In this study, the construction of rumour on Twitter during a specific crisis is analysed from a discursive psychological perspective. This perspective treats psychological concepts such as identities as discursive constructions. The selected case is the robbery of a jewellery store in Deurne, a village in the Netherlands. The jeweller’s wife was said to have shot two of the robbers. Although this fact was not officially confirmed, people used particular discursive strategies to present the act of the jeweller’s wife as factual, which influenced the way the media reported on this case, as well as the reaction of the prosecutor, which was described as premature. Four dominant discursive patterns were detected, that is: normalizing the act, evaluating the act, upgrading the act and anticipating on the consequences of the act. Furthermore, it is demonstrated how critical tweets, displaying a concern for nuancing the overall tendency of the tweets, were designed in a way that downplayed their overt critical character. Implications of the analysis for crisis communication professionals are discussed. In deze studie wordt geruchtvorming in kaart gebracht met behulp van discursieve psychologie, waarin psychologische concepten zoals identiteit worden behandeld als discursieve constructies. De casus betreft een juwelenrook in Deurne, Nederland, waarbij de vrouw van de juwelier ervan beschuldigd werd twee overvallers te hebben doodgeschoten. Deze beschuldiging werd als feit behandeld op sociale media, ook al was dit nog niet officieel bevestigd. Dit beïnvloedde zowel de nieuwsberichtgeving, als de reactie van de officier van justitie in de media. Vier dominante discursieve patronen werden ontdekt in de discussie over de vermeende daad: normaliseren, evalueren, upgraden en anticiperen op de gevolgen. Ook wordt gedemonstreerd hoe tweets die nuance aanbrengen in de discussie, voorzichtig worden geformuleerd, waardoor het kritische karakter ervan wordt geminimaliseerd. Implicaties voor professionals in risiscommunicatie worden besproken.
LINK
Het aantal risico's dat kan leiden tot crises in onze samenleving neemt toe. Of we het willen of niet, technologische risico's horen bij het leven in de industriële samenleving en ongelukken zijn 'normale' ongelukken geworden (Beck, 1992). Maar ook de mondige consument, de kritische journalist, toenemende media-aandacht en een verscherpte toonzetting in de berichtgeving zijn voorbeelden van triggers die de dynamiek van een crisis sterk kunnen beïnvloeden. Het onderzoek naar oorzaken van crises vraagt om een interdisciplinaire benadering (Kiser &Ostrom, 1982). Op het microniveau zou een crisisbenadering zich op de rol van individuen concentreren. Mensen construeren zelf, ook in interacties, de risico's die zij ervaren. In dit artikel wordt een microbenadering voorgesteld specifiek voor de communicatiefunctie en wel vanuit een lekenperspectief.
GasTerra is, als exclusieve verkoper van het gas uit de Groningse bodem, een cruciale ketenpartner in de energiesector in Nederland. Om deze strategische positie goed te kunnen vormgeven wil GasTerra de beeldvorming in de Nederlandse samenleving over gas en GasTerra analyseren. Men wil inzicht in of en hoe de rol van gas in de Nederlandse samenleving besproken wordt. GasTerra vraagt daartoe naar een verdiepende analyse van de vorming van de publieke opinie rondom de positie en het imago van gas en GasTerra in het bijzonder. Het lectoraat Communication & Sustainable Society van de Hanzehogeschool Groningen heeft opdracht gekregen onderzoek te verrichten. Een verdiepende discoursanalyse naar de kracht en werking van frames moet inzicht geven en richting geven aan de tone of voice die GasTerra hanteert in haar communicatiestrategie. Ook is er een Rapid Evidence Assessment uitgevoerd om inzicht te verkrijgen in de meest actuele wetenschappelijke stand van zaken rond het gasdebat en opvattingen daaromtrent.
In dit onderzoek ontwikkelen we een online leeromgeving voor interactie tussen zorgprofessionals en patiënten met chronische pijn. De aanleiding voor dit onderzoek zijn verzoeken van zorgprofessionals: in hun gesprek met patiënten komt men veelal niet tot overeenstemming over de oorzaken van die chronische pijn. Een dergelijke overeenstemming is echter noodzakelijk voor een succesvol behandelingstraject. Behandelaars geven aan dat veel patiënten terughoudend zijn in het bespreken van de psychologische en sociale oorzaken van hun pijn en de beperkingen die zij daarbij dagelijks ervaren. Patiënten weerleggen bijvoorbeeld voortdurend de ‘beschuldiging’ van zorgprofessionals dat hun klacht ‘tussen de oren’ zou zitten. Dit is een voorbeeld van een patroon in de interactie over chronische pijn. Het blijkt dat de zorgprofessional vaak onvoldoende inzicht heeft in de manier waarop patiënten met chronische pijn communiceren en de effecten van de eigen communicatiepraktijken. Hierdoor sluit de zorgprofessional te weinig aan bij deze doelgroep. Gevolg hiervan is dat er onvoldoende contact gemaakt wordt met de patiënt. Dit leidt er mogelijk toe dat de doeleinden van de behandeling niet gehaald worden. Dat kan beter: de zorgen van een patiënt over het gesprek kunnen onderdeel worden van dat gesprek. Online leeromgevingen voor het oefenen van deze gesprekken kunnen daarbij van pas komen. Behandelaars geven namelijk aan dat ze bij voorkeur tijds- en plaatsonafhankelijk leren. Deze behoefte is versterkt door de maatregelen tijdens de Coronapandemie. Bovendien blijkt uit onderzoek dat een dergelijke omgeving geschikt is voor het ontwikkelen van communicatieve vaardigheden en door gebruikers/lerenden ook als waardevol wordt beschouwd. In dit onderzoek verkennen we de voorwaarden waaraan een online leeromgeving voor de doelgroep ‘behandelaars van patiënten met chronische pijn’ moet voldoen. Daarnaast exploreren we de knelpunten in interactie tussen behandelaars en patiënten met chronische pijn, zodat we kunnen aangeven welke kansen er zijn tot verbetering van de gesprekken.
Veel thema’s worden online, op sociale media bediscussieerd. Zo ook de terugkeer van wilde dieren in Nederland. Deze discussies kunnen groepsvorming en polarisatie tot gevolg hebben. Communicatieprofessionals van publieke organisaties zijn op zoek naar handvatten om hier mee om te gaan.
Veel thema’s worden online, op sociale media bediscussieerd. Zo ook de terugkeer van wilde dieren in Nederland. Deze discussies kunnen groepsvorming en polarisatie tot gevolg hebben. Communicatieprofessionals van publieke organisaties zijn op zoek naar handvatten om hier mee om te gaan.Doel Dit onderzoeksproject heeft tot doel inzicht te verkrijgen in de psychologische kwesties, zoals emoties en identiteiten, die relevant worden gemaakt in (online) interacties over wildlife comeback. Deze inzichten worden meegenomen in de ontwikkeling van een training voor communicatieprofessionals. Resultaten Het resultaat is een training die communicatieprofessionals in het publieke domein en communicatiestudenten handvatten kunnen bieden bij het (online) communiceren over wildlife comeback, maar evengoed bij andere kwesties en toepassingsgebieden. Looptijd 05 september 2022 - 04 september 2026 Aanpak Gesprekken op sociale media en transcripten van offline gesprekken worden geanalyseerd door middel van discursieve psychologie. Dit is een theoretische en analytische benadering van het discours, waarbij geschreven en gesproken teksten worden gezien als onderdeel van sociale praktijken en als zodanig worden bestudeerd.