In recente jaren is er een groeiende erkenning van cross-overs tussen kunst en het zorg- en welzijnsdomein, waarbij transdisciplinaire samenwerkingen bijdragen aan complexe uitdagingen. In de bloei van cross-overs tussen kunst, zorg en welzijn, ontbreekt momenteel een systematische verkenning van hun impact en uitdagingen binnen het Nederlandse onderwijs. Deze scoping reviewonderzoekt hoe kunst en zorg samenkomen in het onderwijs, welke meerwaarde dat biedt en welke uitdagingen moeten worden overwonnen. De studie inventariseert en categoriseert 50 educatieve praktijken, variërend van kunstinterventies in zorginstellingen tot transdisciplinaire minoren en hybride leeromgevingen. Uit de resultaten blijkt dat dergelijke cross-overs een meerwaarde kunnen hebben voor zowel studenten van gezondheidsstudies als kunststudenten door het bevorderen van empathie, samenwerking en reflectie, en de bevordering van vaardigheden zoals communicatie, creatieve probleembenadering en kritisch denken. Tegelijkertijd worden uitdagingen geïdentificeerd, waaronder beperkte zichtbaarheid van cross-overprojecten, het ontbreken van structurele inbeddingin curricula en een gemis aan wederkerigheid in samenwerkingen. De analyse toont aan dat kunstopleidingen sterk gefocust zijn op ervaringsleren, terwijl gezondheidsopleidingen vaak een meer functionele benadering volgen. Dit wijst op een behoefte aan meer gelijkwaardige en interprofessionele samenwerking. Het ontwikkelen van inzicht in het eigen en elkaars perspectief, en een gezamenlijke taal en infrastructuur is essentieel om barrières te overbruggen en duurzame cross-overeducatie te realiseren. Deze studie pleit voor meer ruimte in het onderwijs voor transdisciplinaire co-creatie en samenwerking met maatschappelijke partners.Deze review dient als basis voor de ontwikkeling van toekomstige educatieve praktijken op het snijvlak van kunst en gezondheid in het onderwijs. De inzichten in de review, alsook de input die verzameld wordt door de open oproep in deze review, kan bestaande educatieve praktijken versterken en nieuwe en duurzame initiatieven informeren in het groeiende educatieve veld van kunst en gezondheid
DOCUMENT
Een van de belangrijkste ontwikkelingen in het onderwijs is het gebruik van nieuwe kennismedia: media voor het genereren, begrijpen en delen van kennis. Denk aan social media, serious gaming, apps, tablets en smartphones. De grote vraag is: hoe ga je als school om met deze mediaontwikkelingen? In dit whitepaper presenteren we de roadmap van ons onderzoek naar de educatieve implementatie van de iPad (Engelstalig document)
DOCUMENT
Dat LOB anders moet lijkt evident, maar hoe kunnen we op een stimulerende manier jongeren helpen te navigeren in de richting die henzelf vooruit brengt en tegelijkertijd rekening houdt met de veranderingen in de arbeidsmarkt? Deze lastige vraag was de aanleiding om dit LOB-Kompas voor de 21e eeuw te schrijven. Dit LOB-Kompas is een eerste aanzet om leerlingen, docenten èn ouders op een andere manier te laten kennismaken met veranderingen in de beroepspraktijk. Het doel van deze LOB 2.0. methode is te worden ingezet als aanvullende module op de ‘traditionele’ LOB-methodes, zodat keuzebegeleiding toekomstbestendig wordt ingestoken en deze de leerling optimaal voorbereidt op een loopbaan die bij hem/haar past.
DOCUMENT
Onderzoeker Philip Marcel Karré bespreekt twee recente rapporten die sociale innovatie in de stadslandbouw belichten. De auteurs beschrijven en analyseren Rotterdamse projecten vanuit twee resp. invalshoeken: als burgerinitiatief in de buitenruimte en als sociale onderneming, en schetsen zo een beeld van de stand van zaken in de praktijk.
LINK
Aeres Hogeschool is een hogeschool, waarin de thema’s agro, food en leefomgeving centraal staan. Onze studenten zijn afkomstig uit geheel Nederland en van over onze landsgrenzen. Met ons onderwijs en praktijkgericht onderzoek staan we midden in de samenleving. Wij willen bijdragen aan deze samenleving die veel uitdagingen kent en daarmee ambities heeft. Daarom sluiten we ons in dit instellingsplan aan bij de Sustainable Development Goals (SDG’s). Met ons onderwijs en onderzoek willen we bijdragen aan acht van de zeventien SDG’s. Daarmee laten we onze studenten ervaren dat zij opgeleid worden om bij te dragen aantransities in de samenleving. Met hun keuzes werken ze aan een andere wereld.
DOCUMENT
Deze agenda is een strategisch kader voor human capitalontwikkelingen in de creatieve industrie in de Metropoolregio Amsterdam voor de komende vier jaar (2012-2016). De agenda bestrijkt de gehele breedte van de creatieve industrie en richt zich op een interdisciplinaire aanpak en op het stimuleren van een onderzoekende en ondernemende cultuur in het onderwijs. Leidende thema’s zijn: • onderwijs over ondernemerschap;; • vraag en aanbod op elkaar afstemmen;; • alumni & permanente educatie;; • internationalisering. De Creatieve Industrie is de belangrijkste top sector voor de Metropoolregio Amsterdam (CBS monitor topsectoren 2012). Voor de beschrijving van de Creatieve Industrie in de Metropoolregio is een benadering vanuit drie clusters aangehouden: Kunsten & Cultureel Erfgoed, Media & Entertainment, Creatieve Zakelijke Diensten (reclame, mode vormgeving, architectuur). Het Kernteam Creatieve Industrie MRA wil een belangrijke bijdrage leveren aan de Europese en landelijke ambitie om Nederland in 2020 de meest creatieve economie van Europa te laten zijn. Dit vraagt om continue innovatie, slimme en creatieve oplossingen. Daarvoor is slim, creatief, jong (top)talent onmisbaar. Bij deze ambitie hoort een naadloze verbinding en samenwerking tussen bedrijfsleven en kennis- en onderwijsinstellingen. Het concurrerende klimaat, dynamiek en tempo in de sector vragen om snelle toepassing van nieuwe kennis en technologie en om een voortdurende instroom van nieuw (internationaal) creatief (top)talent en permanente bijscholing. Naast een economische waarde heeft de creatieve sector ook een maatschappelijk toegevoegde waarde. Met name de subsector Kunsten & Cultureel Erfgoed bevordert, met een vaak cross-sectorele aanpak, participatie en cohesie van diverse groepen in de samenleving. De toegevoegde waarde van de creatieve industrie wordt door andere sectoren nog onvoldoende op waarde geschat en benut. Voor professionals en aankomend talent is het cruciaal dat zij de juiste kennis en vaardigheden ontwikkelen om de meerwaarde en identiteit van de creatieve industrie over het voetlicht te brengen. De ondertekenaars van deze HCA hebben de intentie de ingezette samenwerking nog concreter vorm te geven. Het Centre of Expertise, Centrum voor Innovatief Vakmanschap en de Amsterdam Campus zijn hierbij dé vehikels om concrete afspraken en projecten tussen de drie partijen uit de gouden driehoek te realiseren. Prioriteit hierbij is de vraagarticulatie vanuit het bedrijfsleven verder aan te scherpen, afspraken hierover tussen partijen zijn reeds gemaakt. AIM wordt gevraagd twee per jaar een bijeenkomst te organiseren om concrete acties met elkaar te benoemen. Deze HCA, met bijbehorende ambitie en invulling, zal dan ook jaarlijks door het Kernteam geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden. Hierbij blijft afstemming met de MRA –agenda’s: HCA ICT en HCA Toerisme en Congressen gewenst.
DOCUMENT
Presentatie van rapport over: 'Groene Hart Werkt! door kennis en kunde'. Inventariseer de behoefte en wijze waarop de Groene Hart Academie verduurzaamd kan worden en werk een businessplan en actieplan uit zodat de leden van de bestuurlijke tafel Groene Hart Werkt! zich een beeld kunnen vormen over de kansen van een doorstart en de toekomstige positie van de Groene Hart Academie zodat zij haar rol kan blijven vervullen en nieuwe projecten kan blijven aanjagen en uitvoeren.
DOCUMENT
De transitie van het onderwijs in de foodsector in de Rotterdamse regio
DOCUMENT
De Provincie Utrecht wil inzicht krijgen in de beleving en waardering van de culturele profilering van streken en gemeenten en de bekendheid en publiekswaardering van culturele voorzieningen en erfgoedlocaties. Zij heeft de Hogeschool Utrecht opdracht gegeven hier onderzoek naar te doen. Dit rapport geeft antwoord op de vraag: Welke inzichten leveren relevante cultuuronderzoeken om helderheid te krijgen in de bekendheid en waardering van culturele voorzieningen en erfgoedlocaties en de culturele profilering van streken en gemeenten?
DOCUMENT
In het kunsten- en erfgoeddecreet werd een aparte categorie ‘Instellingen van de Vlaamse Gemeenschap’ opgenomen. Zij zouden een symboolfunctie en een sensibiliserende rol voor de artistieke gemeenschap en de gehele Vlaamse bevolking moeten vervullen. Bovendien moeten ze internationale topkwaliteit aanbieden. Door een gebrekkige collectieve opdrachtomschrijving weten deze Gemeenschapsinstellingen echter niet welke service van hen wordt verwacht en dit zowel naar de artistieke gemeenschap als de bredere samenleving toe. De vage taakomschrijving stelt de instellingen met dit uitzonderlijke statuut bovendien voor een distinctieprobleem. Waarin onderscheiden ze zich van andere kunstorganisaties in Vlaanderen die op een reguliere basis tijdelijk worden gesubsidieerd? Ten slotte signaleren de Gemeenschapsinstellingen een internationaal verifieerbare discrepantie tussen een symbolische en een economische, subsidiale erkenning. Door dit alles blijft hun positie vaag tot zelfs ambivalent. Met deze vaststellingen in het achterhoofd werd een essayopdracht geformuleerd. De centrale vragen die daarin gesteld werden luiden: wat is de opdracht, taak en positie van nationale kunstinstellingen? Hoe kunnen ze ideaaltypisch functioneren en hoe doen ze dat in het buitenland? Via een interpretatieve cultuursociologische weg, geschraagd met de inzichten van de kritische theorie werd een antwoord op het voorgelegde vraagstuk gezocht. Het opstel betreft dus geen benchmarking of kunstkritisch betoog. Wel werd via diepte-interviews met beleidsverantwoordelijken en vooral stafmedewerkers van voorbeeldorganisaties in Duitsland, Engeland, Finland, Nederland en Portugal naar mogelijke pistes gekeken.
DOCUMENT