Havermelk is een plantaardig alternatief voor koemelk. Qua duurzaamheid levert koemelk echter een hoogwaardiger eiwit. Dit blijkt uit het onderzoek ‘Melk van haver of van de koe: wat is duurzamer? Melkeiwitten en hun rol bij de eiwittransitie’.
LINK
Eiwitten zijn een belangrijk onderdeel van alle cellen en weefsels in het lichaam, zoals spieren en organen, het zenuwstelsel, de botten en het bloed. Ze spelen verder een belangrijke rol in het lichaam als bijvoorbeeld enzymen, hormonen en bij de afweer en het transport van voedingsstoffen. Eiwitten kunnen in het lichaam ook gebruikt worden als energiebron. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. Vooral in de groei wordt veel weefsel opgebouwd en zijn veel aminozuren uit eiwit in de voeding nodig. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor eiwit voor volwassenen is gesteld op 0,8 g/kg lichaamsgewicht. Voor ouderen ligt deze aanbevolen hoeveelheid mogelijk wat hoger om de leeftijdsgerelateerdeafname van spiermassa tegen te gaan. In Nederland eten we over het algemeenruim voldoende eiwitten. Er zijn aanwijzingen dat een eiwitrijk dieet tijdenseen periode van gewichtsverlies gunstig kan zijn voor de lichaamssamenstelling(meer behoud van de vetvrije massa en meer verlies van de vetmassa) en dat eeneiwitrijke voeding kan helpen om na een periode van gewichtsverlies op gewichtte blijven. Aan de andere kant is een hogere inname van eiwit bij vrouwen geassocieerd met een hoger risico op diabetes. Verder lijkt een hogere inname van eiwit geen nadelig effect te hebben op de botmineraaldichtheid en op de nierfunctie (bij mensen zonder nierproblemen).
LINK
Poster en begeleidende audio uit de guided tour van het Open Atelier van CoE Groen op 7 december 2023 over het project Duurzame eiwitten: Eendje meer! In het project wordt een duurzame teeltmethode ontwikkeld voor de productie van food grade biomassa op industriële schaal van een bestaande vertical farm, inclusief inzicht in de businesscase en de milieu impact. Ook wordt gezocht naar de optimale bewerkingsmethode van de geproduceerde eiwitrijke biomassa door procestechnologisch onderzoek zoals drogen, extrusie en fermentatie. Tot slot wordt inzicht verworven in de nutritionele en functionele eigenschappen van het eiwit ingrediënt. Voedselveiligheid en sensorisch onderzoek zijn onderdeel van deze productontwikkeling.
MULTIFILE
De eiwittransitie slaat aan en zeewier, eendenkroos en reststromen van landbouwgewassen vormen een deel van de voedselbronnen van de toekomst. De kennis over de smaak van eiwitten en aminozuren is groeiende, maar de relatie tussen chemische structuur en smaak verdient aandacht en dat kan door te focussen op kleine peptiden en losse aminozuren. Het project “Aahminozuren!” maakt dat mogelijk. Met deze KIEM aanvraag willen de hogescholen Inholland (Delft, Amsterdam) en HZ University of Applied Sciences (Vlissingen) samen met het bedrijf Biorefinery Solutions (Raalte) verkennend onderzoek doen in een samenwerking met een helder lange termijnperspectief. Doelstelling is tot methoden te komen die het mogelijk maken om enkele kleine eiwitten - en de aminozuren waaruit die zijn opgebouwd – chemisch te karakteriseren en op een doelmatige wijze sensorisch te beoordelen. De deelnemende opleidingen zijn complementair qua expertise en hebben een gezamenlijke affiniteit voor de productie van nieuwe voedingscomponenten uit alternatieve plantaardige bronnen. Daarbij staat smaak voorop. Het langetermijnperspectief is om uit zeewier, eendenkroos en reststromen van landbouwgewassen waardevolle componenten te kunnen isoleren met een toegevoegde waarde op het gebied van smaak. De onderliggende kennis die de relaties tussen structuur en smaak verklaren zal zo kunnen worden gegenereerd, en academische kennis wordt rijp gemaakt voor toepassingen. Doel is ook om ons onderwijs met die kennis en onderzoeksmethoden te verrijken. Studenten hebben in dit project een grote rol. In juni 2021 hopen we met hen en met hun begeleiders een basis te hebben gelegd voor een verdergaande onderzoeksagenda.
In deze challenge dagen wij studenten, gemeenten en lokale actoren uit om na te denken over de grote vraag: Hoe kunnen we na de uitbraak van COVID-19 het lokale voedselsysteem meer duurzaam en gezond maken? Dit najaar werken 5-8 verschillende teams binnen hun curriculum aan 5 lokale initiatieven die allemaal op hun manier bijdragen aan de voedselsysteem transitie (voedselverspilling, eiwittransitie, korte keten, gezonde leefstijl en gezonde voedselomgeving). Wij dagen ze uit, om de expertise die ze hebben opgedaan, verder uit te denken tijdens de challenge. In deze challenge werken ze aan een toekomstscenario over hoe het project bij zou kunnen dragen aan de lokale voedselsysteemtransitie. Deze scenario’s willen we gebruiken als inspiratie om met een breder publiek (inwoners, gemeente, bedrijven) in gesprek te gaan hoe ze in de praktijk vorm te geven, het netwerk rond de projecten uit te breiden en samen na te denken over de voedselstrategie van de gemeenten. Het doel van de challenge is om de lokale projecten die er nu al zijn verder aan te zwengelen, zichtbaar te maken en het netwerk te vergroten. Daarnaast willen we ideeën verder vormgeven om daarmee input te geven aan de toekomstige voedselstrategie van de gemeente Ede en Wageningen, waaruit weer nieuwe studentprojecten kunnen ontstaan
Doel van dit project is om de verschillende ketenonderdelen te ondersteunen met betrekking tot het benutten van de eiwitrijke biomassa van kroos (Lemna) voor toepassingen in voedingsmiddelen. Aan eendenkroosteelt en de toepassing van de eiwitrijke biomassa in voedingsmiddelen is al het één en ander gebeurd in binnen- en buitenland, vaak op kleine schaal. De prakrijkrelevante innovatie waar nog het meest aan moet gebeuren is het bereiken van de markt van eendenkroos voor humane consumptie. Hoe kunnen B2C-bedrijven op eendenkrooseiwit gebaseerde voedingsmiddelen leveren, welke B2B is daarbij nodig, welke procestechnologische en sensorische (smaak-, kleur- en textuur-) elementen kunnen geoptimaliseerd worden? Tegelijk willen we in dit project de keten goed in beeld hebben om de teelt optimaal te laten aansluiten aan de marktvraag, de verteerbaarheid van het eiwit beter leren kennen en de business case voor elke schakel in de keten onderzoeken en optimaliseren. Hierbij worden de volgende resultaten opgeleverd die antwoord moeten geven op vragen die vanuit de deelnemende bedrijven aan de hogescholen in dit consortium zijn gesteld: Het opleveren van een duurzame teeltmethode voor de productie van food grade biomassa op industriële schaal van een bestaande vertical farm, inclusief inzicht in de business case en de milieu impact (Life cycle assessment). Een optimale bewerkingsmethode van de geproduceerde eiwitrijke biomassa door procestechnologische onderzoek, zoals drogen, extrusie en fermentatie. Inzicht in de nutritionele en functionele eigenschappen van het eiwit ingrediënt. Denk hierbij ook aan de voedselveiligheid en het belang van sensorisch onderzoek bij productontwikkeling. Samen met studenten en docent-onderzoekers zal bovenstaande kennis opgedaan worden, die relevant is voor de eiwittransitie in Nederland waarin nieuwe plantaardige eiwitten een steeds belangrijkere plek innemen. De opbrengst zal effectief gedissemineerd worden binnen het consortium via kenniscirculatie, tussen het consortium en de buitenwereld en in volle glorie naar de maatschappij, m.b.v. een breed scala aan communicatiemiddelen.