Het meeste vlees dat Nederlanders eten wordt niet duurzaam geproduceerd. Veel productie leidt tot overbemesting, kost veel water en gaat ten koste van de biodiversiteit en het landschap, terwijl dierenwelzijn niet per se is geborgd. Hogeschool Van Hall Larenstein participeerde binnen het onderzoek ‘Dierzaam’ van de Hogeschool Utrecht. Het project zocht naar marketingstrategieën die consumenten verleiden om over te stappen naar meer duurzaam geproduceerd vlees. In dit whitepaper beschouwt Van Hall Larenstein (VHL) de kansen in de keten vanuit het perspectief van de boer. Hiervoor bestudeerden onderzoekers literatuur en inspirerende voorbeelden. Meer aandacht voor dierenwelzijn zal leiden tot extensivering van de veehouderij. De milieubelasting van vlees wordt bepaald op veel criteria, de uitkomsten verschillen per diersoort en voor traditioneel of organische houderijsystemen. Over het algemeen zijn kip- en varkensvlees minder milieu belastend dan rundvlees. Echter, varkens en kippen eten weer meer granen die wereldwijd voor mensen belangrijk zijn en rundvee kan daarentegen op grasland leven. Voor de omschakeling naar duurzame vleesvee houderij is een systeemverandering nodig waar álle partijen een rol in hebben. De boer moet voldoen aan de vele normen en heeft deskundigheid nodig. Sociale media kunnen een transparante communicatie tussen boer en consument ondersteunen. De supermarkt en de slager kunnen het eigen assortiment kiezen en meer communiceren en informeren en de consument maakt uiteindelijk de keuze in de winkel. De overheid moet zich actiever opstellen in markt- en prijsbeleid. Boeren staan onder druk door enerzijds maatschappelijke eisen en aan de andere kant de kostprijs van duurzame productie. Een eerlijk en duurzaam verdienmodel voor de boer vereist een hogere vleesprijs, gecombineerd met betalingen van de boer voor maatschappelijke (ecosysteem)diensten.
MULTIFILE
Op 28 maart 2024 vond de slotbijeenkomst van het project Natuurinclusieve Gebiedsontwikkeling plaats in het Natural Pavilion te Almere. Tijdens deze bijeenkomst werden de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen per case gepresenteerd van twee jaar onderzoek met als hoogtepunt de presentatie van de whitepaper met natuurinclusieve uitgangspunten. Naast de presentaties was er een posterexpositie georganiseerd waarbij op de posters de belangrijkste uitkomsten van diverse deelonderzoeken werden gepresenteerd. De posters van onderzoekers en studenten zijn in deze publicatie gebundeld.
DIRECT measuring for C-Dutch is onderdeel van de samenwerking tussen het lectoraat Tactical Design van ArtEZ University of the Arts en het Nederlands Openluchtmuseum (NOM). In het onderzoek C-DUTCH werken we samen om historische kennis van de Nederlandse materiële en immateriële cultuur als inspiratiebron in te zetten voor ontwerpers die willen bijdragen aan een sociaal, ecologische en economisch duurzame samenleving. Drie ontwerpers hebben in dit kader concepten ontwikkeld om het thema duurzaamheid voor een groot publiek zichtbaar en ervaarbaar te maken. Echter stuitten zij hierbij op de vraag in hoeverre zij hun statements en claims m.b.t. duurzaamheid voldoende objectief kunnen onderbouwen. Een vraag die breder leeft binnen de creatieve sector; het ontbreekt zelfstandige ontwerpers aan toegankelijke, bruikbare en betaalbare tools om de duurzaamheid van hun ontwerpen op een goede manier te meten. Juist omdat het om een zeer complexe samenhang gaat van sociale, ecologische en economische aspecten, die allemaal in een ontwerp samenkomen, zijn bestaande methodes te beperkt. Er is behoefte aan meer integrale meetmethoden. Het RIVM ontwikkelt momenteel binnen het programma ‘Meten van Duurzaamheid’ methodes voor ontwerpers, zoals DIRECT. Uit gesprekken met het RIVM blijkt dat de huidige instrumenten onvoldoende bekend zijn bij de creatieve sector, maar ook nog moeilijk zijn in te zetten omdat ze slecht aansluiten op de dagelijkse ontwerppraktijk. ArtEZ, NOM, RIVM en ontwerpers onderzoeken daarom de vraag: Hoe kunnen we bestaande meetmethodes voor ecologische duurzaamheid verbeteren, doorontwikkelen en/of nieuwe methodes opzetten waarmee zelfstandige creatieve professionals op het gebied van productontwerp en mode/textiel wetenschappelijk onderbouwde statements en claims kunnen maken voor historische, actuele en nieuwe ontwerpen? Het project sluit aan bij het missiegebied ‘Energietransitie & Duurzaamheid’ en het programma Nederland Circulair 2050. Er is een directe relatie met de Key Enabling Methodologies van de creatieve industrie voor ‘Monitoring & Effectmeeting’ en met ‘Visie & Verbeelding’.
Digitale marketing in e-commerce heeft zich sterk ontwikkeld. Consumenten hebben brede toegang via hun eigen, persoonlijke apparaten en door de snelle ontwikkeling van machine-learning-technologieën kan gerichte communicatie geautomatiseerd worden. Toch staat het huidige e-commerce bedrijfsmodel ter discussie, vooral door de impact op het milieu. Het retourzenden van producten is volledig gebruikelijk geworden onder consumenten. Dit soepele retourbeleid roept milieuzorgen op, omdat het de ecologische voetafdruk vergroot en financiële lasten met zich meebrengt voor bedrijven, namelijk de kosten voor het afhandelen van retouren wordt geschat op €12,50 tot €19,50 per retour. Om bij te dragen aan de oplossing van het retourprobleem, richt dit project zich op het onderzoeken van hoe gepersonaliseerde digitale marketinginterventies het consumentengedrag kunnen veranderen en productretouren kunnen verminderen. Dit gebeurt aan de hand van een casestudy in samenwerking met MKB-partner BBB Cycling en zal gebaseerd zijn op diepgaande inzichten in de specifieke doelgroep van consumenten die vatbaarder zijn voor het retourneren van producten. Anders dan andere onderzochte oplossingen, zoals het herzien van het retourbeleid, het implementeren van pastools en het stimuleren van consumenten via prijsvergelijkingen en pop-upberichten over de milieueffecten, neemt dit project een unieke invalshoek door specifiek te focussen op de psychologische kenmerken van consumenten en de psychologische triggers achter hun retourbeslissingen. Het project omvat vier werkpakketten: 1) Inzichten verkrijgen over consumenten die geneigd zijn producten te retourneren; 2) Gepersonaliseerde digitale marketinginterventies co-creëren om het retourpercentage te verlagen; 3) De gepersonaliseerde digitale marketinginterventies testen in een real-life online omgeving; 4) De kennis verspreiden naar e-commercebedrijven, consumenten en onderwijs voor een bredere maatschappelijke impact. Dit wordt uitgevoerd door alle partners: Thuiswinkel.org via zijn e-commerce bedrijfsnetwerk, Consumentenbond via zijn communicatie met consumenten, en het Lectoraat Purposeful Marketing van De Haagse Hogeschool, via zijn samenwerkingsactiviteiten in het onderwijs.
Het onderzoek van deze postdoc richt zich op ecologisch duurzame voedingsconcepten voor het verbeteren van de spiergezondheid, algehele gezondheid en vitaliteit van ouderen met obesitas. De specifieke focus op het ecologisch duurzame aspect van de voeding is een nieuwe onderzoekslijn binnen het Lectoraat Voeding & Beweging (Center of Expertise Urban Vitality), naast en in aansluiting op de bestaande lijn gericht op kwetsbare ouderen en spierbehoud. Deze postdocpositie is heel relevant voor de praktijk: obese ouderen zijn een sterk groeiende doelgroep met in de nabije toekomst 1 miljoen mensen. Tot nu toe worden voor deze doelgroep vaak dierlijke eiwitten geadviseerd, vanwege de hoge kwaliteit en het positieve effect op de spieren. Dierlijke eiwitten zijn echter niet duurzaam. Slimme combinaties van plantaardige eiwitbronnen hebben naar verwachting ook een hoge eiwitkwaliteit, met een veel lagere ecologische voetafdruk. Daarbij zijn plantaardige voedingspatronen geassocieerd met een lager risico op chronische aandoeningen. Hier is nog maar heel weinig praktijkgericht onderzoek naar gedaan, terwijl dit erg relevant is voor de toekomstige praktijk. Vanaf september 2020 rolt de opleiding Voeding & Diëtetiek een nieuw curriculum uit waarin studenten in en met de praktijk gaan werken voor een diepere leerervaring. Nieuwe onderzoeksprojecten binnen het Lectoraat Voeding & Beweging -waaronder deze postdoc- worden ingebed in verschillende fasen van het onderwijs waarin samengewerkt wordt in co-creatie met docenten, werkveldpartners en andere stakeholders voor het ontwerpen van passende oplossingen voor verschillende doelgroepen. Samenvattend: de postdoc onderzoekslijn is heel waardevol en nodig voor de eiwittransitie en de praktijk van de diëtist, en relevant voor het leren van studenten en docenten. De postdoc is momenteel designer van het nieuwe curriculum van de opleiding Voeding & Dietetiek en is in de afrondende fase van haar promotietraject waarin ze al veel ervaring heeft opgedaan met dit onderwerp.