Studenten in het mbo moesten tot voor kort toelatingstoetsen succesvol afronden als ze wilden starten op de pabo. Veel van deze mbo studenten struikelden over deze toetsen en konden daardoor niet beginnen met hun studie aan de pabo. Een centrale vraag was hoe meer recht gedaan kon worden aan de competenties, kennis en ervaring van de onderwijsassistent als die wil doorstromen naar de pabo. In het project Voorbereiding Pabo werd nagedacht over de mogelijkheden om te werken met een ontwikkelingsgericht portfolio binnen het mbo keuzedeel Voorbereiding Pabo. Het project Voorbereiding Pabo richt zich op alle betrokkenen vanuit de roc's en de pabo's die in de regionale samenwerkingsverbanden het keuzedeel Voorbereiding Pabo aan de hand van het portfolio ontwikkelen en uitvoeren. In dit onderzoek werden de opbrengsten gerapporteerd over de ontwerpkeuzes die vijf samenwerkingsverbanden hebben gemaakt in hun nieuwe keuzedeel voorbereiding pabo. Aan de hand van vier hoofdthema’s: Voorlichting, Portfolio, Begeleiding en Beoordeling worden de ontwerpkeuzes beschreven.
DOCUMENT
In dit boekje worden de resultaten van het NRO Comeniusproject "Gelijke kansen door meertalige pabo's" (2018-2021) gepresenteerd. In dit project wordt de toegankelijkheid van de pabo voor nieuwkomers bevorderd door een schakelklas van mbo naar hbo. In de didactiek en het opleidingsonderwijs wordt de rol van de thuistalen bij het leren ontwikkeld, zoals beschreven in het rapport ‘Ruimte voor nieuwe talenten’ (2017). Docenten én studenten gaan samenwerken om de gelijke kansen van studenten die ondervertegenwoordigde talen spreken, te bevorderen.
DOCUMENT
Steeds vaker komen studenten de lerarenopleidingen binnen met een mbo-vooropleiding. Deze instroom is een doelstelling van onderwijsbeleid, maar levert een aantal nieuwe vragen op voor de kwaliteit van de opleidingen. In de landelijke media en rapporten is de laatste jaren aandacht besteed aan stagnerende doorstroom, die te wijten zou zijn aan tekorten in de taal- en rekenvaardigheid van de mbo-instromers. Om deze problematiek op lokaal niveau te kunnen aanpakken is echter een dialoog gewenst tussen de toeleverende en afnemende opleidingen binnen een regio. Het lectoraat Lesgeven in de Multiculturele School was dan ook blij met de mogelijkheid om samen met het ROC Midden Nederland een verkennend onderzoek te doen naar de doorstroomproblematiek in de regio Utrecht. Vanuit de kenniskring werkten enkele collegas van de Faculteit Educatie en het ROCMN samen om ervaringen in beeld te brengen van studenten en docenten van mbo (in het bijzonder ROCMN Amersfoort en Utrecht) en hbo (de pabos van de Hogeschool Domstad en Hogeschool Utrecht en de tweede-graadslerarenopleiding Geschiedenis). Het voornemen was een longitudinale studie te verrichten en studenten te volgen vóór en na hun overstap van mbo naar hbo. Dat bleek beperkt uitvoerbaar, desondanks geeft het onderzoeksresultaat vele factoren aan die van invloed kunnen zijn op geslaagde doorstroom. Het verzamelde materiaal levert zodoende discussiepunten en concrete ideeën voor opleiders en managers, bijvoorbeeld rond studiehouding, academische taalvaardigheid, afstemming van de programmas rekenvaardigheden en specifieke studiebegeleiding. Ze zullen deze kunnen verdisconteren in leerplannen, didactiek en studieklimaat van opleidingen waar veel deelnemers doorstromen naar het hbo. Naar de invloed en het succes van dergelijke interventies is nadere studie gewenst. Het onderzoek heeft op diverse plekken al dergelijke discussies in gang kunnen zetten, zoals tussen de twee onderzochte pabos en de opleidingen onderwijsassistent. Ik hoop dat dit onderzoeksverslag daarbij van nut zal zijn.
DOCUMENT
In deze adviestekst heeft het Algemeen Secretariaat van de Taalunie de uitdagingen in kaart gebracht die gepaard gaan met de doorstroom van nieuwkomersleerlingen naar het vervolgonderwijs. Er worden zes aanbevelingen gedaan voor een kwalitatieve doorstroom en verdere begeleiding van nieuwkomersleerlingen. De tekst kwam tot stand in samenwerking met een groep van Vlaamse en Nederlandse experts en werd gevoed door ervaringen uit diverse schoolbezoeken en interviews in Nederland en Vlaanderen.
DOCUMENT
Niet alleen in het bedrijfsleven geldt het gezegde Tijd is geld . Ook in het onderwijs is de laatste jaren enorm bezuinigd op contacttijd. Om deze reden is bij het ZKM-project StudieLoopbaanOndersteuning (SLO) gekxperimenteerd met een tijdbesparende opzet van de ZKM-methodiek. Daar een volledig zelfonderzoek (te) veel tijd vraagt van de consultant, is gezocht naar een vorm die minder tijd vergt maar die de student toch de gelegenheid biedt zijn (studie)verhaal te vertellen en zijn waarderingssysteem in kaart te brengen. Vanuit deze gedachte is een ZKM-traject ingericht waarin de dialoog is gecombineerd met een grote mate van zelfsturing van de student. De vraag hierbij is hoe effectief een dergelijke toepassing van de ZKM is. In dit rapport worden de resultaten van een pilot gepresenteerd waaraan studenten met studieproblemen van Fontys PABO Eindhoven hebben deelgenomen.
DOCUMENT
Over welke onderwerpen leven er vragen in het onderwijsveld op het gebied van IOMC? En welke van die vragen verdienen prioriteit in wetenschappelijk onderzoek én praktijkonderzoek? Voor een antwoord op die vragen is een vragenlijst ontwikkeld en uitgezet onder onderwijsprofessionals buiten het SPRONG Meertaligheid-consortium: leraren, directeuren, intern begeleiders, (taal)coördinatoren in po/vo/mbo, en lerarenopleiders.
LINK
Het landelijke consortium SPRONG Meertaligheid bouwde voort op verschillende regionale netwerken, die verbonden waren aan de deelnemende hogescholen en partnerscholen in po, vo en mbo. Om zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande netwerken en daarmee ook tegemoet te komen aan de behoeften van de onderwijspraktijk, is ervoor gekozen om de bestaande regionale samenwerkingen als uitgangspunt te nemen, die te versterken, en daarnaast ook met elkaar op landelijk niveau te verbinden.
LINK
In het kader van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO), gericht op het terugdringen van leervertragingen na de coronapandemie, heeft een consortium van mbo-, hbo- en wo-instellingen onderzoek gedaan naar de werkzame elementen in NPO-aanpakken gericht op het vergroten van binding en welzijn van studenten. Er zijn focusgroepen gehouden met zowel onderwijsprofessionals als studenten. Hieruit zijn zestien werkzame elementen naar voren gekomen die gebruikt kunnen worden in het onderwijs. Daarnaast zijn er zes casussen uitgewerkt waarin de werkzame elementen toegepast worden in het onderwijs. Deze onderzoeksuitkomsten zijn verwerkt in interactieve website. Deze website, die tijdens de ORD wordt gepresenteerd, stelt onderwijsprofessionals in staat specifieke werkzame elementen te gebruiken om binding en welzijn in hun onderwijs te verbeteren. Tijdens de workshop zullen deelnemers actief aan de slag gaan met de website aan de hand van een casus uit de eigen praktijk. Met behulp van de werkzame elementen worden oplossingen ontworpen met als doel de sociale binding en welzijn van studenten in het eigen onderwijs te versterken.
DOCUMENT
Benieuwd naar de rol van onderzoekend vermogen voor docenten in de onderwijspraktijk? In deze workshop gaan we hands-on met dit thema aan de slag. Docenten in het middelbaar beroepsonderwijs en hoger (beroeps) onderwijs bevinden zich namelijk in een dynamische en steeds complexere omgeving. Er wordt steeds meer van docenten verwacht, zoals het bijdragen aan toekomstbestendig onderwijs en het vervullen van een toenemend aantal rollen en taken (bijvoorbeeld grenswerkers/bruggenbouwers). Hoe ga je hier als docent en/of docententeam mee om? Is onderzoekend vermogen van docenten de sleutel tot succes? Met het onderzoekend vermogen van docenten bedoelen we het kunnen herkennen waar handelingskennis ontbreekt om vervolgens met passende grondigheid deze handelingskennis te kunnen verwerven en toepassen in de eigen onderwijspraktijk. In deze workshop gaan we dieper in op percepties van de rol van onderzoekend vermogen voor docenten om vervolgens middels actieve werkvormen (o.a. de Kaartjesmethodiek; Andriessen et al., 2022) na te denken over hobbels en mogelijke oplossingen voor uitdagingen in de onderwijspraktijk. Deze workshop is bedoeld voor docenten, alsook beleidsadviseurs, onderzoekers en andere stakeholders rondom docentprofessionalsering. Er wordt een verbinding gelegd met eigen professionele beroepssituaties, wat helpt om tot concrete inzichten te komen en dit vermogen in de eigen onderwijspraktijk te versterken.
DOCUMENT
Door het continu veranderende beroepenveld waartoe opgeleid wordt, is toekomstbestendig hoger beroepsonderwijs (hbo) belangrijk. Docenten met onderzoekend vermogen kunnen bijdragen aan responsief beroepsonderwijs, doordat zij niet alleen zichzelf maar ook het eigen onderwijs blijvend ontwikkelen (Ommering et al., 2023). Docenten met onderzoekend vermogen zijn in staat om te herkennen waar handelingskennis ontbreekt, kunnen deze handelingskennis met een passende grondigheid verwerven én bruikbaar maken voor de eigen onderwijspraktijk (Munneke & Rozendaal, 2023). Door wisselende rollen, de weerbarstige dagelijkse onderwijspraktijk en diversiteit van de hbo-docentenpopulatie, kan het lastig zijn om hier vorm aan te geven. Daarom onderzoeken we welke percepties onderwijsprofessionals hebben over oplossingen om het inzetten van onderzoekend vermogen door hbodocenten te stimuleren. Data is verzameld door onderwijsprofessionals uit vier hogescholen aan de hand van de kaartjesmethodiek (Andriessen et al., 2022) oplossingen te laten genereren. Deze zijn middels een deductieve template analyse geanalyseerd en geclusterd aan de hand van de vijf dimensies van Munneke et al., (2023). Een diversiteit aan oplossingen is geïdentificeerd, waarbij de ‘reflectieve dimensie’ als zesde dimensie is toegevoegd aan het bestaande raamwerk. Met dit onderzoek zijn directe aanknopingspunten geïdentificeerd om in de praktijk aan de slag te kunnen met het stimuleren van onderzoekend vermogen van hbo-docenten
DOCUMENT