Zes case studies naar succesvolle duurzame implementatie werden geanalyseerd en in de cross-case analyse werden de zes cases met elkaar vergeleken om overeenkomsten en patronen te signaleren in de procesgang die heeft geleid tot die acceptatie en duurzame implementatie. De resultaten worden in deze conclusies gebundeld om een antwoord te geven op de centrale vraagstelling van dit onderzoek. Op basis daarvan worden de inzichten geformuleerd die hieruit kunnen worden afgeleid en die wellicht benut kunnen worden bij processen van onderwijsvernieuwing met ICT. Achtereenvolgens worden de conclusies beschreven, waarbij relaties worden gelegd met bevindingen uit de theorie en uit verwante onderzoeken, waarna wordt beschreven wat dit kan betekenen voor de onderwijspraktijk. Daarna volgt een reflectie op het onderzoek en wordt ingegaan op de mogelijkheden voor vervolgonderzoek
DOCUMENT
Tropisch hardhout voor bouw en interieur veroorzaakt veel schade aan kwetsbare tropische bossen (ontbossing, nutriënten-onttrekking, onvervangbare schade aan biodiversiteit en dierenleven, onwenselijke werkomstandigheden lokale arbeiders). Bamboe lijkt een goed alternatief, maar wordt nog voornamelijk geïmporteerd uit Azië met een negatieve impact op de footprint van bamboeproducten. Europees geteelde bamboe zou, als een bruikbaar alternatief voor de Aziatische bamboe en tropische hardhoutsoorten, de negatieve footprint aanzienlijk kunnen beperken. Het Centre of Expertise Future Makers van ArtEZ hogeschool voor de kunsten onderzoekt samen met bamboeproducent Bamboologic en ontwerper Floor Beckering of de in Portugal geproduceerde bamboe voldoende kwaliteit kan krijgen op basis van het natuurlijke bindmateriaal lignine. Belangrijke partner hierbij is Stichting Hout Research (SHR) die veel kennis heeft op het gebied van Aziatische bamboe en zeer geïnteresseerd is om de kwaliteiten van Europees bamboehout te testen en mee te denken over interessante toepassingsgebieden. Masterstudenten van Future Makers vaste onderzoekspartner Wageningen Universiteit & Research zullen deelonderzoeken voor hun rekening nemen. Het project past binnen de ambities ‘Nederland Circulair in 2050’ en sluit aan op de transitieagenda’s van ‘Bouw’ en ‘Consumptiegoederen, vooral waar het gaat om duurzame houttoepassingen in bouw, interieurafwerking en meubels. De uitkomsten van het onderzoek zijn dan ook relevant voor de gehele bouw- en interieursector. Deze KIEM-aanvraag hoopt een eerste aanzet te zijn in vervolgonderzoek naar mogelijke productie en implementatie van bamboe en bamboeproducten.
The textile and clothing sector belongs to the world’s biggest economic activities. Producing textiles is highly energy-, water- and chemical-intensive and consequently the textile industry has a strong impact on environment and is regarded as the second greatest polluter of clean water. The European textile industry has taken significant steps taken in developing sustainable manufacturing processes and materials for example in water treatment and the development of biobased and recycled fibres. However, the large amount of harmful and toxic chemicals necessary, especially the synthetic colourants, i.e. the pigments and dyes used to colour the textile fibres and fabrics remains a serious concern. The limited range of alternative natural colourants that is available often fail the desired intensity and light stability and also are not provided at the affordable cost . The industrial partners and the branch organisations Modint and Contactgroep Textiel are actively searching for sustainable alternatives and have approached Avans to assist in the development of the colourants which led to the project Beauti-Fully Biobased Fibres project proposal. The objective of the Beauti-Fully Biobased Fibres project is to develop sustainable, renewable colourants with improved light fastness and colour intensity for colouration of (biobased) man-made textile fibres Avans University of Applied Science, Zuyd University of Applied Sciences, Wageningen University & Research, Maastricht University and representatives from the textile industry will actively collaborate in the project. Specific approaches have been identified which build on knowledge developed by the knowledge partners in earlier projects. These will now be used for designing sustainable, renewable colourants with the improved quality aspects of light fastness and intensity as required in the textile industry. The selected approaches include refining natural extracts, encapsulation and novel chemical modification of nano-particle surfaces with chromophores.
Doel van dit project is de ontwikkeling van een virtual lab voor het bevorderen van het aanleren 21e eeuwse vaardigheden van leerlingen in de context van bèta burgerschapsvorming. In het consortium “Samen werken aan Bèta Burgerschap” (http://www.techyourfuture.nl/a-436/samen-werken-aan-bèta-burgerschap) werkt het lectoraat Vernieuwingsonderwijs intensief samen met basis- en middelbare scholen, bedrijven en maatschappelijke instellingen aan de ontwikkeling en implementatie van programma’s van leeractiviteiten waarin burgerschapscompetenties worden aangeleerd in het domein van de bèta en techniek. Het betreft bovendien een programma dat niet alleen beroepsvoorbereidend is maar ook burgerschapsvormend, aangezien we bèta en techniek in een bredere maatschappelijke context plaatsen. In de programma’s van leeractiviteiten worden 21e eeuwse vaardigheden gestimuleerd zoals kritisch denken, probleem oplossen, communicatie, samenwerking en ook ICT vaardigheden en levenslang leren. Een van de programma’s van leeractiviteiten is Plastic Soep, dat ontwikkeld is door en voor het voortgezet onderwijs in samenwerking met TCC de Tijl (VWO 2), WETSUS en het lectoraat International Water Technology van Saxion. WETSUS is een instelling waar internationaal onderzoek wordt gedaan naar duurzame watertechnologieën (zie https://www.wetsus.nl/home/what-is-wetsus). In het project worden leerlingen gevraagd welke oplossing het meest doeltreffend is voor het opruimen van plastic zwerfafval uit de oceanen. Tijdens het programma van leeractiviteiten onderzoeken leerlingen hoe plastic wordt geproduceerd en afgebroken en welke processen bijdragen aan de plastic soep. Het programma van leeractiviteiten is inmiddels in 19 klassen toegepast en geëvalueerd. Om het aanleren van 21e eeuwse vaardigheden van leerlingen tijdens het programma te optimaliseren wil het consortium een virtual lab ontwikkelen. Virtuele labs zijn webgebaseerde simulaties van authentieke laboratoriumtests; het lab worden beschikbaar gesteld in de Go-Lab omgeving. Het lab biedt leerlingen de mogelijkheid om te leren door het uitvoeren van virtuele experimenten. Belangrijk voordeel van een virtual lab is dat experimenten snel en eenduidig kunnen worden uitgevoerd, uitkomsten snel beschikbaar en te interpreteren zijn en onderliggende verschijnselen in de bèta en techniek zichtbaar kunnen worden gemaakt. Bovendien kunnen applicaties, die het aanleren van 21e eeuwse vaardigheden ondersteunen en stimuleren, in het virtuele lab worden geïntegreerd.
Consortium, part of Saxion