The professional growth of midwives, essential for optimizing midwifery leadership globally, can be enhanced through twinning collaborations. How twinning promotes growth is unclear. This case study explores how professional growth is affected by cultural differences between twins. We used a longitudinal qualitative design including data from open-ended questionnaires and focus groups. These data were analyzed using a content analysis. Our findings show that cultural differences were capable of both hindering and facilitating professional growth. Within the complex dynamics of twinning, professional growth was facilitated by twins’ preparedness to bridge cultural differences. Common goals positively influenced this process. Friction was more likely, and professional growth was hindered, when midwives were unprepared to bridge cultural differences. To optimize professional growth through twinning, we recommend a clear focus on common goals and consideration of the interaction between the length of a project and the extent of the cultural differences between twins.
Een verkennend onderzoek in Amsterdam, Haarlem en Rotterdam. Amsterdam, Haarlem, Rotterdam. Ard is mede auteur. In deze verkenning wordt een systematisch beeld opgebouwd van de sociale infrastructuur in drie steden, gericht op jeugdigen. Ook word gekeken in hoeverre deze infrastructuur ‘op papier’ toegankelijk en bereikbaar is.
Rede van Lector Lilian Linders, Lectoraat Empowerment en Professionalisering Het is niet bepaald voor het eerst in de geschiedenis van sociaal georiënteerde opleidingen dat het gedachtegoed van empowerment op de agenda staat. Toen ik ongeveer 40 jaar geleden begon als student aan de ‘Sociale Academie’ kregen wij al les over empowerment en eigen kracht, over Paulo Freire, Ivan Illich en Hans Achterhuis. We werden waarschuwend toegesproken over dat het doel van deze opleiding was te leren hoe we onszelf zo snel mogelijk overbodig konden maken. En dat instituties het grote kwaad van de samenleving zijn, die zo snel mogelijk omver geworpen moesten worden. Vervolgens ging ik stage lopen in een grootschalige psychiatrische inrichting. Daar was het snel gedaan met het realiseren van wat toen ook mijn idealen waren. Het was slikken of stikken: conformeren of een onvoldoende halen voor mijn stage. Ik pruttelde nog wat na, haalde bakzeil en een jaar later mijn diploma. Vervolgens ben ik door gaan studeren, want ik moest er niet aan denken dat ik zou moeten werken in deze sector. Maar wat mij nooit heeft losgelaten is dat ik in mijn stagejaar geen enkele cliënt zag verbeteren. En dat de enigen die zogenaamd met ontslag gingen ‘patiënten’ waren die wegliepen en voortijdig de behandeling afbraken. Mijn hart brak voor degenen die achterbleven in deze verstikkende setting. Waar de vaak jonge mensen bij binnenkomst nog erg op mij en mijn vrienden leken, veranderden zij gaandeweg in gedrogeerde zombies. Het enige waar ze heel goed in werden, leek het zich eigen maken van therapeutentaal. Zelf werden we daar trouwens ook meesters in. Want als personeel moesten we ook flink onder het therapeutische mes. We hadden wekelijks verplichte therapie voor stagiaires. Daarnaast hadden we therapie met de collega’s van de open setting van de bovenbouw en de gesloten setting van de onderbouw. Het vaste personeel had ook nog therapie met hun partners erbij. Gewapend met tissues en papieren zakdoekjes togen wij dus frequent naar de therapieruimte. Tijdens deze sessies ging het geen enkel moment over ons werk. We hadden het alleen over onszelf. Het waren rare tijden…
Met het onderzoek Co-creatie, kunst & media en kwetsbare ouderen wil Saskia van de Ree de voorwaarden van het co-creatieve proces van participatieve kunst & mediaprojecten duiden. Als casus is gekozen voor het project Domweg gelukkig in Groningen van Samen in Beeld-TV. Dit Groningse mediaproject maakt televisie met, voor en door ouderen om eenzaamheid aan te pakken. Door de benadering van het werkproces vanuit het meervoudige perspectief van onderliggende ethische, economische, artistieke en sociale aspecten, toetst onderzoeker Saskia van de Ree een door haar ontworpen hybride theoretisch kader op deze concrete participatieve kunst & media- praktijk. Het onderzoek belicht de meervoudigheid van waardecreatie in de sociaal artistieke praktijk en duidt de werkwijze in termen van : 1) de empowerment van kwetsbare groepen 2) waardering van het project in termen van draagvlak en borging 3) kunst en media als ontmoeting/katalysator en 4) co-creatie als een vorm van samen werken en leren. Het onderzoek valt onder de onderzoekslijn Art & Dementia van het lectoraat Image in Context (Academie Minerva, Hanzehogeschool Groningen) en wordt begeleid door dr Anke Coumans.
In dit onderzoek analyseert Ineke Baas hoe participatie en eigen regie van cliënten in de wijk kunnen worden versterkt om empowerment te bevorderen. Het onderzoek omvat interviews, focusgroepen en literatuuronderzoek. Individuele empowerment in de wijk bevordert cliëntenparticipatie en zelfregie. Collectieve empowerment in Utrecht, gefaciliteerd door 'power by peers', 'mental support team' en informele netwerken, werkt samen met opvang- en zorgorganisaties zoals Lister & Dok in Utrecht. Tot slot, hoe grijpt individuele en collectieve empowerment op elkaar in?
Een belangrijke opdracht binnen het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid is het innoveren in de zorg om hiermee een bijdrage te leveren aan vitaal functionerende burgers in een gezonde economie. In het voorgestelde programma worden technologische innovaties geschikt en toegankelijk gemaakt voor mensen met een lagere SES (sociaaleconomische status) om hun gezondheid en welzijn te bevorderen in de regio’s Noord- en Oost-Nederland. Innovaties die daadwerkelijk resulteren in de gewenste effecten bij de doelgroep, maatschappelijke meerwaarde opleveren én financierbaar en organiseerbaar zijn. Innovaties die regie op de eigen gezondheid bieden, inzetbaar zijn in de eigen leefomgeving en bruikbaar en toegankelijk zijn voor zowel burgers met een lagere SES als gezondheidsprofessionals. In het quintuple helix netwerk van Saxion en Hanzehogeschool, Centres of Expertise, MKBs, zorg- en welzijnsorganisaties, kennisinstellingen, burgers en de overheid worden structureel sleutel-methodologieën ingezet om de doelstellingen te behalen. Er worden methoden zoals co-creatie en participatie ingezet in experimentele omgevingen, te weten drie leergemeenschappen: het voorkomen, verplaatsen en vervangen van zorg. Er wordt ingezet op gedrag en empowerment van burgers met een lagere SES en er vindt een continue effectmeting en monitoring plaats van de ingezette technologische innovaties (sleutel-technologieën). Hierbij zullen vraagstukken rondom waardecreatie en opschaling systematisch geagendeerd worden. De SPRONG-onderzoeksgroep werkt de komende jaren interdisciplinair, instelling-overstijgend en met meerdere stakeholders samen in de drie interacterende leergemeenschappen waarbij state-of-the-art kennis, sleutel-methodologieën en netwerken optimaal worden benut en geborgd. Met de samenstelling van dit consortium maken we de transitie van (1) multidisciplinaire naar interdisciplinaire samenwerking, (2) van samenwerking binnen projecten naar project-overstijgend samenwerken, en (3) van incidentele samenwerking naar strategische samenwerkingsverbanden in een doelgericht organisatie-netwerk. De SPRONG-groep heeft over 8 jaar een leidende positie bij het geschikt en toegankelijk maken van technologische innovaties die zorgen voor gezondheidswinst voor burgers met een lagere SES.