Voor de komende jaren wordt een toename in elektrisch vervoer voorzien. Naast lichte elektrische vrachtvoertuigen betreft het elektrische bestel- en vrachtwagens met een hoger laadvermogen. Het opladen van die elektrische voertuigen betekent een extra belasting voor de elektrische infrastructuur.Gebruikers weten vaak niet wat ze al aan elektriciteit verbruiken op hun locatie, en (dus) ook niet wat ze nog kunnen uitbreiden met elektrische voertuigen binnen de huidige aansluitvoorwaarden. Door de Hogeschool van Amsterdam is daartoe het EVEC (Electric Vehicle Expansion Calculator) model ontwikkeld. Met informatie over de verschillende laadbehoeften van EV’s en op basis van data van het eigen energieverbruik, (uit de slimme meter of met zelf gemeten data), is met het model inzicht te verkijgen in wat er nog mogelijk is op de locatie.
DOCUMENT
Witte LED lampen veroveren de verlichtingsmarkt. De meest gebruikte combinatie is een blauwe LED met de fosfor YAG:Ce3+ die een deel van het blauwe licht omzet in geel licht. Dit geeft efficiënt, maar onaangenaam ‘koel’ wit licht. Toevoeging van een oranje/rode fosfor verbetert de lichtkwaliteit. Helaas gaat dit samen met een drastische verlaging van de efficiëntie doordat de huidige rode fosforen veel rood licht uitzenden in het dieprode golflengtegebied waar de ooggevoeligheid sterk afneemt. Het doel van dit project is om nieuwe materialen te ontwikkelen die blauw licht absorberen en efficiënt omzetten in smalbandig rood licht. Hiermee kan een LED gemaakt worden met een hoge kwaliteit warme kleur wit zonder veel te hoeven inleveren op de efficiëntie. Het europium ion Eu3+ is de ideale kandidaat voor het uitzenden van smalbandig rood licht waar de ooggevoeligheid hoog is. Helaas absorbeert Eu3+ het blauwe LED licht slecht. In dit project wordt onderzocht of het Ce3+ ion gebruikt kan worden als sensibilisator voor rode Eu3+ emissie: efficiënte absorptie van blauw licht door Ce3+ gevolgd door energie-overdracht naar Eu3+ dat vervolgens smalbandig rood licht uitzendt. Dit is een veelbelovend concept dat maar beperkt onderzocht is omdat bekend is dat luminescentie in paren van Eu3+ en Ce3+ gedoofd kan worden via een charge transfer toestand. Er is echter weinig onderzoek gedaan naar de afstandsafhankelijk voor deze doving en de invloed van de chemische samenstelling van het gastrooster. In dit project wordt een intensieve haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar de sensibilisatie van Eu3+ emissie door Ce3+. Hiertoe wordt de afstand tussen naaste Ce-Eu buren en de covalentie van het gastroosters gevarieerd door beide ionen in te bouwen in diverse anorganische verbindingen. Het verkregen inzicht wordt gebruikt voor het realiseren van efficiëntere warm witte LED lampen en een reductie van het elektriciteitsverbruik voor verlichting en beeldschermen.
Met de energietransitie in volle gang neemt de vraag naar én levering van elektriciteit toe. Het elektriciteitsnet wordt zwaarder én anders belast dan voorheen. De capaciteit van het elektriciteitsnet is vaker ontoereikend en de snelheid waarmee de vraag naar capaciteit toeneemt wordt niet langer bijgehouden door netverzwaring. Als gevolg van dit alles is er sprake van een risico op netcongestieproblematiek dat zonder maatregelen de komende jaren sterk stijgt. Netbeheerders trachten dit risico in de hand te houden door nieuwe aansluitingen en verzwaring van bestaande aansluitingen te prioriteren. Zelfs mét deze maatregel neemt het risico op netcongestieproblematiek fors toe, het gebruik van elektriciteit bij bestaande aansluitingen neemt door verduurzamingsprojecten immers sterk toe. Zonder verdere actie gaat netcongestieproblematiek een show stopper zijn voor de klimaat- en groeiambities van ons land. Om deze situatie aan te pakken is in opdracht van de Minister van Klimaat en Energie door overheden, netbeheerders, ACM, brancheverenigingen, marktpartijen en kennisinstellingen het Landelijk Actieprogramma Netcongestie en de Actieagenda Netcongestie Laagspanningsnetten opgesteld. Er wordt op alle gebieden gezocht naar capaciteit: technisch op het gebied van bijvoorbeeld interoperabiliteit, beleidsmatig door veiligheidsmarges te verkleinen, juridisch aangaande de beschikbaarheid en toepassing van (meet)data, economisch via beïnvloeding van elektriciteitsverbruik en -productie door tariefstructuren, etc. Kortom, de actieagenda’s beschrijven een grote verbouwing van de elektriciteitsvoorziening om deze transitie- en toekomstbestendig te maken. Het is hierbij van maatschappelijk groot belang dat de elektriciteitsvoorziening toegankelijk én betrouwbaar blijft. De voorgenomen maatregelen zorgen voor een forse toename in complexiteit en er zijn signalen dat de betrouwbaarheid er niet vanzelfsprekend mee gediend is. In dit PD traject worden de effecten van de maatregelen op de technische laag onderzocht en wordt op basis van de bevindingen netbewuste normering voorgesteld die bijdraagt aan het behoud van betrouwbaarheid en het voorkomen van extra maatschappelijke kosten.
Door netcongestie kunnen bedrijven in het werkgebied van Stedin niet uitbreiden. Een mogelijke oplossing is de inzet van Demand Side Response (DSR), waarbij grootverbruikers hun elektriciteitsverbruik aanpassen om de belasting op het net te verlagen of verhogen. Ondanks het potentieel van DSR is het moeilijk om bedrijven te motiveren en de technische, financiële en organisatorische barrières weg te nemen. Het doel is om deze barrières te identificeren en praktische richtlijnen en stappenplannen te ontwikkelen voor grootverbruikers. Hierbij wordt onderzocht hoe DSR-methoden ingezet kunnen worden om netcongestie te verminderen en economische voordelen te realiseren. Het onderzoek richt zich specifiek op de netcongestie- en balanceringsmarkten.