Een nadeel van de toegenomen populariteit van talentmanagement is de grote mate van conceptuele onduidelijkheid (Collings & Mellahi, 2009). Op hoofdlijnen zijn er twee brede stromingen te onderscheiden (Visser, 2002). Binnen de eerste stroming ligt het accent op talent als zijnde een eigenschap. De tweede stroming richt zich vooral op de vraag wie er binnen een organisatie als een talent wordt beschouwd. Het hebben van talent staat hier dus niet gelijk aan het zijn van een talent. Dit artikel zet beide benaderingen helder tegen elkaar af.
Hoofdstuk uit Handboek ontwerpgericht wetenschappelijk onderzoek, Ontwerpend onderzoeken in sociale contexten, 2023 2de druk
De afgelopen jaren is onderzoek gedaan naar nieuwe concepten voor bouwlogistiek en bij negen proeftuinen in binnenstedelijk gebied is aangetoond dat hier forse winst is te behalen in termen van besparingen op logistieke kosten en bouwtijd, betere doorstroming, minder schadelijke uitstoot en minder hinder voor de omgeving. Zo bleek het aantal binnenstedelijke ritten van en naar de bouwplaats met zo’n vijftig tot tachtig procent terug te brengen. Een van die maatregelen is bouwhubs. Voor goede bouwlogistiek is afstemming en medewerking binnen de keten cruciaal. Alle spelers dienen tijdig betrokken te zijn. Bouwlogistiek bestaat uit allerlei maatregelen die effect hebben op het transport en op het bouwproces. Deze paper beschrijft de succesvoorwaarden voor de inzet van BouwHubs bij bouwlogistiek.
ATAL: Automated Transport and Logistics Automatisering van transportmodaliteiten is overal ter wereld gaande. Met een Duurzaam Living Lab kunnen multimodale geautomatiseerde transportoperaties verder in de praktijk duurzaam en opschaalbaar worden ontwikkeld. Hierbij worden beleidsmakers en organisaties ondersteund in deze transitie. De maatschappelijke voordelen van grootschalige uitrol van Automated Trucks en Platooning, Automated Train Operations en Autonomous Sailing zijn onder andere minder energieverbruik en emissies, betere doorstroming en betere verkeersveiligheid. De Duurzame Living Lab heeft betrekking op het haven-achterland vervoer van Rotterdam richting Duitsland en België. Het wegvervoer maakt gebruik van de TULIP-Corridor, water en spoor modaliteit volgen de MIRT goederencorridors tot in het Ruhrgebied.
Werken in sociale wijkteams vraagt om integrale aanpak van professionals die zowel wat betreft niveau (mbo/hbo/wo) als vakinhoud (zorg/onderwijs) diverse achtergronden hebben. Daarvoor zijn zowel vakspecifieke competenties nodig, alsook vaardigheden om verbindingen te leggen tussen werelden van onderwijs en zorg, en in wijkteams rondom kind en gezin effectief en resultaatgericht samen te werken. Opleidingsprogramma’s in mbo, hbo en wo voor pedagogiek en educatie zijn nog onvoldoende toegerust om studenten voor te bereiden op deze integrale werkwijze. Geïnspireerd door CDKM en de Nijmeegse beweging Ieder Talent Telt willen onderwijsinstellingen in onze regio daarom de samenwerking van docenten/studenten van verschillende opleidingen en onderzoekers bij grootstedelijke thema’s in het sociale domein bewerkstelligen. Ze zoeken naar mogelijkheden om via projectonderwijs rijke leeromgevingen in te richten waarin studenten multilevel en interdisciplinair leren samenwerken, in verbinding met professionals in het onderwijs, de zorg en de gemeente. Vanuit dit gedeelde urgentiebesef worden er binnen leerwerkplaatsen in Nijmegen gemeenschappelijke leeractiviteiten aangeboden die: • recht doen aan expertise en leerdoelen van studenten van verschillende opleidingen, • invulling geven aan de maatschappelijke opdracht die opleidingen/instituten willen vervullen (zoals verwoord in de strategische agenda van CDKM Nijmegen), • verbindingsmogelijkheden tussen opleidingen verkennen, door te kijken naar doorgaande lijnen in curricula, eindtermen, entree-eisen, om zo de doorstromingsmogelijkheden van studenten te bevorderen, • als voorbereiding kunnen dienen voor deelname aan multi/inter/transdisciplinaire teams in het werkveld van zorg en onderwijs. Het onderzoek betreft de volgende vragen: 1. Wat is de perceptie van studenten, docenten en wijkprofessionals op interdisciplinair en multilevel leren in de context van het sociale domein? 2. In welke mate zijn studenten van verschillende opleidingen succesvol in het behalen van hun leerdoelen in deze onderwijsvorm, zowel op het gebied van vakspecifieke als generieke kennis en vaardigheden?
Kringlooplandbouw is een antwoord op de huidige uitdagingen voor de landbouw: vermindering van de uitstoot van broeikasgassen en stikstofverbindingen, en herstel van (bodem)biodiversiteit, waterkwaliteit en – beschikbaarheid. Kringlooplandbouw vereist nieuwe bedrijfs-en verdienmodellen in de landbouw, maar ook nieuwe vormen van ketenorganisatie en -integratie van voedselproductie en voedselverwerking. Het doel van het lectoraat Voedselproductie in een Circulaire Economie van HAS Hogeschool is bedrijven in de Agri-foodsector in staat te stellen te produceren met een minimale belasting van het milieu en een zo efficiënt mogelijk gebruik van natuurlijke hulpbronnen, door het sluiten van kringlopen en het verduurzamen van productieprocessen. Het lectoraat wil oplossingen ontwikkelen die bijdragen aan de circulariteit van zowel de voedselproductie als de voedselverwerking. Het lectoraat is vooral gericht op samenwerken aan actuele duurzaamheidsvraagstukken in experimenteerruimten in de Zuidelijke provincies en zal door kennisdeling en inzet van expertise ook bijdragen in de andere regio’s, in samenwerking met de 2 andere kringlooplectoren. Door deze gezamenlijk werkwijze is er landelijke dekking voor de opdracht om - in de door het ministerie van LNV aangewezen experimenteerruimten - projecten met een integrale aanpak te begeleiden. Het lectoraatsprogramma kent vier onderzoekslijnen: tot waarde brengen van circulariteit, sluiten van kringlopen, verduurzaming van (voedsel-)productieprocessen, en tegengaan van voedselverspilling in de keten. Na vier jaar heeft het lectoraat samen met haar partners nieuwe kennis ontwikkeld door te experimenteren in de regio, en door uitwisseling met andere kennisinstellingen en bedrijven. Met de bedrijven inventariseert het lectoraat praktisch realiseerbare mogelijkheden om de circulariteit van landbouw te verhogen, waarbij niet alleen technische en economische haalbaarheid getoetst wordt maar ook de voor realisatie benodigde verdienmodellen en organisatievormen. Het lectoraat zorgt tevens voor doorstroming van ontwikkelde kennis in het hoger onderwijs door actieve bijdragen aan ontwikkeling van Hogeschool-brede minoren. De resultaten worden verspreid naar andere regio’s via Groen Kennisnet, symposia, en artikelen.