In heldere en concrete taal wordt besproken wat duurzaamheid is en waar het toe dient, met de bedoeling om concrete en praktische informatie te geven over hoe je naar duurzaamheid kunt kijken en dit kunt inzetten in studie, werk en daarbuiten.
DOCUMENT
In heldere en concrete taal wordt besproken wat duurzaamheid is en waar het toe dient, met de bedoeling om concrete en praktische informatie te geven over hoe je naar duurzaamheid kunt kijken en dit kunt inzetten in studie, werk en daarbuiten.
DOCUMENT
Dit artikel beschrijft een project om de mogelijkheden van virtuele werelden voor het onderwijs In ICT en duurzaamheid te onderzoeken. In dit project is een virtuele wereld ontwikkeld met een groot scala aan opdrachten voor studenten die tot doel hebben bewustzijn ten opzichte van duurzaamheid en ICT te creëren. Om de effecten van de cursus te kunnen bepalen is tevens een vragen lijst ontwikkeld waarmee voorafgaand aan en volgend op de cursus de attitude en het gedrag van studenten ten opzichte van duurzaamheid gemeten kan worden. De virtuele wereld zal opgenomen worden in het eerstejaars curriculum voor alle ICTstudenten
DOCUMENT
Studenten en bedrijfsleven roepen het hoger onderwijs op duurzaamheid prominent in het curriculum op te nemen. Dit artikel is een verkenning van de raakvlakken tussen economie en duurzaamheid met als doel thema’s te benoemen die in het curriculum van de opleidingen bedrijfseconomie en accountancy aan bod zouden kunnen komen. Er wordt eerst stilgestaan bij een beschrijving van de op ons afkomende problemen zoals klimaatverandering, grondstoffenschaarste en verlies aan biodiversiteit. Vervolgens wordt geschetst voor welke uitdagingen het bedrijfsleven staat en worden ontwikkelingen geschetst op macro-, meso- en microniveau. Afsluitend volgen suggesties voor op te nemen thema’s in het curriculum van de bedrijfseconomische en accountancy opleiding, zoals bijvoorbeeld een verdieping in de bestudering van verdelingsmechanismen (markt versus overheid), verbreding van het kostenbegrip, strategisch risicomanagement dat rekening houdt met duurzaamheid, duurzaamheidsverslaggeving en ketenmanagement. Het tot stand brengen van een duurzame economie vraagt daarnaast om buiten bestaande denkkaders te treden.
DOCUMENT
Als geograaf, burger en betrokken ouder vragen de drie auteurs zich af hoe het schoolvak aardrijkskunde kan bijdragen aan een duurzame toekomst. Ze geven daarvoor drie concrete werkvormen uit aanverwante vakgebieden. Ze raken alle drie aan emoties van leerlingen.
LINK
Het meeste vlees dat Nederlanders eten wordt niet duurzaam geproduceerd. Veel productie leidt tot overbemesting, kost veel water en gaat ten koste van de biodiversiteit en het landschap, terwijl dierenwelzijn niet per se is geborgd. Hogeschool Van Hall Larenstein participeerde binnen het onderzoek ‘Dierzaam’ van de Hogeschool Utrecht. Het project zocht naar marketingstrategieën die consumenten verleiden om over te stappen naar meer duurzaam geproduceerd vlees. In dit whitepaper beschouwt Van Hall Larenstein (VHL) de kansen in de keten vanuit het perspectief van de boer. Hiervoor bestudeerden onderzoekers literatuur en inspirerende voorbeelden. Meer aandacht voor dierenwelzijn zal leiden tot extensivering van de veehouderij. De milieubelasting van vlees wordt bepaald op veel criteria, de uitkomsten verschillen per diersoort en voor traditioneel of organische houderijsystemen. Over het algemeen zijn kip- en varkensvlees minder milieu belastend dan rundvlees. Echter, varkens en kippen eten weer meer granen die wereldwijd voor mensen belangrijk zijn en rundvee kan daarentegen op grasland leven. Voor de omschakeling naar duurzame vleesvee houderij is een systeemverandering nodig waar álle partijen een rol in hebben. De boer moet voldoen aan de vele normen en heeft deskundigheid nodig. Sociale media kunnen een transparante communicatie tussen boer en consument ondersteunen. De supermarkt en de slager kunnen het eigen assortiment kiezen en meer communiceren en informeren en de consument maakt uiteindelijk de keuze in de winkel. De overheid moet zich actiever opstellen in markt- en prijsbeleid. Boeren staan onder druk door enerzijds maatschappelijke eisen en aan de andere kant de kostprijs van duurzame productie. Een eerlijk en duurzaam verdienmodel voor de boer vereist een hogere vleesprijs, gecombineerd met betalingen van de boer voor maatschappelijke (ecosysteem)diensten.
DOCUMENT
Het expliciteren van duurzaamheidsbeleid is van groot belang voor woningcorporaties. Corporaties horen maatschappelijk verantwoord te ondernemen, maar het is van belang te bedenken dat dit directe invloed kan hebben op de betaalbaarheid en de kwaliteit van het wonen. Duurzaamheid is daarmee in feite een kernwaarde van woningcorporaties en daarmee ook een belangrijk onderwerp voor commissarissen van woningcorporaties. In deze handreiking worden aanknopingspunten gegeven waarmee Raden van Commissarissen1 (verder: RvC), in samenspraak met het bestuur, een toezichtskader op duurzaamheid kunnen formuleren. De handreiking vormt daarmee een thematische verbijzondering van de algemene handreiking voor het toezicht- en toetsingskader van woningcorporaties.
DOCUMENT
Marketingactiviteiten zijn over het algemeen gericht op het creëren van vraag en het stimuleren van consumptie. Dit lukt vrij aardig, maar leidt ook tot steeds grotere klimaatproblemen. Het zou dus mooi zijn als merken consumenten kunnen aanzetten tot minder consumeren. Kotler en Levy (1971) noemden dit demarketing. Maar hoe doe je dat dan als merk?
LINK
In het kader van actualisering van voorlichtingspublicaties (een samenwerkingsverband tussen FDP, FME, NIL, NIMR, Syntens en TNO Industrie & Techniek), is deze voorlichtingspublicatie aangepast aan de huidige stand der techniek. De originele publicatie is in 1991 tot stand gekomen door samenwerking van de Vereniging FME/CWM en het Nederlands Instituut voor Lastechniek in het kader van het FME/NIL project "Het lijmen als verbindingstechniek"
DOCUMENT
e term ‘nieuwe businessmodellen’ is vooral te vinden in het discours over duurzaam, maatschappelijk verantwoord ondernemen en de deeleconomie. Dit discours zit vol verwijzingen naar sociale en collectieve termen als bottom-up, grassroots, crowds en communities. Het suggereert anders denken en doen, meer verbondenheid, duurzaamheid. Het internet fungeert hierbij als faciliterende factor. Dat internet democratiseert, verenigt en socialiseert, is een algemeen geaccepteerd idee.1 De hiërarchie als organisatie-tool maakt door het internet plaats voor zelforganisatie, zelfsturing, netwerkverbanden en coöperaties in zowel het business- als het politieke domein. Maar de nieuwe businessmodellen en zelforganisatie dienen echter niet per se de goede zaak. Ook de nieuwe businessmodellen zijn nog steeds gericht op winstmaximalisatie in euro’s. En dat is niet gek: de transitie staat pas aan het begin, waardoor er nog voldoende ruimte is voor het oude afrekenmodel. Er is nu zelfs eerder sprake van meer dan van minder piranha-economie én van minder compassionate capitalism. Dat dit zou gebeuren, werd twintig jaar geleden al begrepen, maar dat inzicht is in het marketinggeweld van tech-bedrijven ondergesneeuwd.
LINK