks, and communities reviews recent research on these subjects. It outlines the previous work of the ATLAS Events Group in developing a “network approach to events,” as well as conceptualizing the differences between event networks and platforms.
MULTIFILE
Met behulp van de aangevraagde KIEM-subsidie willen het lectoraat Netwerkcultuur (Hogeschool van Amsterdam), Domein voor Kunstkritiek, Archined en Kritiklabbet (Zweden) het onderzoek naar (innovatieve vormen van) kunstkritiek internationaal bevorderen door binnen verschillende disciplines en landen een gezamenlijk Europees projectvoorstel vorm te geven. Dit voorstel zal gericht zijn op de ontwikkeling van een platform ten behoeve van kritische reflectie op kunst en cultuur: een cruciaal onderdeel van democratische samenlevingen gericht op de toekomst. Door uitwisseling van ervaringen, tools, netwerk en best practices, zullen kunst- en cultuurredacties, instituties en platforms de krachten bundelen op een manier waarbij lokale identiteit en taal gewaarborgd is. Door twee bijeenkomsten te organiseren beoogt het lectoraat een internationaal consortium op te stellen en een onderzoeksvoorstel op te stellen en indienen, binnen de regeling Creative Europe of vergelijkbaar.
Motivatie Het versterken van de samenwerking tussen relevante lectoraten door het ontwikkelen van een multidisciplinaire onderzoeksagenda op het terrein van Arbeid in de brede zin van het woord. Hierdoor kan de thematiek rondom toegang tot en behoud van arbeid vanuit meerdere kanten worden aangevlogen én kan focus en massa worden gecreëerd voor onderzoeksprogrammering en –funding. Daardoor kunnen we als lectoraten een belangrijke rol te spelen bij vraagstukken die betrekking hebben op het duurzaam (weer) aan het werk gaan én duurzaam aan het werk blijven. Achtergrond Om als individu zelfstandig en volwaardig te kunnen deelnemen aan onze participatiemaatschappij, is het hebben van werk cruciaal. Werk is echter voor mensen met minder of onvoldoende arbeids-, persoonlijk-, sociaal-, en cultureel kapitaal en/of toegang tot hulpbronnen steeds minder vanzelfsprekend. Naast traditioneel kwetsbare groepen – zoals laagopgeleiden, mensen met een chronische aandoening en migranten - zijn er nieuwe categorieën, waaronder veel middelbaar en hoog opgeleiden, voor wie het lastig is/wordt structureel betaald werk te vinden. De oorzaak ligt voornamelijk bij de toenemende digitalisering en robotisering in combinatie met de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Ook werk op academisch niveau, dat gebaseerd is op regels, bijvoorbeeld accountancy en rechtspraak, zal steeds vaker (deels) geautomatiseerd kunnen worden (Est et al. 2015, Went et al. 2015). Anderzijds zijn er sectoren, zoals techniek en ICT, die een steeds grotere behoefte hebben aan hoogopgeleid personeel en waar het lastig is om voldoende gekwalificeerde mensen te krijgen. Tot slot zien we in alle sectoren een toename van stress- en burn-out klachten, die deels gerelateerd zijn aan traditionele, functioneel ingerichte organisaties. Het bovenstaande biedt geen rooskleurig beeld voor grote groepen in de samenleving en vanuit een breed Platform Arbeid willen we de thema’s op het terrein van arbeid vanuit meerdere perspectieven benaderen en in samenhang beschouwen.
Het kabinet heeft 25 missies geformuleerd om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Deze missies richten zich op gezondere levensjaren, voldoende schoon water en veilig voedsel, minder uitstoot van broeikasgassen, betaalbare duurzame energie en een veilig Nederland om in te wonen en te werken. Ambitieuze doelen moeten ondernemers en onderzoekers uitdagen tot baanbrekende oplossingen en bijdragen aan de concurrentiekracht van Nederland. Voor een klimaatbestendig, waterrobuust, duurzaam, gezond en veilig Nederland zijn zowel grote als kleine oplossingen nodig. De missies openen deuren voor nieuwe startups, mkb’ers, consortia van maatschappelijke organisaties en samenwerkingsverbanden met burgers. Het realiseren van deze missies vraagt ook om samenwerking over grenzen van topsectoren en landen heen. De Hogescholen voor Groen Onderwijs: Aeres, HAS, Inholland en Hogeschool Van Hall Larenstein werken samen in het Center of Expertise Groen om met voldoende focus en massa bijdragen te leveren aan maatschappelijke opgaven waarvoor de groene sectoren staan. Deze opgaven zijn vertaald naar meerjarige missies in de Kennis en Innovatie Agenda (KIA) voor het groene domein. Binnen de Missie Landbouw, Water en Voedsel wordt gewerkt aan noodzakelijke transities, die tevens een grote verwevenheid kennen met andere maatschappelijke sectoren. Samen met partners uit het groene domein alsook uit de publieke- en private sectoren, realiseert het CoE Groen een krachtige onderzoeksgroep die op maatschappelijk relevante thema’s nieuwe kennis ontwikkelt die daadwerkelijk van betekenis is. De onderzoeksgroep richt zich de eerstkomende jaren op 7 thema’s: (1) Veerkracht (resilience) van natuurlijke bronnen (2) Herontwerp (redesign) agrifood productiesystemen (3) Vitaliteit in stad en leefomgeving (4) Gezond voedsel met meerwaarde (5) Digitalisering en High tech (6) Nieuwe businessmodellen (7) Governance. Voor de SPRONG naar een krachtige onderzoeksgroep wordt ingezet op het vergroten van zichtbaarheid, het opleiden en verbinden van onderzoekslijnen, (regionale) netwerkontwikkeling, het verbeteren van kwaliteit van onderzoek en het realiseren van maatschappelijke impact.