Verkenning: Naar een programmalijn Circulaire Economie vanuit het Economisch domein. De provincies Overijssel en Gelderland zetten in op het (door) ontwikkelen van de regio(*) tot een duurzaam en goed vestigingsklimaat. Dit doen zij door het ondersteunen en ontwikkelen van innovatieve bedrijven en overheden waardoor toonaangevende en impactvolle steden en regio’s ontstaan, waardoor haar concurrentiepositie binnen Nederland en Europa versterkt kan worden. Circulariteit is hierbij een belangrijk thema. Saxion ziet mogelijkheden om hieraan bij te dragen door sterk onderzoek en onderwijs op het gebied van circulaire economie. Daarbij staat de succesvolle ontwikkeling en toepassing van innovaties centraal. De complexiteit van innovaties vraagt om technologische kennis maar ook inzicht in de behoeften bij consumenten, het inspelen op nieuwe trends in de (internationale) markt, bedrijfskundige toepassingen en good governance. Om gezamenlijk met andere partijen tot vernieuwing te komen, is bundeling van onderzoek en synergie tussen economie en technologie een voorwaarde. Voor deze vernieuwing is samenwerking en synergie tussen de lectoraten uit het technisch en economisch domein belangrijk. Samengevat kan praktijkgericht onderzoek binnen de programmalijn (het zwaartepunt) circulaire economie van Saxion als volgt worden samengevat: Kennis van technologie: lectoraten uit het technisch domein Innovaties ontwikkelen en toepassen: lectoraten uit technisch en economisch domein Managen van deze innovaties: lectoraten uit het economisch domein
MULTIFILE
BREDE ECONOMISCHE BLOEI Den Haag groeit harder dan in de periode voor 2019, zowel economisch (bbp) als wat betreft werkgelegenheid. Deze groei is echter minder dan in de andere drie grote steden. De Haagse economie groeit al meerdere decennia minder hard dan andere grote steden en zelfs dan Nederland gemiddeld. Vanuit historisch perspectief valt de achterblijvende groei van Den Haag te verklaren. Een belangrijke verklaring is, naast de sectorstructuur van de Haagse regio met veel overheid en zorg en relatief weinig hoogproductieve sectoren, de lage score op de vestigingsplaatsfactoren innovatieve clusters, kennisinfrastructuur en talent. Ook het gebrek aan ruimte is een terugkerend thema. Het verschil in groei wordt wel kleiner en het is sinds 2007 geleden dat Den Haag groeit in het tempo van de laatste jaren (vanaf 2019). De verklaringen voor de achterblijvende groei worden uitgelicht in Intermezzo 3: verder terugkijken op economische groei Den Haag. Net als andere grote steden kent Den Haag een beneden gemiddelde score op een groot aantal aspecten van Brede Welvaart Den Haag scoort net als veel andere grote steden goed op nabijheid van voorzieningen en werk. Den Haag behoort tot de top van Nederland op dit gebied. Het grote aanbod van werk en voorzieningen maakt Den Haag net als andere grote steden aantrekkelijk om te wonen. Tegelijkertijd is er ook een relatief grote groep die minder verdient en leeft in (relatieve) armoede. Dit verdeelde beeld is een algemeen kenmerk van grote steden. Het zijn ook plekken waar sociale problematiek samenklontert en waarin niet alleen hoogopgeleide kenniswerkers wonen maar ook mensen met een sociaaleconomische achterstand. Dit uit zich in relatief lage scores op arbeidsparticipatie, hoge werkloosheid, veel geregistreerde misdaden, een relatief hoge mate van ervaren onveiligheid en een lage ervaren gezondheid. Deze bevindingen zijn beschreven in Intermezzo 1: Brede Welvaart: stad van contrasten. Grote steden hebben agglomeratievoordelen, maar ook -nadelen De hoge concentratie aan inwoners en economische activiteit heeft ook een keerzijde. Den Haag scoort net als veel andere gemeenten relatief slecht op tevredenheid met de woonomgeving, milieukwaliteit en fijnstofemissies. Ook de hoeveelheid natuurgebied scoort laag, maar de nabijheid van kust en duingebied is positief. In 2023 nam de groei sterk af in Nederland er wordt een gematigde groei verwacht voor 2024 De verwachting is dat de economie in 2024 aantrekt. Raboresearch verwacht voor heel Nederland een groei van 0,7% in 2024. Dit komt vooral door een toename in consumentenbestedingen als gevolg van loonstijging en stabiliserende prijzen. De prognose is gematigd omdat Raboresearch verwacht dat we nog tot het laatste kwartaal van 2024 moeten wachten op renteverlagingen en de daaropvolgende bedrijfsinvesteringen grotendeels pas na 2024 een effect zullen sorteren. Ook de arbeidsmarktkrapte is een rem op de groei. Voor de regio Den Haag (agglomeratie ’s-Gravenhage) prognosticeert Raboresearch een groei van tussen de 0% en 0,5%.9 8 ATTRACTIEVE STAD Den Haag behoort tot de top van aantrekkelijke steden De voorzieningen, historische binnenstad en opties voor opleidingen en banen zijn sterke punten. De veiligheid, woonomgeving en bereikbaarheid zijn aandachtspunten. De combinatie van stad en strand blijven trekkers voor binnenlandse toeristen. In 2022 is ook het herstel van zakelijke overnachtingen en congressen ingezet. Dit zet door in 2023 maar is nog niet op het pre-corona niveau. Bevolkingsgroei door vestiging van migranten In een aantrekkelijke stad willen mensen graag (komen) wonen. In 2023 groeide de Haagse bevolking met 1,7 procent. De groei wordt voornamelijk gedreven door een vestigingsoverschot. In 2023 hebben zich 8.400 meer mensen gevestigd in Den Haag dan dat er vertrokken zijn. De prognose is dat de groei zich de komende jaren voortzet en dat de stad in 2027 haar grens van 600.000 Hagenaren passeert. In Intermezzo 2 komt naar voren dat arbeidsmigratie veelzijdig is. De komst van (arbeids)migranten heeft zowel positieve als negatieve gevolgen. Deze gevolgen zijn van belang in de beslissingen in welke richting de gemeente zich in de toekomst wil ontwikkelen. VEERKRACHTIGE STRUCTUUR Lage arbeidsproductiviteit in combinatie met krappe arbeidsmarkt punt van aandacht In Nederland is er bezorgdheid over de achterblijvende arbeidsproductiviteit en de verschuiving van hoogproductieve sectoren naar laagproductieve sectoren. In Den Haag blijft de arbeidsproductiviteit nog verder achter en ligt de groei van de productiviteit op een lager niveau. Deels omdat in de voor Den Haag belangrijkste sectoren overheid, onderwijs en zorg de productiviteit lager ligt en langzamer stijgt. Maar ook in andere sectoren blijft de productiviteit achter. Bij gelijkblijvende trends, zal dit leiden tot grotere verschillen in de toekomst. Ook geven ondernemers in de Haagse regio nog meer dan elders in Nederland aan last te hebben van de krappe arbeidsmarkt. Productiviteit is niet alleen belangrijk voor de concurrentiepositie van bedrijven en daarmee het verdienvermogen van de Haagse economie, maar is via de toepassing van technologie ook een medicijn tegen de hardnekkige arbeidsmarktkrapte: met minder arbeid meer waarde toevoegen. Het Haagse ecosysteem voor ondernemerschap ontwikkelt zich goed Op de Entrepreneurial ecosysteemindex is Den Haag met een positie gestegen naar plek 7. Den Haag scoort op veel factoren boven het Nederlands gemiddelde en meer specifiek hoog op verbondenheid van bedrijven in kennisnetwerken en ondernemerscultuur. Waar de stad lager scoort dan andere regio’s, is voornamelijk het investeren in nieuwe kennis. Er ontstaan relatief veel startups rond nieuwe activiteiten gerelateerd aan het overheid- en non-profit-cluster rond de stad van Vrede en Recht zoals cyberveiligheid, impacteconomie (“doing business doing good”) en recht. EXCELLENT ONDERNEMERSKLIMAAT Tekort aan personeel tempert stemming ondernemers Met de conjunctuurenquête Nederland wordt elk kwartaal de stemming onder ondernemers gemeten. Na een forse daling in 2022 herstelde het cijfer zich in 2023 voorzichtig maar is nog steeds ondergemiddeld. In de nieuwste cijfers verbeterde het sentiment vooral in de overige dienstverlening en bouwnijverheid. In de regio Den Haag ervaren de ondernemers meer dan in de andere grote steden een tekort aan passend personeel en dit speelt in vrijwel alle beroepsgroepen en sectoren. Andere belemmeringen voor Den Haag zijn een tekort aan grondstoffen, ook ervaren ze vaker problemen met financiering. Explosieve groei zzp'ers, bescheiden groei mkb en grootbedrijf Het aantal zzp’ers groeit sterk, het aantal verdubbelde in de afgelopen tien jaar. In de kleine bedrijven tot 10 werknemers neemt het aantal banen ook toe, maar met 3 procent in tien jaar is de groei bescheiden. Ook bij bedrijven met 10 tot 99 werknemers is er een bescheiden groei, het aantal banen neemt toe met 7 procent in de laatste tien jaar. Verduurzaming bij bedrijven stagneert, vooral bij kleine bedrijven De Nederlandse economie is op een schaal van 100%, voor circa 17,5% duurzaam te noemen (NEX index). De voortgang hierin stagneert de laatste jaren. Op slechts één van de zeven dimensies is er consequent groei: groene energie. De stagnatie is vooral pregnant ten aanzien van de circulaire transitie en transparantie van ketens. Bedrijven in de Haagse regio scoren gemiddeld ten opzichte van andere Nederlandse regio’s (NEX-T index). Vooral het kleinere MKB beschikt doorgaans over minder verandervermogen en investeringsruimte, waardoor het verschil in voortgang op duurzaamheid tussen grote en kleine bedrijven groeit. CO2-uitstoot en gasverbruik bij Haagse bedrijven neemt sterk af Het energieverbruik in de regio is in vergelijking met de andere drie grote steden aanzienlijk lager. Dit wordt met name door de sectorstructuur gedreven, waarbij de zware industrie in Den Haag relatief minder vertegenwoordigd is. In Den Haag is de CO2-uitstoot van bedrijven in de afgelopen jaren gehalveerd. Ook het gasverbruik is met de helft gedaald en het elektriciteitsverbruik is met een vijfde afgenomen. Het verbruik in woningen daalt ook, maar in een minder snel tempo. In het Intermezzo wordt een beeld geschetst van de ontwikkeling van het sociaal ondernemerschap in Den Haag. Er worden suggesties gedaan om de kansen van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt via sociaal ondernemerschap te verbeteren, door opdrachten te verstrekken, ruimte beschikbaar te stellen, drempels te verlagen, buurtinitiatieven te omarmen en in kaart te brengen wat er is bereikt. 11 10 RUIMTE VOOR BEDRIJVEN Ruimte voor bedrijven neemt af Uit analyse van de gemeente Den Haag blijkt dat het aantal vierkante meters vloeroppervlak voor kantoren en bedrijven (niet-kantoren) daalt. In 2022 is het totale oppervlak respectievelijk 12 en 4 procent lager dan in 2015. In de laatste vijf jaar is de daling beperkt doordat de gemeente zeer terughoudend is met transformatie. In 2022 is in het Central Innovation District, dat met 32 procent van de kantoormeters al een belangrijke rol speelt, weer een toename van de kantoorruimte. Cushman & Wakefield concluderen dat de kantorenmarkt in Den Haag ‘zeer krap’ en het krapst is onder de 10 grootste kantoorsteden op Groningen na. Ook het aanbod aan bedrijfsruimte is laag. Overal in de stad en specifiek op bedrijventerreinen: 99 procent van de terreinen zijn al uitgegeven binnen het grondgebied van de stad. Minder winkels Het aantal fysieke winkels in Den Haag daalt in 2023 met 2,1 procent. Dat is in lijn met de landelijke ontwikkeling in de afgelopen 10 jaar waar fysieke winkels plaatsmaken voor onlinewinkels.
Beroepen worden uitgeoefend in een dynamische maatschappij, die voortdurend en snel verandert. Het mbo is met alle tentakels geworteld in de samenleving. Vraagstukken rond vereenzaming, klimaatverandering en digitale transformatie raken ons allemaal. Omdat het beroepsonderwijs flexibel wil inspelen op maatschappelijke vraagstukken, volstaan eenduidige, gestandaardiseerde opleidingen steeds minder. Sinds 2013 werkt de directie Economie van ROC Nijmegen daarom aan de ontwikkeling van leeromgevingen waarin het leren in een schoolse omgeving en het leren in de praktijk met elkaar zijn verbonden. De ervaringen in Nijmegen hebben bruikbare inzichten opgeleverd over wat er op verschillende niveaus komt kijken bij de ontwikkeling van een netwerk van leeromgevingen op de grens tussen school en werk.
De, bijna oneindige, mogelijkheden van digitale (3D print)technieken prikkelen de geest en zetten aan tot creatief denken. Voorheen onmogelijke vormen worden mogelijk en kunnen op locatie en op maat worden gemaakt. Het (primair) onderwijs ziet grote potentie in 3D (print)technieken als onderwijsthema om structureel en actief mee aan de slag te gaan in de klas, om 21ste Century Skills te ontplooien bij zowel leerkrachten als leerlingen en om als thema in te zetten binnen Wetenschap & Technologie-onderwijs. De onderwijsketen is een cruciale partner in de Human Capital Agenda met haar taak om van jongs af aan kinderen op te leiden tot een moderne professional die kan uitblinken in een snel veranderende innovatie-economie. Met dat doel voor ogen zoekt het primair onderwijs structureel naar manieren om de lesprogramma’s actueel en effectief te houden. Door een toenemend aanbod van 3D (print)technieken en diensten zoeken directies, leerkrachten maar ook het team talentontwikkeling van de Gemeente Enschede naar betrouwbare experts die de scholen advies, begeleiding en (uiteindelijk) professionalisering op maat kunnen bieden. Saxion FabLab Enschede, een publieke moderne makerspace en verbonden aan Saxion Lectoraat Industrial Design, richt zich op de verbinding tussen (HBO) onderwijs, onderzoek en het bedrijfsleven. Sinds de oprichting in 2011 krijgt het FabLab ook structureel vragen vanuit het primair onderwijs (PO) om deze doelgroep hands-on in contact te brengen met moderne (3D) technieken. Waar mogelijk zijn bovengenoemde vragen opgepakt met in samenwerking met scholen en bedrijven. Knelpunten die hierbij naar voren zijn gekomen, zijn dat leerkrachten na de opstart niet weten hoe ze onvermijdelijke technische problemen moeten oplossen en/of het ontbreekt hen de kennis om een volgende verdiepende stap (zelf) te zetten. Gevolg is dat men niet verder komt dan het doen van demonstraties en/of een eerste (simpel) productje, of dat de printers stil in een hoek staan te ver-stoffen. Deze ervaringen uit Enschede zijn in lijn met conclusies van een eerder onderzoek in Flevoland (Van Keulen & van Oenen, 2015) Doel van het traject “3D in de klas” is de bundeling van krachten binnen het consortium rondom de ontwikkeling van uitdagend en uitnodigend Wetenschap & Techniek-onderwijs voor leerling en leerkracht in het primair onderwijs, door leerkrachten te scholen in 3D printen, door lesprogramma’s te ontwikkelen die verder gaan dan het ‘printen van de standaard sleutelhanger’ en door een didactische verbreding te bieden door het koppelen van kennisdomeinen. Het initiatief voor gezamenlijk onderzoek en 3D in de Klas is opgedeeld in drie delen: Deel 1) Mapping the state of the art: leren van eerdere initiatieven en de knelpunten. Deel 2) Doelgroep betrokkenheid in kaart brengen, van leerkrachten en leerlingen, inhoudelijk en organisatorisch. Deel 3) Structurele inbedding, door afstemming op en integratie in de PO-keten. Het voorliggende projectvoorstel beslaat deel 1 van dit traject. Resultaat van dit deelproject hiervan vormt de basis voor deel 2 en 3 in een vervolgtraject, mogelijk in een RAAK-publiek vorm. Saxion FabLab Enschede heeft de afgelopen jaren een actief consortium opgebouwd dat bovenstaande impasse wil doorbreken. Het consortium bestaat naast het FabLab o.a. uit: Saxion Lectoraat Industrial Design en Academie Pedagogiek en Onderwijs, ESV, Stichting Consent, Bètatechtniek, Gemeente Enschede (Team Talentontwikkeling) en het bedrijf LAYaLAY.
Mobiele netwerken vormen een drijvende kracht achter de digitalisering van onze samenleving en het verdienvermogen in alle sectoren van de economie, van industrie en energie tot logistiek en zorg. Nederlandse bedrijven zien grote kansen in 6G netwerktechnologie en toepassingen die vanaf 2030 op de markt komen. De gerichte ontwikkeling van 6G kan daarnaast sterk bijdragen aan de Nederlandse en Europese ambities op het gebied van digitale autonomie en duurzaamheid.
Een vraagarticulatieproces met projectmanagers en -leiders uit private en Triple-Helix organisaties laat zien dat zij behoefte hebben aan tools voor: 1. Het bepalen van de juiste incentives om stakeholders actief te betrekken in multi-sector collaboratieve innovatieprojecten (verder verwezen als innovatieprojecten), en 2. Het concreet, transparant en op één lijn te krijgen van de belangen van de partners. Vandaar dat dit project betreft het doorontwikkelen van het Degrees of Engagement diagram (DoE-diagram), een tool voor het managen van stakeholder engagement in innovatieprojecten voor het behalen van de maatschappelijke opgaven. Hiermee sluit het project aan bij de programmalijn ‘rollen, belangen en coördinatie’ van de Kennis en Innovatieagenda van de missie Maatschappelijke Verdienvermogen- thema’s Klimaat & Energie en Circulaire economie. Het consortium bestaat uit de Hogeschool van Amsterdam (HvA), KplusV en Amsterdam Smart City (ASC). De HvA ontwikkelde het DoE-diagram. Voor het identificeren van stakeholders bevat het DoE-diagram attributen op project- en organisatieniveau. In dit project wordt het DoE doorontwikkeld door onderzoek te doen naar: 1. De attributen op individuniveau en potentiele nieuwe attributen op project- en organisatieniveau, 2. De mate waarin deze attributen invloed hebben op het bepalen van de passende incentives, de concretisering van de partnerbelangen en al dan niet succesvolle verloop van innovatieprojecten, 3. Een verkenning van een digitale versie van het DoE voor het managen van in- en uitstappen van partners. Hiermee beoogt het project twee doelen: 1. Inzicht verkrijgen in stakeholderconfiguraties voor het ondersteunen van beslissingen met betrekking tot stakeholder-engagement, 2. Bouwen van een consortium van partijen die vervolg aan het project gaan geven door longitudinaal onderzoek te doen naar de inzet van de uitbreiding van het DoE-diagram en het maken van een werkend prototype en testen van de digitale versie ervan.