Deze notitie betreft de gezamenlijke onderzoeksvisie van de onderzoeksgroep Welzijn en Empowerment. De onderzoeksgroep bestaat uit de lectoraten Jeugd en Samenleving, Dynamiek van de Stad en Empowerment & Professionalisering. Samen met de onderzoeksgroep Gezondheid & Zelfmanagement vormen wij het expertisecentrum De Gezonde Samenleving van de Faculteit Gezondheid, Sport en Welzijn van Hogeschool Inholland. Dit expertisecentrum verbindt domeinen als zorg, welzijn, sport en technologische innovatie in zorg en welzijn.
DOCUMENT
Nederland moet innoveren. Technologisch, bestuurlijk, mentaal. Concurrentievermogen, echnologisch bijblijven zijn aanduidingen die in dit kader vaak worden gebruikt. Diverse commissies en organisaties, waaronder het innovatieplatform en Syntens, zijn inmiddels in het leven geroepen om het tempo van de technologische innovatie in Nederland omhoog te krijgen. Maar de vraag is of die werkelijk erop inspelen dat succesvolle toepassing en ontwikkeling van nieuwe technologieën van onderop komen (“bottom up”). Topdown beleidskaders bij zowel ICT als bestuurlijke als mentale innovatie hebben alleen een rol bij het verder opschalen van innovatieve successen, niet bij richting geven en realiseren. De bestuurlijke inrichting van Nederland moet op dit gegeven op korte termijn tegen het licht worden gehouden.
DOCUMENT
Op 28 september 2017 is Annette Klarenbeek officieel benoemd als lector van de programmalijn ‘gesprek’ van het HU-lectoraat Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein (PubLab). In deze openbare les vertelde ze wat gespreksanalyse kan betekenen voor een succesvolle communicatiestrategie.
DOCUMENT
Vier jaar geleden is het IMPACT-lectoratenprogramma goedgekeurd en gesubsidieerd door het ministerie van Economische Zaken (EZ) . Dit gezamenlijke hoger agrarisch onderwijs (HAO)-brede lectoraatsprogramma is ontwikkeld in een samenwerking tussen EZ en de HAO-instellingen: Aeres Hogeschool Wageningen, Dronten, Hogeschool Inholland, HAS Hogeschool en Van Hall Larenstein. Focus: transities in het agro-food domein. In deze uitdagende context stelde IMPACT een aantal cruciale vragen, zoals: hoe werkt transitie in het agro-food domein en wat is er voor nodig in het onderwijs? Hoe stimuleren we fundamentele systeemveranderingen, wat is daarvoor nodig? Wat werkt, wat niet? Bovenstaande vragen zijn leidend geweest in het onderzoek van de afgelopen vier jaar. Deze vraagstukken zijn vanuit vijf verschillende invalshoeken benaderd en bestudeerd: vanuit ondernemerschap met de zoektocht naar betekenisvolle alternatieve (circulaire) bedrijfsmodellen (Aeres Hogeschool Dronten, HAS Hogeschool), vanuit het doorgronden van processen van sociale innovatie als motor voor transitie (Inholland), vanuit de zoektocht naar gezonde en duurzame voeding als preventiemiddel voor welvaartsziekten (Van Hall Larenstein) en vanuit het onderwijs, het zoeken naar hoe we de ontwikkeling van mensen in de dynamieken van duurzaamheidstransitie het beste kunnen ondersteunen, en hoe het leren en het onderwijs er dan uit zou kunnen zien (Aeres Hogeschool Wageningen). Hoewel elk van de lectoraten binnen IMPACT een specifieke focus had zijn er na vier jaar onderzoek naar transitie in het groene domein veel algemene lessen te trekken. Op deze algemene lessen, die gedurende het gehele traject steeds in gezamenlijkheid zijn opgehaald en besproken, is deze post-ambule gebaseerd. We kijken hier terug op vier jaar onderzoek naar transitie in het groene domein in het kader van IMPACT en geven wij een beeld van hoe wij binnen IMPACT als hbo-kennisprogramma het werken aan transitie in het groene domein hebben ervaren. We beginnen ons artikel met de achtergrond van IMPACT; een schets van de problemen in het agro-food domein en transitie in deze context. Daarna volgt vanuit elk van de vijf lectoraten een casus die relevant is in het licht van werken aan transitie in een hbo-kennisprogramma, vanuit deze cases trekken we algemene lessen waarmee we deze post-ambule ook tevens afsluiten.
DOCUMENT
Kijkend naar de ontwikkelingen in de medische en farmaceutische zorg, concludeer ik dat het belang van innovaties niet altijd in overeenstemming is met de snelheid waarmee die innovaties hun plek krijgen in het standaardhandelingsarsenaal van zorgverleners. Veranderingen in de zorg gaan vaak langzaam en doorbraken worden slecht herkend. De vraag is hoe dit komt. Er blijken vele factoren van invloed op het mogelijke succes van een innovatie. Van groot belang is het inzicht dat innoveren meer is dan iets bedenken en dan maar aannemen dat het wel zal worden opgepikt door de (potentiële) doelgroep. Het aan de man brengen (‘dissemineren’) van de innovatie is mede bepalend voor een succesvolle implementatie. In de farmaceutische zorg is voor deze overbruggingsfunctie een belangrijke rol weggelegd voor de farmakundige. Mijn lectoraat, dat is gekoppeld aan de opleiding Farmakunde, zal zich bezighouden met het onderzoek naar het proces om farmaceutische innovaties te dissemineren. In deze openbare les licht ik de context en consequenties van dit onderzoeksthema nader toe. Ik begin met een uitleg van de farmakundige en diens toegevoegde waarde in het werkveld (hoofdstuk 1), en vervolg met een korte beschrijving van recente veranderingen binnen de zorg (hoofdstuk 2). In het begeleiden van die veranderingen ligt een belangrijke meerwaarde van de farmakundige, en de missie van dit lectoraat. Daarna (hoofdstuk 3) beschouwen we het innoveren in de (farmaceutische) gezondheidszorg in meer detail. Hoofdstuk 4 geeft diverse handvatten voor het kiezen van de juiste interventies om de afstand tussen de innovator en de toekomstige gebruiker te overbruggen en zodoende de toegang voor de gebruiker tot de innovatie te verbeteren. De keuze van de onderzoekslijnen van mijn lectoraat, zoals in hoofdstuk 5 beschreven, is daarvan afgeleid
DOCUMENT
Deze publicatie is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp ingeleid en wordt uitgelegd hoe deze publicatie tot stand is gekomen. In hoofdstuk 2 wordt een impressie gegeven van de verschillen en overeenkomsten tussen de ateliers. In hoofdstuk 3 gaat Mathijs Rutten, directeur Facility Management, in op de vraag wat er nodig is om al die ateliers ook echt een plekje te geven in de gebouwen van de hogeschool. Daarna komt in hoofdstuk 4 Siebren Baars aan het woord. Hij is - naast zijn functie als docent-onderzoeker - een ervaren architect die verschillende schoolgebouwen heeft ontwikkeld. Hij gaat in op rol die de fysieke onderwijsomgeving van gebouwen ateliers speelt in het onderwijs. De 31 ateliers zijn beschreven in hoofdstuk 5 en worden voorafgegaan door een inleiding van Frank Scholten. In hoofdstuk 6 beschrijven Roelien Wierda en Ron Barendsen hun ervaringen tijdens de ontwikkeling van het InnovationLab. Tenslotte gaat Gerry Geitz in hoofdstuk 7 in op de relatie tussen ateliers en Design Based Education
DOCUMENT
Wat zijn de belangrijkste inhoudelijke speerpunten van het lectoraat voor de komende jaren? Een belangrijk doel van deze rede is om dat uiteen te zetten. In hoofdstuk 2 wordt eerst kort beschreven hoe er vanuit verschillende perspectieven gekeken kan worden naar de interactie tussen mens en (zorg)technologie en hoe dit richting geeft aan de drie belangrijkste inhoudelijke thema’s van het lectoraat: mensgericht ontwerpen als voorwaarde om tot zinvolle (digitale) diensten en producten te komen, de aandacht voor sociale innovatie om de implementatie van digitale interventies succesvol te laten zijn en het belang van het onderbouwen en evalueren van deze interventies. Hoofdstuk 3 gaat in op de verschillende projecten en activiteiten die binnen in het lectoraat uitgevoerd (gaan) worden. We beschrijven hoe hiermee invulling gegeven wordt aan deze drie belangrijkste thema’s van het lectoraat. Tenslotte komt de kenniskring aan bod in hoofdstuk 4.
DOCUMENT
Vier jaar geleden is het IMPACT-lectoratenprogramma goedgekeurd en gesubsidieerd door het ministerie van Economische Zaken (EZ) . Dit gezamenlijke hoger agrarisch onderwijs (HAO)-brede lectoraatsprogramma is ontwikkeld in een samenwerking tussen EZ en de HAO-instellingen: Aeres Hogeschool Wageningen, Dronten, Hogeschool Inholland, HAS Hogeschool en Van Hall Larenstein. Focus: transities in het agro-food domein. In deze uitdagende context stelde IMPACT een aantal cruciale vragen, zoals: hoe werkt transitie in het agro-food domein en wat is er voor nodig in het onderwijs? Hoe stimuleren we fundamentele systeemveranderingen, wat is daarvoor nodig? Wat werkt, wat niet? Bovenstaande vragen zijn leidend geweest in het onderzoek van de afgelopen vier jaar. Deze vraagstukken zijn vanuit vijf verschillende invalshoeken benaderd en bestudeerd: vanuit ondernemerschap met de zoektocht naar betekenisvolle alternatieve (circulaire) bedrijfsmodellen (Aeres Hogeschool Dronten, HAS Hogeschool), vanuit het doorgronden van processen van sociale innovatie als motor voor transitie (Inholland), vanuit de zoektocht naar gezonde en duurzame voeding als preventiemiddel voor welvaartsziekten (Van Hall Larenstein) en vanuit het onderwijs, het zoeken naar hoe we de ontwikkeling van mensen in de dynamieken van duurzaamheidstransitie het beste kunnen ondersteunen, en hoe het leren en het onderwijs er dan uit zou kunnen zien (Aeres Hogeschool Wageningen). Hoewel elk van de lectoraten binnen IMPACT een specifieke focus had zijn er na vier jaar onderzoek naar transitie in het groene domein veel algemene lessen te trekken. Op deze algemene lessen, die gedurende het gehele traject steeds in gezamenlijkheid zijn opgehaald en besproken, is deze post-ambule gebaseerd. We kijken hier terug op vier jaar onderzoek naar transitie in het groene domein in het kader van IMPACT en geven wij een beeld van hoe wij binnen IMPACT als hbo-kennisprogramma het werken aan transitie in het groene domein hebben ervaren. We beginnen ons artikel met de achtergrond van IMPACT; een schets van de problemen in het agro-food domein en transitie in deze context. Daarna volgt vanuit elk van de vijf lectoraten een casus die relevant is in het licht van werken aan transitie in een hbo-kennisprogramma, vanuit deze cases trekken we algemene lessen waarmee we deze post-ambule ook tevens afsluiten.
DOCUMENT
Dit boek schetst de urgentie van de duurzaamheidstransitie en de zoektocht naar een natuurlijk sociaal contract, waarin de relatie tussen mens, samenleving en ecosysteem centraal staat. In plaats van individualisme en marktdominantie benadrukt dit contract collectieve verantwoordelijkheid, wederkerigheid en ecologisch bewustzijn. Sociale innovatie wordt hierin gepresenteerd als sleutel tot systeemverandering: nieuwe vormen van bestuur, organisatie en samenwerking tussen overheden, bedrijven, burgers en kennisinstellingen. Het boek bespreekt theoretische kaders zoals transitiemanagement, complexe adaptieve systemen, adaptief management, sociaal leren en transdisciplinaire samenwerking. Daarnaast introduceert het analytische instrumenten zoals krachtenveldanalyse en institutionele ontwerpprincipes om sociale innovaties beter te begrijpen en te faciliteren. Aan de hand van praktijkvoorbeelden – van kringlooplandbouw en korte ketens tot adaptieve gebiedsontwikkeling en eiwittransitie – laat Huntjens zien hoe innovaties op micro-, meso- en macroniveau bijdragen aan brede welvaart en meervoudige waardecreatie. Het lectoraat Sociale Innovatie in het Groene Domein positioneert zich daarmee als motor van kennisontwikkeling en praktijkgericht onderzoek. De kernboodschap is dat duurzame transitie alleen slaagt wanneer technologische vernieuwing wordt verbonden met sociale innovatie, waarbij waarden als rechtvaardigheid, verbondenheid en solidariteit richting geven aan collectieve oplossingen.
DOCUMENT
Het World Wide Web (WWW) en andere informatie- en communicatietechnologie (ICT) krijgt grote maatschappijke gevolgen toegedicht. Zowel utopische als dystopische toekomstbeelden worden eraan opgehangen. Bij gebrek aan empirisch onderzoek kunnen beide aanspraak maken op realiteitswaarde. Wat is waan? En wat is werkelijkheid? Zonder twijfel is de technologische ontwikkeling iin van de centrale krachten achter maatschappelijke ontwikkelingen. Dit rapport presenteert de stand van zaken in het onderzoek naar sociale gevolgen van technologische ontwikkeling. Wat zijn de relevante vraagstellingen? Welke theoriekn zijn reeds ontwikkeld? Hoeveel empirisch onderzoek is voorhanden? In dit rapport wordt onderzoek naar de sociale gevolgen van technologische ontwikkeling gerelateerd aan hoofdvragen van de sociologie, te weten vragen naar de rationalisering van de samenleving, sociale ongelijkheid en sociale cohesie. Burgers worden steeds vaker geconfronteerd met technologische innovaties die hun maatschappelijk functioneren beonvloeden. Door nieuwe ICT verandert geleidelijk de manier waarop zij werken, leren en communiceren. Langzaam maar zeker passen burgers zich aan de beschikbare mogelijkheden aan, omdat hierdoor bestaande handelingen sneller, gemakkelijker of efficiknter uitgevoerd kunnen worden.
DOCUMENT