Abstract: This case study examines the use of an eHealth application for improving preoperative rehabilitation (prehabilitation). We have analysed healthcare professionals' motivators and drivers for adopting eHealth for a surgical procedure at academic medical facilities. The research focused on when and why healthcare professionals are inclined to adopt eHealth applications in their way of working? For this qualitative study, we selected 12 professionals involved in all levels of the organisation and stages of the medical process and conducted semi-structured interviews. Kotter’s transformational change model and the Technology Acceptance Model were used as analytical frameworks for the identification of the motivation of eHealth adoption. The findings suggest that contrary to Kotter’s change model, which argues that adoption of change is based on perceptions and feelings, the healthcare drivers are rational when it comes to deciding whether or not to adopt eHealth apps. This study further elaborates the observation made by the Dutch expertise centre on eHealth, Nictiz, that when the value of an eHealth pplication is clear for a stakeholder, the adoption process accelerates. Analysis of the motivations and drivers of the healthcare professionals show a strong relationship with an evidence-based grounding of usefulness and the responsibility these professionals have towards their patients. We found that healthcare professionals respond to the primary goal of improving healthcare. This is true if the eHealth application will innovate their work, but mainly when the application will improve the patient care they are responsible for. When eHealth applications are implemented, rational facts need to be collected in a study before deployment of eHealth applications on how these applications will improve the patient's health or wellbeing throughout their so-called medical journey for their treatment. Furthermore, the preference to learn about new eHealth applications from someone who speaks from authority through expertise on the subject matter, suggests adoption by healthcare professionals may be accelerated through peers. The result of this study may provide healthcare management with a different approach to their eHealth strategy. Future research is needed to validate the findings in different medical organisational settings such as regional healthcare facilities or for-profit centers which do not necessarily have an innovation focus but are driven by other strategic drivers.
Ehealth toepassingen ontstaan in interactie tussen zorgprofessionals en ICT’ers. Binnen die samenwerking is het goed om elkaars rollen en verantwoordelijkheden goed te begrijpen. Te vaak is het resultaat van de samenwerking niet goed en heeft “de ander” het gedaan. In dit document worden de verschillende rollen en verantwoordelijkheden van de betrokken professionals bij de ontwikkeling van nieuwe ehealth toepassingen uitgelegd aan de hand van een metafoor: de metafoor van de gereedschapskist. Dit document eindigt met een aantal werkprincipes die binnen het lectoraat New Business & ICT worden gehanteerd om de eigen rol en verantwoordelijkheid goed in te kunnen vullen. NOT-13-01.
De bacheloropleidingen Verpleegkunde in Nederland staan voor de uitdaging het nieuwe beroepsprofiel Bachelor Nursing 2020 te vertalen naar het onderwijs. Een deel van het nieuwe curriculum gaat over de inzet van eHealth. In dit document worden 14 verpleegkundige beroepstaken omschreven waarbij eHealth wordt ingezet. Beschreven wordt welke kennis, vaardigheden en houding van een verpleegkundige worden gevraagd om elke eHealth-taak zelfstandig uit te voeren. Elke taak wordt gekoppeld aan kernbegrippen van Bachelor Nursing 2020 en aan relevante CanMEDS-rollen.
Intervisieproces met Femke Merkx als begeleider t.b.v. dossier 2015-02-72P eHealth in de wijk: Ondersteuning voor de wijkverpleegkundige bij het indiceren van eHealth.
De inzet van blended care in de zorg neemt toe. Hierbij wordt fysieke begeleiding (face-to-face) met persoonlijke aandacht door een zorgprofessional afgewisseld met digitale zorg in de vorm van een platform of mobiele applicatie (eHealth). De digitale zorg versterkt de mogelijkheden van cliënten om in hun eigen omgeving te werken aan gezondheidsdoelen en handvatten tijdens de face-to-face momenten. Een specifieke groep die baat kan hebben bij blended care zijn ouderen die na revalidatie in de geriatrische revalidatiezorg (GRZ) thuis verder revalideren. Focus op zowel bewegen (door fysio- en oefentherapeut) en voedingsgedrag (door diëtist) is hierbij essentieel. Echter, na een intensieve zorgperiode tijdens hun opname wordt revalidatie veelal thuis afgeschaald en overgenomen door een ambulant begeleidingstraject of de eerste lijn. Een groot gedeelte van de ouderen ervaart een terugval in fysiek functioneren en zelfredzaamheid bij thuiskomt en heeft baat bij intensieve zorg omtrent voeding en beweging. Een blended interventie die gezond beweeg- en voedingsgedrag combineert biedt kansen. Hierbij is maatwerk voor deze kwetsbare ouderen vereist. Ambulante en eerste lijn diëtisten, fysio- en oefentherapeuten erkennen de meerwaarde van blended care maar missen handvatten en kennis over hoe blended-care ingezet kan worden bij kwetsbare ouderen. Het doel van het huidige project is ouderen én hun behandelaren te ondersteunen bij het optimaliseren van fysiek functioneren in de thuissituatie, door een blended voeding- en beweegprogramma te ontwikkelen en te testen in de praktijk. Ouderen, professionals en ICT-professionals worden betrokken in verschillende co-creatie sessies om gebruikersbehoefte, acceptatie en technische eisen te verkennen als mede inhoudelijke eisen zoals verhouding face-to-face en online. In samenspraak met gebruikers wordt de blended BITE-IT interventie ontwikkeld op basis van een bestaand platform, waarbij ook gekeken wordt naar het gebruik van bestaande en succesvolle applicaties. De BITE-IT interventie wordt uitgebreid getoetst op haalbaarheid en eerste effectiviteit in de praktijk.
Veel patiënten binnen de GGZ kampen met chronische pijn en depressie. Het bevorderen van een gezond beweegpatroon speelt een belangrijke rol in hun behandeling. Deze patiënten kunnen echter door emoties en veranderde prikkelverwerking signalen van het lichaam niet goed inschatten. Daarbij zijn hun klachten belemmerend in hun activiteiten waardoor motivatie vaak afwezig is. GGZ-professionals gebruiken zorgstandaarden waarbij uitgegaan wordt van 'one-size-fits-all' behandelprogramma's. Deze sluiten onvoldoende aan bij de behoefte aan gepersonaliseerde interventies uitgaande van zelfmanagement van de individuele patiënt. Dit pleit voor een instrument dat professionals helpt objectief inzicht te krijgen in het beweegpatroon van hun patiënten, dat gepersonaliseerde feedback geeft en ondersteunt bij de verdere individueel passende begeleiding van de patiënt. Zelfmeettechnologie ('activity trackers') lijkt hier goed te passen. De mogelijkheden om zelfmeettechnologie als basis voor de behandeling van deze patiënten te gebruiken zijn echter bij GGZ-professionals veelal onbekend. Daarnaast is het inzetten van alleen zelfmeettechnologie waarschijnlijk onvoldoende en is niet goed bekend hoe deze patiënten gemotiveerd kunnen worden om deze technologie te (blijven) gebruiken. In dit project willen de Hanzehogeschool Groningen, Inter-Psy, Transcare en MobileCare samen met professionals en patiënten en andere nog te betrekken partners (o.a. het Rob Giel Onderzoekscentrum als trekker van het eHealth netwerk Noord-Nederland heeft aangegeven een bijdrage te willen leveren) ontdekken hoe op een goede manier aan de bovenbeschreven behoefte van GGZ-professionals kan worden bijgedragen. Beoogd wordt om met deze subsidie een proof of concept te leveren van een digitaal instrument dat op basis van zelfmeettechnologie meerwaarde biedt in de behandeling van patiënten met chronische pijn en depressie. Deze proof of concept vormt de basis voor een te schrijven subsidievoorstel om dit verder te ontwikkelen.