The objective of this study is to apply a potato model for the Andean Ecoregion and extend this model with Late Blight epidemiology and fungicide spray scheduling in order to evaluate effects (trade-offs) of fungicide applications on potato yield.
LINK
De regio Parkstad Limburg heeft te maken met een complexe, meervoudige opgave in de vorm van achterstanden in de sociaal fysieke leefbaarheid, ruimtelijke- en sociaal-economische structuur. Vergelijken we Limburg met de rest van Nederland, dan zijn er grote verschillen zichtbaar. Zoomen we in op Parkstad Limburg, dan zijn armoede, ongezondheid, werkloosheid, leegstand en onveiligheid in diverse buurten en wijken aan de orde van de dag. Dit heeft negatieve invloed op de brede welvaart in de regio. De problematiek en de achterstand ten opzichte van het gemiddelde van Limburg en de rest van Nederland is groot en wordt overgedragen van generatie op generatie. Een duurzame ontworsteling uit de hele gemarginaliseerde positie lijkt zonder langdurige ondersteuning nagenoeg onmogelijk, mede door de intergenerationele mobiliteit van armoede, opleidingsniveau, gezondheid en werkloosheid.
DOCUMENT
Deze publicatie doet verslag van het proces om te komen tot een regionale voedselketen in de regio Westerkwartier gelegen in het stedelijk veld Groningen. Deze regio heeft op dit moment een gerichtheid op de melkproductie voor de globale markt en vrijwel geen oriëntatie op de eigen omgeving zoals de inwoners van de stad Groningen
DOCUMENT
Dit tweeluik is de uitkomst van het eerste deelproject van de studie ‘Sturen met Ruimte’ naar regionale sturingsnetwerken in het onderwijs. In het eerste deelproject van deze studie zijn we nagegaan wat zoal wordt verstaan onder ‘de regio’, hoe de regio conceptueel kan worden afgebakend, wat ‘de regio’ betekent als bestuurlijk schaalniveau en hoe de overheid ermee kan sturen. Hiervoor hebben we twee dingen gedaan: ten eerste het uitvoeren van een systematische internationale literatuurstudie en ten tweede het analyseren van het beleidsdiscours van de overheid over ‘de regio in het Nederlandse onderwijs’. Bij zowel de literatuurstudie als de beleidsanalyse zijn we open en inductief te werk gegaan door de bronnen – respectievelijk wetenschappelijke (onderzoeks-)literatuur en beleidsdocumenten – zoveel mogelijk zelf te laten ‘spreken’. We deden dat door op een systematische manier de bronnen te zoeken en te selecteren, de inhoud ervan in kaart te brengen, die te ordenen om vervolgens tot bevindingen te komen.
DOCUMENT
Deze studie beschrijft de effecten van twee regio-issues op het imago van die regio’s: het effect van de aankondiging van (meer en zwaardere) aardbevingen op de aantrekkelijkheid van Noord-Groningen, en het effect van Project X Haren (jongerenrelletjes) op de aantrekkelijkheid van het dorp Haren. Tevens is gekeken of mogelijke effecten verschillen naar gelang afstand tot de regio of doelgroep (bewoners versus niet bewoners, en bedrijven). Er is in juni 2013 een korte vragenlijst verspreid onder ruim 300 bedrijven in Nederland, en ruim 400 particulieren. Het blijkt dat beide issues goed bekend waren in heel Nederland en dat het inderdaad geleid heeft tot een negatief effect op de regio’s als woon- en/of vestigingslocatie. Er was nauwelijks effect aantoonbaar op bezoekaantrekkelijkheid (case Noord Groningen). Bedrijven en bewoners uit de eigen regio zijn (logischerwijs) beter op de hoogte van regionieuws dan buiten de regio. Er is geen verband met afstand gevonden. Wel geldt zowel binnen als buiten de eigen regio dat als een regio minder aantrekkelijk gevonden wordt, men ook minder goed op de hoogte is van regionieuws. Dit vergroot het belang van goede communicatie met de eigen doelgroepen in een regio. Landelijk nieuws kan ook, zoals in geval van Haren, leiden tot grotere bekendheid. Ondanks dat een aantal mensen daar een negatief gevoel bij heeft, blijven er grote groepen over waarbij het geen negatief effect heeft zodat ook slecht nieuws kan leiden tot versterking van het regiomerk.
DOCUMENT
Eindrapport van het Raakproject 'Veluwezoom: parels rijgen in de regio '
MULTIFILE
Dit rapport brengt met acht portretten initiatieven in de regio Utrecht in kaart, waarmee het onderwijs en/of het werk anders georganiseerd werd in een onderwijsinstelling. De volgende onderzoeksvraag stond hierbij centraal: Hoe zijn onderwijsinstellingen in de regio Utrecht hun onderwijs en/of werk anders gaan organiseren? Om deze vraag te beantwoorden, werden de volgende deelvragen bestudeerd: a. Wat was de aanleiding om anders te gaan organiseren? b. Op welke manier werd er anders georganiseerd? c. Hoe is het proces van het anders organiseren verlopen? d. Welke (eerste) resultaten heeft het anders organiseren opgeleverd?
DOCUMENT
Lectorale rede aangaande de responsieve regio waarbij de concepten tweede demografische transitie, selectieve krimp, leefbaarheid en veerkracht centraal staan.
DOCUMENT
In deze aflevering van Social Work Future Proof gaat lector Maja Ročak in gesprek met Bart Wernaart, lector Moral Design Strategy, en Lucas van Houtert, verslaggever bij het Eindhovens Dagblad, over de toekomst van de Brainport regio. De plannen voor de aanzienlijke schaalvergroting in deze regio en de implicaties voor de samenleving worden besproken. Gemeenschapsbetrokkenheid bij stedelijke transformatie en bij besluitvormingsprocessen en het belang van (alle) burgers als mede-ontwerpers van onze toekomstige steden zijn belangrijk.
LINK
De Nederlandse overheid stelt zich als doel om dakloosheid volledig uit te bannen vóór 2030 (Ministerie van BZK, Ministerie van SZW & Ministerie van VWS, 2022). Om dit doel te bereiken, zijn gegevens over de aard en omvang van dak- en thuisloosheid in Nederland van cruciaal belang. Hoeveel mensen er dak- en thuisloos zijn in Nederland is echter niet duidelijk. Ook is niet bekend wat hun kenmerken en leefsituaties zijn. In het recent verschenen Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis (2023-2030) wordt gewezen op het belang van betere monitoring van dakloosheid, zodat er gericht kan worden gestuurd aan de hand van kwantitatieve gegevens. De huidige monitoring van dakloosheid in Nederland biedt hiertoe onvoldoende mogelijkheden (Ministerie van BZK, Ministerie van SZW & Ministerie van VWS, 2022). Om beter zicht te krijgen op de werkelijke aard en omvang van dak- en thuisloosheid voerde Hogeschool Utrecht in samenwerking met Kansfonds een telonderzoek uit in twee regio’s in Noordoost-Brabant: regio Meierij en Bommelerwaard met centrumgemeente ’s-Hertogenbosch en regio Brabant Noordoost-Oost met centrumgemeente Oss. Hierbij werd gebruik gemaakt van een voor Nederland nieuwe definitie van dakloosheid, de ETHOS-Light classificatie, en van een nieuwe telmethode. Dit rapport bevat de resultaten van de telling die plaatsvond op 16 mei 2023 in regio Meierij en Bommelerwaard. De telling is uitgevoerd in nauwe samenwerking met de gemeenten die onderdeel uitmaken van deze regio: ’s-Hertogenbosch, Zaltbommel, Sint-Michielsgestel, Maasdriel, Vught, Meierijstad en Boxtel. Het onderzoeksteam van Hogeschool Utrecht werd ondersteund door het onderzoeksteam van de Katholieke Universiteit Leuven dat de toegepaste telmethode ontwikkelde. Dit onderzoeksteam, onder leiding van prof. dr. Koen Hermans, past de telmethode inmiddels al een aantal jaar met succes toe in een groot aantal Belgische regio’s. Met hun toestemming passen wij deze methode nu voor het eerst in Nederland toe. Met het uitvoeren van de telling geven de gemeenten in regio Meierij en Bommelerwaard, Hogeschool Utrecht en Kansfonds een impuls aan het in kaart brengen van dak- en thuisloosheid in Nederland. De betrokken gemeenten hebben de ambitie om dak- en thuisloosheid in hun regio gedegen aan te pakken. Zij willen hun beleid gericht op preventie en aanpak van dakloosheid baseren op concrete cijfers en profielkenmerken van dak- en thuisloze mensen in hun regio. De resultaten van deze telling worden gebruikt voor de ontwikkeling van een regionaal actieplan om dakloosheid te voorkomen en te beëindigen in 2030.
DOCUMENT