In the Netherlands an innovative programme for early detection of chronic obstructive pulmonary disease (COPD) in primary care among patients aged 40–70 years has been evaluated in both an effect study and a pilot implementation study. Health-care providers identified four obstacles for successful implementation of a COPD early detection programme. This Brief Communication describes the most important results of a qualitative study using in-depth interviews.
DOCUMENT
This study evaluated the Toddler Oral Health Intervention (TOHI) for preventing early childhood caries (ECC) by 48 months. TOHI, an add-on to standard care in well-baby clinics (WBCs), aims to reduce ECC incidence and severity.
MULTIFILE
Objective: Effective healthcare innovations are often not adopted and implemented. An implementation strategy based on facilitators and barriers for use as perceived by healthcare professionals could increase adoption rates. This study therefore aimed to identify the most relevant facilitators and barriers for use of an innovative breast cancer aftercare decision aid (PtDA) in healthcare practice. Methods: Facilitators and barriers (related to the PtDA, adopter and healthcare organisation) were assessed among breast cancer aftercare health professionals (n = 81), using the MIDI questionnaire. For each category, a backward regression analysis was performed (dependent = intention to adopt). All significant factors were then added to a final regression analysis to identify to most relevant determinants of PtDA adoption. Results: Expecting higher compatibility with daily practice and clinical guidelines, more positive outcomes of use, higher perceived relevance for the patient and increased self-efficacy were significantly associated with a higher intention to adopt. Self-efficacy and perceived patient relevance remained significant in the final model. Conclusions: Low perceived self-efficacy and patient relevance are the most important barriers for health professions to adopt a breast cancer aftercare PtDA. Practice implications: To target self-efficacy and perceived patient relevance, the implementation strategy could apply health professional peer champions.
DOCUMENT
De maatschappelijke urgentie van vergroening is groot. Tegelijk zet de gemeente in op verdichting van de stad. Vaak slagen betrokkenen er onvoldoende in een gezamenlijke agenda te ontwikkelen en belangentegenstellingen te overbruggen. Wijkbeheerders van de gemeente Eindhoven signaleren dat realisatie van ambities op weerstanden stuit bij bewoners. Voor het creëren van draagvlak bij bewoners is participatie noodzakelijk. De inzet van dit project is om deze conflicterende agenda’s met elkaar te verzoenen door alle stakeholders vanaf het begin te betrekken bij het vergroenen van hun wijk. Door het verbinden van de particuliere tuinen met het groen in de wijk, vergroten we de biodiversiteit en leefbaarheid op wijkniveau. Door samen met de wijkbewoners de eigen tuinen en het groen in de wijk in kaart te brengen kan biodiversiteit in de wijk vergroot en beter afgestemd worden. Er ontstaan groene corridors die bijdragen aan een gezond leefklimaat en community building. Het doel is om de eigen bijdrage aan de vergroening naar een collectieve groene biodiverse omgeving te realiseren. In het co-creatie proces maken we gebruik van beschikbare databases over biodiversiteit in wijken en buurten en ICT-toepassingen. Deze aanpak is bewezen in het VK, de VS en Australië en beschreven door Goddard et al., (2010 p)1. Fontys Hogescholen wil met de gemeente Eindhoven en twee private en innovatieve ondernemingen op het snijvlak van natuur, technologie en cultuur deze aanpak beproeven in de praktijk van de Eindhovense wijk Heesterakker. In dit projectvoorstel past Fontys Hogescholen het a.mplifier-programma toe op een concrete casus, namelijk het vergroenen van buurten en het bevorderen van biodiversiteit. Het doel is om een doorbraak te realiseren op het beleidsdossier vergroenen in een wijk in Eindhoven. Het project streeft zowel op inhoud als op proces de volgende doelen na; 1) testen ICT toepassingen voor biodiversiteit en 2) inzicht in multi-helix samenwerkingsverbanden.