Deze rapportage maakt deel uit van zes rapportages die zijn opgeleverd in het WHeelchair ExercisE and Lifestyle Study (WHEELS) project. In deze rapportages worden de resultaten gepresenteerd van de Intervention Mapping (IM) stappen 1 t/m 6 in het ontwikkelen van een leefstijlapp voor rolstoelgebruikers met een dwarslaesie of beenamputatie. Deze rapportage betreft de uitwerking van IM-stap 4 waarin de programmamaterialen zijn ontwikkeld, getest en geproduceerd.
Relatief veel jonge (net afgestudeerde) mensen trekken weg uit Deventer en Enschede. Het blijkt dat in ieder geval voor Enschede de bindingsscore aan de stad lager is dan elders en dat daarmee de verhuiskansen groter zijn. Onderzoek in opdracht van The University Innovation Fellows van de Universiteit Twente heeft laten zien dat afgestudeerden weinig weten van mogelijke banen in de regio en dat Twente als weinig divers of internationaal wordt gezien. Kortom, Twente lijkt hierdoor een minder aantrekkelijke plek om te werken én te wonen. Op dit laatste aspect greep dit onderzoeksproject naar innovatieve woonconcepten aan. Voor een deel komt de lagere waardering voor de woonomgeving wellicht doordat er geen geschikte huisvesting beschikbaar is. De beide gemeenten en de provincie Overijssel willen meer inzicht in de (woon)behoefte van deze groep starters op de woningmarkt. Daartoe is medio 2018 de opdracht gegeven om een onderzoek te laten uitvoeren door studenten van Saxion, onder begeleiding van het lectoraat Duurzame Leefomgeving. In dit onderzoek zijn inzichten vergaard naar de eisen en wensen met betrekking tot het woonmilieu van hoogopgeleide starters in Enschede en Deventer. Hierbij is het woonmilieu toegespitst op de volgende onderdelen: wijk en stad, woning en financiën. Dit is uitgevoerd doormiddel van een foto- onderzoek waarbij de respondent zelf foto’s heeft aangeleverd, die betrekking hebben op hun toekomstig woonmilieu. Vervolgens heeft een diepte-interview plaatsgevonden, waarin de onderliggende gedachtegang is achterhaald. Uit onze data-analyse volgde een top acht van eisen en wensen met betrekking tot de wijk en stad en tevens een top acht met betrekking tot de woning. De hoogopgeleide starters willen geen hangjeugd en geen arbeiderswijk in de nabije omgeving. De doelgroep wil het liefst met gelijkgestemden wonen en geven nadrukkelijk aan een supermarkt op maximaal vijf á tien minuten fietsafstand te willen hebben. Ook vindt de doelgroep een verzorgde uitstraling van de buurt belangrijk. Op het gebied van de woning geeft de doelgroep aan dat zij een ruime leefruimte belangrijk vinden, de rest van de woning moet functioneel zijn ingedeeld. De respondenten gaven aan een functionele buitenruimte te waarderen. Het gaat hierbij om een eigen buitenruimte waar voldoende ruimte is om met vrienden en familie te kunnen zitten. De doelgroep geeft als eis aan parkeergelegenheid te willen hebben. Op voorhand werd verwacht dat de doelgroep behoefte had aan het delen van woonvoorzieningen, zoals dit in de Randstad wordt aangeboden. Het blijkt echter dat de hoogopgeleide starter in Enschede en Deventer een vrij traditioneel beeld heeft van hun toekomstige woning. De betaalbaarheid van een koopwoning is voor veel hoogopgeleide starters een probleem. De huidige woningmarkt is moeilijk te betreden voor de starter doordat veel wordt opgekocht door (particuliere)beleggers. Wanneer deze woningen in de particuliere huursector komen, zijn de huurprijzen niet te betalen door de hoogopgeleide starter. Een sociale huurwoning is moeilijk te bemachtigen door lange wachtlijsten en in veel gevallen komen ze door een te hoog inkomen niet eens in aanmerking. Doordat hoogopgeleide starters twee tot vijf jaar in hun eerste woning verwachten te gaan wonen, lijkt huur de meest geschikte optie.
MULTIFILE
Bij de planning en bouw van passiefhuizen moeten de gebruikers, planners en uitvoerders zich diepgaand inwerken in een complex en veelzijdig onderwerp. Alleen wanneer rekening wordt gehouden met een groot aantal factoren, die soms ook nog eens tegenstrijdig zijn, zal een project op de lange duur succesvol zijn. De volgende passiefhuisleeswijzer is vooral bedoeld voor bouwers/gebruikers, die het thema nog niet in alle finesses kennen.
MULTIFILE
De gebouwde omgeving speelt een belangrijke rol in de Nederlandse ambities om in 2050 100 % circulair te zijn. Gebouwen gebruiken nu nog veel energie en materialen en produceren veel afval. In landelijke en gemeentelijke architectuurprijsvragen vormt circulariteit een steeds belangrijker beoordelingscriterium. Hierbij wordt circulariteit vaak gelijk gesteld aan herbruikbaarheid. Gebouwen blijven echter lang in functie (gemiddeld 50 jaar). Door aangescherpte functionele eisen is het moeilijk om veel technische bouwmaterialen (glas, baksteen, beton, staal en aluminium) één-op-één te hergebruiken. Deze materialen worden nu veelal gerecycled om de grondstoffen in de kringloop te houden. Recyclen is een slechte circulaire strategie. Als hergebruik van materialen moeilijk is dan kan een verder vertraagde kringloop van gebouwen een circulair alternatief zijn. Van gebouwen zoals grachtenpanden met lange levensduren is de kringloop praktisch tot stilstand gekomen. De milieu-impact van de toegepaste materialen die mede wordt bepaald aan de hand van de gebruiksfase, is hierdoor laag. Maar waarom weerstaan sommige gebouwen de tand des tijds, terwijl andere snel worden gesloopt? In dit onderzoek wil het consortium de architectonische (esthetische en ruimtelijke) kwaliteiten van deze lang in functie zijnde gebouwen achterhalen en onderzoeken op welke manieren deze in nieuwe gebouwen vertaald kunnen worden. Architectuur kan op deze manier een circulaire betekenis krijgen. Er kunnen gefundeerdere ontwerpbeslissingen worden genomen. In dit onderzoek staan workshops met de deelnemende architectenbureaus centraal. Hierin moeten architectonische strategieën gegenereerd worden voor gebouwen met extreem lange levensduren. Dit gebeurt aan de hand van de volgende onderzoeksvraag: Op welke wijzen kan architectuur de circulaire waarden van gebouwen en de toegepaste materialen verhogen? Naast deze architectonische strategieën zal dit onderzoek resulteren in randvoorwaarden om de functionele levensduur van gebouwen (thermische kwaliteiten gevel, flexibiliteit indeling et cetera) te verlengen. Zij zullen de basis vormen van een RAAK-MKB subsidieaanvraag die volgend jaar wordt ingediend.
Goed slapen is van belang voor de gezondheid, de alertheid en stressreductie van mensen. Echter kampen veel mensen met slaapproblemen, waarbij chronisch slecht slapen kan leiden tot o.a. cognitieve problemen (depressie en dementie) en het heeft een negatief effect op de kwaliteit van leven. Kwaliteit van slapen hangt samen met hoe de slaap wordt ervaren en of iemand voldoende uitrust en tevreden is over de slaap, echter is 63% van de Nederlanders ontevreden over de eigen slaapkwaliteit. Dit project richt zich op volwassenen met slaapproblemen. Door middel van co-creatie wordt er gewerkt aan een digitale slaapcoach, als verlengstuk van een slaapexpert. Uitgangspunt van de coach is de eerder ontwikkelde voedingscoach Halloliz. De nieuwe slaapcoach helpt bij het in kaart brengen van individuele factoren die de slaapkwaliteit verminderen, bij het verbeteren van slaapgedrag en bij het bestendigen hiervan. Er wordt gebruik gemaakt van Cognitive Behavior Therapy for Insomnia, waarbij het effect van interventies op slaapgedrag direct wordt verwerkt in een aangepast slaapplan. Het project richt zich op het ontwikkelen van een slaapcoach rekening houdend met adoptie en motivatie van de doelgroep om de coach te gebruiken. Adoptie hangt onder andere samen met de vorm en uitstraling van de slaapcoach, maar ook met de bereidheid van de gebruiker om het gedrag te veranderen. Daarnaast speelt motivatie een belangrijke rol bij het bestendigen van gedragsverandering. In het project wordt de patient journey in kaart gebracht en wordt uitgezocht hoe het ontwerp van de coach kan worden geoptimaliseerd richting adoptie, motivatie en uiteindelijk de gewenste gedragsverandering. Een consortium van experts in het ontwerpen (co-creatie) van eHealth oplossingen en gebruikersonderzoek zal het project uitvoeren. Deze worden bijgestaan door een klankbordgroep bestaande uit onder andere slaapexperts.
Dit postdoc-traject wordt uitgevoerd binnen het lectoraat Arbeid & Gezondheid (A&G) en het expertiseteam Health Promotion & Performance (HP&P) binnen de Academie Sport en Bewegen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Het postdoc-traject zal een bijdrage leveren aan het verkleinen van sociaal-economische gezondheidsverschillen door het vergroten van de duurzame inzetbaarheid van MBO-studenten niveau 2 en 3 en jong¬¬e/startende zorgmedewerkers niveau 2 en 3 (helpenden/verzorgenden). De uitstroom van het jongere personeel uit de zorg en tijdens de eindfase van hun studie verdient aandacht. Redenen daarvoor hebben te maken met een verminderde mentale en fysieke vitaliteit. Een evidence-based sport- en beweegprogramma (S&Bprogramma) in de vrije tijd is effectief gebleken bij andere doelgroepen. Het zal tot een betere mentale en fysieke vitaliteit moeten leiden door een verbeterde belastbaarheid, betere slaap, ontspanning en gezondere afstand tot het werk. De context van een interventie zoals onregelmatige werktijden, lagere zelfregulatie, werk(studie)druk en verminderde sociale cohesie is echter belangrijk voor de effectiviteit van een interventie. Vanwege deze contextuele afhankelijkheid en om afstemming te bereiken met de doelgroep wordt gekozen voor een ontwerpgerichte insteek met kwalitatieve participatieve onderzoeksmethoden. Doel van dit traject is dus om te achterhalen binnen welke contexten het aangepaste S&Bprogramma voor wie, wanneer en hoe effectief is om fysieke/mentale vitaliteit van studerende en jonge/startende zorgmedewerkers met een lage sociaal-economische status (MBO-niveau 2/3) te verbeteren. Voor de effectevaluatie zal gebruik gemaakt worden van kwantitatieve en kwalitatieve (realistische evaluatie) analyses. De aanvrager is hoofddocent en onderzoeker en gepromoveerd op het onderwerp arbeidsparticipatie van zorgpersoneel. Hij begeleidt afstudeertrajecten binnen de academie Sport en Bewegen en onderzoekstrajecten binnen de master Sport- en Beweeginnovatie. De onderzoeken worden uitgevoerd door bachelor- en masterstudenten en inzichten zullen in de doorontwikkeling van het curriculum en het systeem van studentenbegeleiding geïmplementeerd worden.