The first two fases of the BUBO methode (Bottom Up Business Opportunities)
DOCUMENT
Maatschappelijk vastgoed is een omvangrijk en daarmee belangrijk segment van de vastgoedmarkt in Nederland. Omdat maatschappelijk vastgoed wordt gefinancierd met publieke middelen, het vastgoed zich midden in de samenleving bevindt en dus invloed heeft op de leefbaarheid van onze leefomgeving, is het een onderwerp van gesprek in onze maatschappij. Toch lijkt er tot op heden nog weinig fundamenteel onderzoek te zijn gedaan naar het maatschappelijk vastgoed in Nederland. Dit onderzoek is een eerste stap in een groter (promotie)onderzoek naar maatschappelijk vastgoed, met het doel om inzicht te geven in de verhouding tussen WOZ-waarden en transactieprijzen van verkocht maatschappelijk vastgoed zodat een mogelijke trend in deze verhouding weergegeven kan worden.
DOCUMENT
Column van lector Sabine Meier in dit themanummer: ‘nieuwe tijden voor architecten en ontwerpers’.In het debat over demografische transitie gaat het nog te weinig over de vraag wat te doen met de overmaat aan ruimte die gaat ontstaan. Hoe gaan we reageren op ‘open plekken’ waarvan de locatie nog niet valt te voorspellen?
DOCUMENT
Een toenemend aantal plattelandsgemeenten stelt een centrumprofessional aan die namens ondernemers en/of de gemeente de samenwerking tussen centrumactoren (ondernemers, vastgoedeigenaren, gemeente, maatschappelijke organisaties & inwoners) en de ontwikkeling van het dorpscentrum aanjaagt. Centrumontwikkeling is een urgente uitdaging in veel dorpscentra, omdat het voorzieningsniveau en de leefbaarheid in veel plattelandsgemeenten onder druk staan. Het huidige opleidingsaanbod voor centrumprofessionals is echter vooral gericht op steden. Hierdoor sluit de aanpak van veel centrumprofessionals onvoldoende aan op de plattelandscontext. In steden is een centrumprofessional vooral bezig met het afwegen van georganiseerde belangen, terwijl in dorpen het faciliteren van het beperkt aanwezige economisch potentieel en het versterken van organiserend vermogen crucialer is. Daarnaast hebben centrumprofessionals in plattelandsgemeenten, zeker in vergelijking tot steden, vaak een beperkt aantal uren voor hun taak.Er zijn in een dorp slechts enkele ondernemers die het verschil kunnen maken in de ontwikkeling van het centrum. Dat zijn vaak familiebedrijven die uitgroeien tot local heroes omdat ze 1) sociaal betrokken en lokaal geworteld zijn, 2) concurrerend en onderscheidend zijn als ondernemer en 3) een dubbelrol hebben als vastgoedeigenaar en ondernemer. Local Heroes hebben een sterke handelingscapaciteit en -bereidheid en zijn daarom een belangrijke samenwerkingspartner voor de centrumprofessional.In de praktijk ervaren centrumprofessionals problemen met het bepalen van een rol die passend is bij de lokale centrumcontext en de governance (kader 3, p.19) van centrumsamenwerking. Hierdoor zijn ze niet altijd in staat om tot strategische samenwerking te komen in het centrum. Met dit ontwerpgerichte onderzoek willen we daarom een tool ontwikkelen, waarmee de centrumprofessional in staat wordt gesteld om een strategische rol te pakken in samenwerking met local heroes, andere centrumactoren en de gemeente. We doen dit op basis van een vergelijking van acht cases van plattelandsgemeenten in Noordoost-Nederland.
Een toenemend aantal plattelandsgemeenten stelt een centrumprofessional aan die namens ondernemers en/of de gemeente de samenwerking tussen centrumactoren (ondernemers, vastgoedeigenaren, gemeente, maatschappelijke organisaties & inwoners) en de ontwikkeling van het dorpscentrum aanjaagt. Centrumontwikkeling is een urgente uitdaging in veel dorpscentra, omdat het voorzieningsniveau en de leefbaarheid in veel plattelandsgemeenten onder druk staan. Het huidige opleidingsaanbod voor centrumprofessionals is echter vooral gericht op steden. Hierdoor sluit de aanpak van veel centrumprofessionals onvoldoende aan op de plattelandscontext. In steden is een centrumprofessional vooral bezig met het afwegen van georganiseerde belangen, terwijl in dorpen het faciliteren van het beperkt aanwezige economisch potentieel en het versterken van organiserend vermogen crucialer is. Daarnaast hebben centrumprofessionals in plattelandsgemeenten, zeker in vergelijking tot steden, vaak een beperkt aantal uren voor hun taak. Er zijn in een dorp slechts enkele ondernemers die het verschil kunnen maken in de ontwikkeling van het centrum. Dat zijn vaak familiebedrijven die uitgroeien tot local heroes omdat ze 1) sociaal betrokken en lokaal geworteld zijn, 2) concurrerend en onderscheidend zijn als ondernemer en 3) een dubbelrol hebben als vastgoedeigenaar en ondernemer. Local Heroes hebben een sterke handelingscapaciteit en -bereidheid en zijn daarom een belangrijke samenwerkingspartner voor de centrumprofessional. In de praktijk ervaren centrumprofessionals problemen met het bepalen van een rol die passend is bij de lokale centrumcontext en de governance (kader 3, p.19) van centrumsamenwerking. Hierdoor zijn ze niet altijd in staat om tot strategische samenwerking te komen in het centrum. Met dit ontwerpgerichte onderzoek willen we daarom een tool ontwikkelen, waarmee de centrumprofessional in staat wordt gesteld om een strategische rol te pakken in samenwerking met local heroes, andere centrumactoren en de gemeente. We doen dit op basis van een vergelijking van acht cases van plattelandsgemeenten in Noordoost-Nederland.