Business landscapes are changing at global, regional and sectoral levels as well as the social and ecological contexts. In order to understand what these changes are and how clusters are dealing with these, the research explores drivers of change and cluster dynamics using a Complex Adaptive Systems (CAS) approach. The research uses Energy Valley as its main case study to gain insights into these changes. The research has developed a conceptual framework for cluster development. One of the main reasons for this research is the signicance of clusters in the European Union’s competitiveness strategy, Innovation Union (EC, 2010).
This doctoral thesis describes three case studies of service engineers participating in organizational change, interacting with managers and consultants. The study investigates the role of differences in professional discourse and culture when these three professional groups interact in organizational change, and how this affects the change result. We bring together two scientific fields, first change management and second, linguistics. The intersection represents the overlapping field of professional discourse and culture. The research design was an explorative multiple case study using qualitative linguistic analyses. The study found that successful organizational change is the result of interaction between professional culture, the organizational culture and the organization/change context. The differences between the professional cultures and discourses can hamper the change process. The practical contribution of this study might be the increased awareness among professionals about their own professional, and often implicit, assumptions. Managers, consultants and service engineers have to be aware of the group dynamics and the specific role of their own typical professional discourse and culture in a change project setting.
This paper conducted a preliminary study of reviewing and exploring bias strategies using a framework of a different discipline: change management. The hypothesis here is: If the major problem of implicit bias strategies is that they do not translate into actual changes in behaviors, then it could be helpful to learn from studies that have contributed to successful change interventions such as reward management, social neuroscience, health behavioral change, and cognitive behavioral therapy. The result of this integrated approach is: (1) current bias strategies can be improved and new ones can be developed with insight from adjunct study fields in change management; (2) it could be more sustainable to invest in a holistic and proactive bias strategy approach that targets the social environment, eliminating the very condition under which biases arise; and (3) while implicit biases are automatic, future studies should invest more on strategies that empower people as “change agents” who can act proactively to regulate the very environment that gives rise to their biased thoughts and behaviors.
De Rijksoverheid beschikt over een uitzonderlijk krachtig instrument voor het initiëren, faciliteren en versnellen van de circulaire transitie: de eigen inkoopactiviteiten. De Rijksoverheid besteedt jaarlijks €15,2mrd aan het inkopen van producten, diensten en werken en is daarmee één van de grootste opdrachtgevers van Nederland, en dat in nagenoeg alle markten. Wil de Rijksoverheid de gestelde ambities van Nederland Circulair 2050 behalen, dan moet (onnodig) grondstoffengebruik verminderd en voorkomen worden. Dit kan bereikt worden door de circulaire strategieën refuse, rethink en reduce in te bedden in de inkooppraktijk. Vooralsnog is daar beperkt sprake van. De inkoopprofessional speelt een cruciale rol als change agent om refuse, rethink en reduce doeltreffend toe te passen in de inkoopactiviteiten van de Rijksoverheid. Om die rol adequaat uit te oefenen, geven de inkoopprofessional aan behoefte te hebben aan kennis, kunde en handvatten. Die behoefte vullen we in via dit onderzoeksvoorstel. De onderzoeksvraag is: Op welke manier en met welke middelen kunnen inkoopprofessionals de hogere circulaire (inkoop) strategieën refuse, rethink en reduce initiëren, faciliteren en versnellen binnen de inkoopactiviteiten van de Rijksoverheid? Dit onderzoek draagt bij aan een nieuwe inkooppraktijk binnen de Rijksoverheid door: • Casestudies/teachingcases te ontwikkelen over emergent practices,van refuse, reduce en rethink in de inkooppraktijk, • De behoefte van inkoopprofessionals te identificeren ten aanzien van capaciteiten, motivatie en mogelijkheden om refuse, rethink en reduce toe te passen, • Te leren binnen een living lab in de facilitaire dienstverlening met opdrachtgevers, inkoopprofessionals, marktpartijen en het onderwijs, • Handvatten en interventies te ontwerpen om deze hoge circulaire strategieën breed toe te passen. Dit onderzoek wordt voorgedragen door een consortium tussen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Ministerie van Buitenlandse Zaken, Ministerie van Defensie, Rijkswaterstaat, Expertisecentrum PIANOo, vakvereniging Nevi, Hogeschool Rotterdam, Erasmus Universiteit Rotterdam, en De Haagse Hogeschool.
Het World Economic Forum constateert dat wicked problems zijn uitgegroeid tot polycrisis . De eerste reactie bij de waarneming en adressering van polycrisis is om in de gevestigde orde, het bestaande regime, te zoeken naar veranderruimte. Echter, de systeem feedback zoals hierboven is beschreven is een indicatie dat de wereld niet meer trouw is aan de imperatieven en routines van het bestaande regime . Conventionele ‘command and control' strategieën leveren geen adequate response om de polycrisis het hoofd te bieden . De veranderruimte bevindt zich buiten het bestaande regime. Voorbeelden daarvan zijn de tegendruk die economische grondbeginselen in het bestaande regime ondervinden vanuit niches: De economische groei gedachte ondervindt tegendruk in postgroei ideeën; het vrije markt principe wordt gecontrasteerd met een de commons beweging, en de extractieve economie wordt uitgedaagd door regeneratie. Uit de kantlijn van de samenleving, door experimenterend ondernemen, worden impulsen afgegeven voor een transitie naar een nieuwe economie. De theorie spreekt over niches die impulsen afgeven voor een transitie naar een nieuwe economie en kunnen doorgroeien in emergentie. Niches, of Small Wins, hebben het potentieel een systeem in beweging te brengen. Small Wins kenmerken zich onder meer door hun radicale vernieuwende praktijk . Small Wins, of niches, zijn essentieel in het versnellen van de transitie, ze zijn de werkplaatsen waar de nieuwe economie gaandeweg ontstaat. De niche praktijk is echter vaak impliciet en wordt als dusdanig niet herkend als essentiële versneller voor de transitie. Dit onderzoek beoogt impliciete ontwerpprincipes van werkplaatsen voor de nieuwe economie in kaart te brengen, te duiden en te delen zodat de transitie naar een nieuwe economie kan worden versneld. Consortium partner: De Groene Afslag Aanvullende partners: Schumacher Lab NL, De Hoorneboeg Changemakers: Joline Jolink, Bodemzicht ‘t Gagel, Oud Terra Nova Critical friend/kennispartner: DRIFT
Zowel bij ondernemers als onder kunstenaars zien we steeds meer initiatieven gericht op de ontwikkeling van een ‘volhoudbare’ economie. Partijen uit deze domeinen zoeken manieren om een generatieve economie te bewerkstelligen die – anders dan een extractieve economie (‘de economie van het leegtrekken’) – sociaal rechtvaardig en ecologisch duurzaam wil zijn. Omdat kunstenaars en ondernemers in hun zoektocht naar innovaties-met-impact verschillende kwaliteiten inbrengen, wordt veel verwacht van samenwerking tussen de twee sectoren. In de praktijk echter is synergie eerder regel dan uitzondering. De grote verschillen tussen de twee ‘innovatiesferen’ leiden vooralsnog tot meer gedoe dan complementariteit. In het vraagarticulatietraject dat ten grondslag ligt aan SUSTAIN kwam naar voren dat hier een belangrijke rol is weggelegd voor zogeheten innovatiebrokers: derde partijen die werelden van ondernemerschap en kunst op duurzame wijze met elkaar weten te verbinden. In SUSTAIN willen we de body of knowledge en het handelingsinstrumentarium van deze innovatiebrokers verrijken. Door met praktijkgericht onderzoek juist in deze beroepsgroep te investeren, hopen we een hefboomeffect richting de volhoudbare economie te creëren: we dragen bij aan de effectiviteit van de samenwerking tussen de innovatiesferen kunst en ondernemerschap. Onze hoofdvraag luidt: Wat kunnen innovatiebrokers op het snijvlak van kunst en ondernemen in de verschillende fases van het innovatietraject leren en doen om de synergie van de samenwerking tussen ondernemers en kunstenaars te vergroten en zo een duurzame bijdrage te leveren aan de transitie richting een volhoudbare economie? Gedurende het onderzoek ontwikkelen we een gefundeerd Brokers Kenniscanvas dat beschrijft welke vraagstukken zich aandienen in samenwerkingsverbanden tussen kunstenaars en ondernemers en hoe de innovatiebrokers die vraagstukken hanteerbaar en productief kunnen maken. We richten ons welbewust op het ‘gedoe’ in de samenwerking en ontwikkelen vóór en mét de innovatiebrokers kennis over hoe vandaaruit synergie te realiseren.