Dankzij de enorme groei van zon en wind is steeds minder gas en kolen nodig voor de Nederlandse elektriciteitsproductie. De groei brengt ook uitdagingen. “Zo blijkt het stroomnet een beperkende factor bij de verdere uitbouw van zon en wind. Dat geldt nog meer voor de elektriciteitsvraag. Op steeds meer uren en dagen produceren windturbines en zonnepanelen meer elektriciteit dan we nodig hebben. Als gevolg daarvan is die elektriciteit op de markt niets waard en ontstaan zelfs negatieve prijzen. Beheerders van zon- en windparken schakelen dan af.”
LINK
In de afgelopen jaren is de belangstelling voor gebruik van open leermaterialen en open online cursussen sterk gegroeid. Met name de Massive Open Online Courses (MOOC’s) hebben deze belangstelling aangewakkerd. Medio 2015 heeft minister Bussemaker in haar strategische agenda “HO2025, de waarde(n) van weten” als ambities uitgesproken dat in 2025 alle docenten in het hoger onderwijs hun leermaterialen delen en dat instellingen elkaars MOOC’s gaan erkennen. Om deze ambities realiteit te maken zal nog veel werk verricht moeten worden, zowel door instellingen als door de overheid en instellingsoverstijgende organisaties als SURF. Om beter te kunnen bepalen welke activiteiten daarvoor moeten worden gestart is een beeld van de huidige stand van zaken rondom publiceren en gebruik van zowel Open Educational Resources (OER) als MOOC’s nuttig. Deze survey is bedoeld om inzicht krijgen in de stand van zaken rond gebruik en hergebruik van Open Educational Resources en MOOC´s bij bekostigde hogeronderwijsinstellingen in Nederland.
In cultuuronderwijs op de basisschool zijn drie fasen van belang: receptie, productie en reflectie. In de receptiefase kan bestaande kunst worden besproken en door leerkracht en kinderen van betekenissen worden voorzien. Die betekenissen kunnen in de productiefase worden verbeeld en in de reflectiefase weer besproken. Maar in de praktijk gebeurt dat niet vaak en er is ook nog niet veel bekend over de invloed van betekenisgeving in de receptiefase op de producties van de kinderen. Volgens de theorie van creativiteit van Vygotsky geeft het kind een eigen betekenis aan de culturele omgeving in een proces van interiorisatie. Vervolgens gaat in het proces van exteriorisatie creativiteit een rol spelen wanneer het kind zelf producties gaat maken. Het doel van dit onderzoek was te achterhalen welke typen vragen van de leerkracht en welke typen beeldende kunst de betekenisgeving bevorderen. In diverse arrangementen stelde de leerkracht verschillende vragen en kregen de kinderen de ruimte om de gegeven betekenissen te verbeelden. Het bleek dat elk type vraag van de leerkracht richtinggevend was en dat vooral vragen naar beeldaspecten, gecombineerd met filosofische vragen, krachtige instrumenten waren om te komen tot een rijkdom aan betekenissen in de gesprekken en in de producties van de kinderen.