Jaarlijks organiseert de Koninklijke Nederlandse Schaatsenrijders Bond (KNSB) naast een aantal World Cups ook een groot internationaal schaatskampioenschap. Dit varieert van de EK of WK allround, de WK sprint of de WK afstanden. De vaste locatie is ijsstadion Thialf in Heerenveen, Friesland. In 2012 werden van 22 tot en met 25 maart voor de tweede keer in de historie de WK afstanden in Thialf gehouden. Sportief was het een enorm succesvol toernooi voor Nederland. Nederland veroverde vijf gouden, vijf zilveren en vier bronzen medailles. In vier dagen tijd genoten meer dan 30.000 toeschouwers van dit topevenement. De Hanzehogeschool Groningen en Fontys Economische Hogeschool Tilburg hebben onderzoek gedaan naar de economische impact, het bezoekersprofiel en de tevredenheid van bezoekers. Voor het onderzoek zijn vragenlijsten afgenomen onder bezoekers van het evenement en is documentatie gebruikt vanuit de organisatie over bestedingen vanuit sponsoren, deelnemers en organisatie. Hierbij is gebruik gemaakt van de richtlijnen van de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP). De economische impact van de WK afstanden voor de provincie Friesland was € 2.081.000. In en rondom Thialf waren de additionele bestedingen van bezoekers € 903.000. Daarbij kwamen overnachtingen voor bezoekers € 471.000 en deelnemers € 298.000. Additionele organisatorische bestedingen waren € 409.000. Ook voor de gemeente Heerenveen is er een aanzienlijke economische impact, namelijk € 1.574.000. Deze economische impact is ten opzichte van andere sportevenementen behoorlijk te noemen. Aangetekend moet worden dat overige bestedingen vanuit teams en media niet achterhaald konden worden.
De gangbare, DSM-gestuurde interpretatie van depressieve stoornis doet de ervaring van mensen die aan deze stoornis lijden geen recht. Er ontbreken drie wezenlijke aspecten aan de DSM-definitie: een verstoorde wereldbetrekking, een verstoorde lijfelijkheid en een verstoorde temporaliteit. De fenomenologische uitleg van depressie die in mijn proefschrift centraal staat, laat deze psychische stoornis niet naar voren treden als extreme somberheid, maar als existentieel isolement. De ‘stemmingsstoornis’ (mood disorder) is zo beschouwd een afstemmingsstoornis: een verstoring van een proces of gebeuren van synchronisatie op een heel elementair, lijfelijk-affectief niveau. Dat het fenomeen depressie momenteel zo wijdverbreid is – de zogeheten depressie-epidemie – kan in verband worden gebracht met de wijze waarop het individu door de laatmoderne ‘neoliberale’ cultuur tot subject wordt gevormd. De hedendaagse subjectpositie is ‘isolistisch’ van aard. Dit staat op gespannen voet met de menselijke grondbehoefte aan elementaire afstemming. Anders gezegd: de laatmoderne subjectificatie van het individu is depressogeen. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/bert-van-den-bergh-95476526/
Ecologen kunnen niet langer opereren in hun eigen natuurwereldje, maar moeten oog krijgen voor sociale en economische aspecten van natuur. Natuur moet niet alleen biodiversiteit opleveren, maar ook geld en geluk. Drie lectoren op hogeschool Van Hall Larenstein (VHL) proberen dit zogenoemde ‘Geïntegreerd natuur- en landschapsbeheer’ tussen de oren te krijgen van docenten, studenten en mensen in het werkveld.
MULTIFILE
In dit project verricht het lectoraat Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim samen met de Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Amsterdam, CUMELA, de Jong & Laan en MKB familiebedrijven praktijkgericht onderzoek naar financiering en besluitvorming bij MKB familiebedrijven. Nu banken vanwege de economische crisis terughoudender zijn geworden in kredietverlening en hun financieringseisen hebben verzwaard, zijn meer bedrijven aangewezen op eigen middelen en familiekapitaal. Vormen van zelf-financiering worden steeds belangrijker om groei en continuïteit van MKB familiebedrijven te waarborgen. Met name bij de overdracht van kapitaalintensieve MKB familiebedrijven worden complexe financieringsconstructies bedacht om de overname mogelijk te maken. Vaak wordt hierbij onvoldoende nagedacht over het onderscheid tussen de verschillende rollen die familieleden kunnen hebben als ze met hun vermogen in het bedrijf zitten (eigenaar of andere vermogensverschaffer, familielid, directielid, werknemer). Hierdoor kan onduidelijkheid ontstaan over onderwerpen zoals besluitvorming, rendement op vermogen, zeggenschap en beloningsstructuren, waardoor op termijn conflicten kunnen ontstaan. Daarnaast kan de besturing van ondernemingen door de verschillende belangen van vermogensverschaffers in negatieve zin worden beïnvloed en kan dit (op termijn) de continuïteit, wendbaarheid en groei van ondernemingen in gevaar brengen. Zowel in de praktijk als in het onderzoek ontbreekt het aan kennis over hoe met deze problematiek kan worden omgegaan. Dit project heeft daarom tot doel om samen met de projectpartners nieuwe kennis te ontwikkelen rond zelf-financiering en besluitvorming in MKB familiebedrijven. Door middel van ontwerpgericht praktijkonderzoek wordt bestaande en nieuwe kennis over de rol van zelf-financiering en de positie van eigenaren omgezet in oplossingsrichtingen ter verbetering van de besluitvorming in MKB familiebedrijven. Door het monitoren van de uitgevoerde interventies zal worden vastgesteld of de oplossingsrichtingen in de praktijk werken. De kennis die uit dit project voortkomt beoogt daarmee het handelingsvermogen van eigenaren en directieleden te vergroten en zelf-financiering als mogelijke financieringsbron effectiever te maken.
Onze huidige voedselvoorziening wordt gekenmerkt door overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen zoals antibiotica, genetische manipulatie, overdadig veel transport, water en andere grondstoffen worden gebruikt en productieprocessen gebaseerd op fossiele brandstoffen. Ook wordt veel landbouwgrond dusdanig uitgeput dat de kwaliteit van de grond en de diversiteit sterk achteruit gaan. Gezonde en duurzaam geproduceerde voeding zou voor iedereen bereikbaar moeten zijn. Bovendien is er veel leegstand in verschillende regio’s, deze leegstand kan door middel van aquacultuur systemen zeer waardevol worden benut. Dit is de aanleiding geweest om te zoeken naar alternatieve mogelijkheden voor duurzame productie van voedsel binnen de agrifoodsector. Geïntegreerde aquacultuur systemen worden verwacht goed toepasbaar te zijn voor duurzame voedingsproductie. Deze systemen verminderen de afhankelijkheid van de huidige voedselvoorziening van chemie, olie en gas. Bovendien stimuleert het de lokale en regionale economie en schept het duurzame werkgelegenheid. De doelstelling is het sluiten van de materiaalstroomketen, het voorkomen van afvalstoffen en het stimuleren van grondstof besparing. De aanpak van dit project is daarom gericht op de transitie naar circulaire materiaalstromen waarbij hoogwaardig hergebruik van de materialen mogelijk is op een manier waarbij waarde wordt toegevoegd. Hierbij worden mogelijkheden verkent in het kader van de biobased economy en nieuwe business- en verdienmodellen van dergelijke geïntegreerde aquaculturen. De onderzoeksvraag voor A2FISH is welke circulaire business- en verdienmodellen er realiseerbaar zijn voor kansrijke geïntegreerde aquacultuursystemen binnen de agrifoodsector. Om die onderzoeksvraag uiteindelijk te kunnen beantwoorden, zijn een aantal deelvragen geformuleerd: • Welke aquacultuursystemen zijn kansrijk toepasbaar binnen de agrifoodsector? • Aan welke technische en economische aspecten moet een aquacultuursysteem voldoen om te komen tot kansrijke business- en verdienmodellen? • Welke soorten planten kunnen worden met waardevolle inhoudsstoffen kunnen worden gekweekt met de aquacultuursystemen? • Welke soorten gangbaar industrieel visvoer kan worden gefabriceerd uit reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie en welke invloed heeft dit voer als bemesting op de waterkwaliteit? • Hoe ziet een vervolgtraject voor een geïntegreerd circulair aquacultuursysteem eruit en in hoeverre is dit anders dan voor gangbare alternatieven?
‘Augmented Reality (AR) is een technologie die de realiteit en de virtuele wereld met elkaar verbindt. In het Nederlands betekent 'augmented reality' letterlijk: verrijkte werkelijkheid. Het is dus een mix van de realiteit met een virtuele toevoeging of ‘verrijking’1. De toenemende digitalisering van de automotive sector maakt dat zowel ontwikkelaars als bestuurders van de auto behoefte hebben aan extra informatie bij het uitvoeren van hun taak. Zo bestaat in de logistieke sector momenteel de wens om het proces van ‘docken’ te verbeteren via AR. Het onderliggende voorstel beschrijft daarom een haalbaarheidsstudie naar de mogelijkheden om AR, specifiek gericht op deze case en tegelijk in het bredere perspectief van lopend en toekomstig onderzoek bij HAN Automotive Research (HAN-AR). Deze haalbaarheidsstudie focust op twee aspecten: • Onderzoek naar de toepassing van AR bij rijtaakondersteuning van professionele bestuurders in vrachtwagens, gerelateerd aan RAAK-Pro onderzoek INTRALOG. • Onderzoek naar verrijking met AR van software tools (zie www.openMBD.com) die HAN-AR in eerdere RAAK projecten2 ontwikkelde. Het onderzoek levert de volgende resultaten: 1. Inzicht in de economische, organisatorische en operationele issues die een rol spelen bij de succesvol kunnen toepassen van AR in automotive onderzoek in brede zin. 2. Inzicht in technische en gebruikersaspecten van AR bij het ondersteunen van gebruikers. 3. Inzicht in verdere valorisatie van de uitkomsten van de afgeronde en lopende onderzoeken. De ervaringen die HAN lectoren (Slomp, Bakker) hebben opgedaan zijn input voor dit voorstel. Centraal bij de uitvoering van deze haalbaarheidsstudie staat de overdracht van de kennis naar de partners van HAN-AR. Dit gebeurt specifiek via ACE workshops met een groot aantal partners van HAN-AR en ACE. Bij positieve resultaten van AURA wordt het onderzoek gecontinueerd in een omvangrijker onderzoek, met als doelstelling om AR bij het MKB verder te implementeren.