Het tegengaan van hittestress is een van de grote uitdagingen bij het leefbaar houden van de stad. Door klimaatverandering neemt het aantal extreem warme dagen toe. Daarnaast is het in de stad doorgaans warmer dan in de omringende rurale gebieden, het zogenaamde hitte-eiland-effect. Hoge temperaturen leiden tot hitte-stress bij mensen, met negatieve gevolgen voor de gezondheid, met name van kwetsbare groepen. Dagen met een aanzienlijke kans op hittestress komen in ons land meermaals per jaar voor, zeker in stedelijk gebied. Het aantal dagen met hittestress en de intensiteit van de hitte zal in de toekomst verder toenemen. Klimaatadaptatie van het stedelijk gebied is daarom een noodzaak geworden.Groen is een zeer effectief middel om de stad meer klimaatbestendig te maken. Het effect van groen is echter afhankelijk van het type groen en de omgeving waarin dat groen staat. Concrete richtlijnen voor effectief groen in verschillende wijktypen ontbreken tot nog toe.
MULTIFILE
Dit rapport is een leidraad voor het voeren van huiskamergesprekken over de toekomst van ouder worden.
In het project ‘Landbouw in Klimaatrobuuste Beeklandschappen’ (SIA PVG.DZ21.03.004) zijn het bodem- en watersysteem, het agrarisch perspectief, de verdienmogelijkheden binnen dit landschap en de rol van governance uitgewerkt. De methodieken zijn aan de hand van drie verschillende casusgebieden opgesteld, getest en repliceerbaar gemaakt en hebben verschillende producten en rapportages opgeleverd. De gebruikte casusgebieden zijn het Koningsdiep (FR), de Buulder Aa (NB) en het Vechtdal (OV), drie verschillende maar wel vergelijkbare gebieden op zandgronden waar de aanwezigheid van lokale laagtes en hoogtes voor complexe dynamiek zorgen op het gebied van droogte en wateroverlast. Dit deelbestand is onderdeel van het grotere geheel. Houd er rekening mee dat deze informatie is gepubliceerd op 28-02-2025 en onderhevig kan zijn aan wijzigingen.
MULTIFILE
Een toenemend aantal plattelandsgemeenten stelt een centrumprofessional aan die namens ondernemers en/of de gemeente de samenwerking tussen centrumactoren (ondernemers, vastgoedeigenaren, gemeente, maatschappelijke organisaties & inwoners) en de ontwikkeling van het dorpscentrum aanjaagt. Centrumontwikkeling is een urgente uitdaging in veel dorpscentra, omdat het voorzieningsniveau en de leefbaarheid in veel plattelandsgemeenten onder druk staan. Het huidige opleidingsaanbod voor centrumprofessionals is echter vooral gericht op steden. Hierdoor sluit de aanpak van veel centrumprofessionals onvoldoende aan op de plattelandscontext. In steden is een centrumprofessional vooral bezig met het afwegen van georganiseerde belangen, terwijl in dorpen het faciliteren van het beperkt aanwezige economisch potentieel en het versterken van organiserend vermogen crucialer is. Daarnaast hebben centrumprofessionals in plattelandsgemeenten, zeker in vergelijking tot steden, vaak een beperkt aantal uren voor hun taak.Er zijn in een dorp slechts enkele ondernemers die het verschil kunnen maken in de ontwikkeling van het centrum. Dat zijn vaak familiebedrijven die uitgroeien tot local heroes omdat ze 1) sociaal betrokken en lokaal geworteld zijn, 2) concurrerend en onderscheidend zijn als ondernemer en 3) een dubbelrol hebben als vastgoedeigenaar en ondernemer. Local Heroes hebben een sterke handelingscapaciteit en -bereidheid en zijn daarom een belangrijke samenwerkingspartner voor de centrumprofessional.In de praktijk ervaren centrumprofessionals problemen met het bepalen van een rol die passend is bij de lokale centrumcontext en de governance (kader 3, p.19) van centrumsamenwerking. Hierdoor zijn ze niet altijd in staat om tot strategische samenwerking te komen in het centrum. Met dit ontwerpgerichte onderzoek willen we daarom een tool ontwikkelen, waarmee de centrumprofessional in staat wordt gesteld om een strategische rol te pakken in samenwerking met local heroes, andere centrumactoren en de gemeente. We doen dit op basis van een vergelijking van acht cases van plattelandsgemeenten in Noordoost-Nederland.
Een toenemend aantal plattelandsgemeenten stelt een centrumprofessional aan die namens ondernemers en/of de gemeente de samenwerking tussen centrumactoren (ondernemers, vastgoedeigenaren, gemeente, maatschappelijke organisaties & inwoners) en de ontwikkeling van het dorpscentrum aanjaagt. Centrumontwikkeling is een urgente uitdaging in veel dorpscentra, omdat het voorzieningsniveau en de leefbaarheid in veel plattelandsgemeenten onder druk staan. Het huidige opleidingsaanbod voor centrumprofessionals is echter vooral gericht op steden. Hierdoor sluit de aanpak van veel centrumprofessionals onvoldoende aan op de plattelandscontext. In steden is een centrumprofessional vooral bezig met het afwegen van georganiseerde belangen, terwijl in dorpen het faciliteren van het beperkt aanwezige economisch potentieel en het versterken van organiserend vermogen crucialer is. Daarnaast hebben centrumprofessionals in plattelandsgemeenten, zeker in vergelijking tot steden, vaak een beperkt aantal uren voor hun taak. Er zijn in een dorp slechts enkele ondernemers die het verschil kunnen maken in de ontwikkeling van het centrum. Dat zijn vaak familiebedrijven die uitgroeien tot local heroes omdat ze 1) sociaal betrokken en lokaal geworteld zijn, 2) concurrerend en onderscheidend zijn als ondernemer en 3) een dubbelrol hebben als vastgoedeigenaar en ondernemer. Local Heroes hebben een sterke handelingscapaciteit en -bereidheid en zijn daarom een belangrijke samenwerkingspartner voor de centrumprofessional. In de praktijk ervaren centrumprofessionals problemen met het bepalen van een rol die passend is bij de lokale centrumcontext en de governance (kader 3, p.19) van centrumsamenwerking. Hierdoor zijn ze niet altijd in staat om tot strategische samenwerking te komen in het centrum. Met dit ontwerpgerichte onderzoek willen we daarom een tool ontwikkelen, waarmee de centrumprofessional in staat wordt gesteld om een strategische rol te pakken in samenwerking met local heroes, andere centrumactoren en de gemeente. We doen dit op basis van een vergelijking van acht cases van plattelandsgemeenten in Noordoost-Nederland.