Dit is alweer de vijfde editie van het congres Met het oog op behandeling. De afgelopen jaren hebben we gezien dat de maatschappelijke belangstelling voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) sterk toeneemt. Dit jaar is er zelfs een Interdepartementaal Beleidsonderzoek gedaan door diverse ministeries over de positie van mensen met een LVB in de Nederlandse samenleving. In het onderzoeksrapport wordt gepleit voor het verbeteren van de communicatie tussen algemene voorzieningen en deze burgers. Voor alle professionals in het brede sociaal domein wordt aanbevolen dat zij meer kennis en vaardigheden moeten hebben voor hun hulp- en dienstverlening aan mensen met een LVB. Dat geldt voor alle professionals in het sociaal domein en in het bijzonder voor professionals die werken voor cliënten met een LVB waarbij sprake is van ernstige gedragsproblematiek en psychische problemen. In dat geval moet je kunnen omgaan met ‘onbegrepen gedrag’ en agressie en wil je beschikken over de beste, actuele kennis op dat gebied.
DOCUMENT
Deze publicatie over de vroege fase van bedrijfsopvolging in familiebedrijven laat zien dat de intentie van een volgende generatie om al dan niet het bedrijf over te nemen zich al op jonge leeftijd ontwikkelt. Ouders oefenen invloed uit op de ontwikkeling van hun kinderen door (on)bewust gebruik te maken van sociale mechanismen, waardoor de emotionele betrokkenheid van het kind in meer of mindere mate kan worden gestimuleerd. Daarbij worden er verschillende vormen van planning gebruikt voor het bedrijfsopvolgingsproces; zowel formele als intuïtieve planning. Voor ouders blijft het een dilemma om een evenwicht te vinden in het stimuleren van de individuele belangen en behoeften van hun kinderen, de belangen van het gezin en de belangen van het bedrijf. Met deze publicatie hopen wij ondernemende families handvatten te geven om op een nieuwe, andere manier naar de opvolging te kijken.
DOCUMENT
In Amsterdam heeft meer dan 40% van de kinderen op de basisschool een motorische achterstand, wat veelal ook gevolgen heeft voor de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling. Kinderen met een ernstige motorische achterstand worden vanuit de school doorverwezen naar externe zorg (ketenaanpak motoriek). Kinderen en hun ouders krijgen met verschillende professionals te maken in de ketenaanpak motoriek, zoals de gymleraar, jeugdarts en fysiotherapeut. De verschillende professionals geven echter aan dat het contact met ouders en het verkrijgen van medewerking, c.q. het samenwerken met ouders lastig blijkt, zeker met ouders met een lage sociaaleconomische status en/of migratieachtergrond. Terwijl de prevalentie van een motorische achterstand hoger is bij kinderen van ouders met een lage sociaaleconomische status en/of migratieachtergrond. Deze KIEM-aanvraag is erop gericht om het perspectief van ouders te verkennen binnen de ketenaanpak motoriek, opdat drempels bij de ondersteuning voor kinderen met een motorische achterstand kunnen worden weggenomen.