INAUGURAL LECTURE The world is in disarray. Species are extinct, climates are changing, we are becoming unhealthier.To liberate ourselves from this doom scenario we need to take care of ourselves and our environment. The solutions of former generations offer no future solace. Moreover, these caused the current problems. Instead of exploiting our environment for energy, resources and capacity we need to increase the potential for the recuperation of the environment, the planet and our minds. Instead of taking, giving!The reciprocity of the urbanized land we live in should be our main objective. The professorship Spatial Transformations - Sustainability will therefore design and plan for our physical and mentalcity and surroundings. This way the city becomes a purification machine for polluted water and acts as a net carbon sink. The city becomes a source of biodiversity, transformed into an urban nature reserve. Food will be produced that extends our lives. And wouldn’t it be nice to see the city as a place for contemplation so our mental abilities can grow instead of vegetating in dull offices? The city should offer people a healthy life, replenish resources and be beautiful. The professorship contributes to educating a new generation finding extraordinary solutions for current problems. With creativity, initiative and a healthy dose of disobedience this must work!
Bij ‘Tolling Agreements’ blijven overheden eigenaar van energie-infrastructuur en wordt de capaciteit verhuurd. Deze oplossing uit de Verenigde Staten biedt volgens Martien Visser efficiency en zekerheid aan marktpartijen in een onzekere energiemarkt.
LINK
This report focuses on the feasibility of the power-to-ammonia concept. Power-to-ammonia uses produced excess renewable electricity to electrolyze water, and then to react the obtained hydrogen with nitrogen, which is obtained through air separation, to produce ammonia. This process may be used as a “balancing load” to consume excess electricity on the grid and maintain grid stability. The product, ammonia, plays the role of a chemical storage option for excess renewable energy. This excess energy in the form of ammonia can be stored for long periods of time using mature technologies and an existing global infrastructure, and can further be used either as a fuel or a chemical commodity. Ammonia has a higher energy density than hydrogen; it is easier to store and transport than hydrogen, and it is much easier to liquefy than methane, and offers an energy chain with low carbon emissions.The objective of this study is to analyze technical, institutional and economic aspects of power-to-ammonia and the usage of ammonia as a flexible energy carrier.
Het project heeft als doel inzichtelijk maken van huidige en gewenste 21st Century Skills voor verschillende uitvoerende functies in de bouw met behulp van een te ontwikkelen praktijkinstrument. Automatisering en digitalisering zijn ook in de bouwsector in volle gang. De komende jaren zullen deze ontwikkelingen zich in hoog tempo voortzetten. Dit heeft nu en in de toekomst een impact op het dagelijks werk van medewerkers in de bouwsector, in het bijzonder de energietak. Werknemers moeten nieuwe skills leren om met nieuwe technologie en de gevolgen daarvan om te kunnen gaan. De organisaties uit het consortium constateren dat bij het coördinerend en leidinggevend personeel op ‘de werkvloer’ de 21st Century Skills ontbreken of onvoldoende ontwikkeld zijn. Dit zien zij onder andere terug in de manier waarop nieuwe technologie wordt toegepast en de manier (houding en vaardigheden) waarop deze groep met in- en externe actoren communiceert. Het ontbreken of onvoldoende ontwikkeld zijn van de 21st Century Skills van coördinerend en leidinggevend personeel leidt volgens de organisaties in het onderzoeksconsortium tot extra kosten en vertraging in het realiseren van energie-infrastructuur. In dit voorstel staat de ontwikkeling van een praktijkinstrument centraal. Met dat instrument worden huidige en in de toekomst gewenste en benodigde 21st century skills in kaart gebracht en wordt de ontwikkelbehoefte van de doelgroep helder. Uitgangspunt zijn de medewerkers in coördinerende en leidinggevende functies zelf: centraal staat welke 21st century skills zij zien als belangrijk, nu en in de toekomst. Ook brengt het praktijkinstrument in kaart op welke wijze aan de ontwikkeling hiervan moet worden vormgegeven, aansluitend bij de manier van leren van deze doelgroep.
Gemeente Arnhem heeft als doel geformuleerd dat alle wijken klimaatneutraal moeten zijn voor 2050. Voor de wijk Elderveld-Noord is de uitdaging om een duurzame aardgasvrije energie-infrastructuur te ontwikkelen, bestaande woningen te verduurzamen én energielasten voor huurders gelijk te houden. Deze uitdaging is niet alleen technologisch, maar ook sociaal-maatschappelijk complex. Naast energetische verbetering en gebruik van circulaire materialen gaat het ook om een gezonde en leefbare omgeving voor een zich veranderende populatie met een eigen economische contextkenmerken. De wijk Elderveld-Noord is als proeftuin gestart om deze transitie vorm te geven vanuit technologisch perspectief. De vraag bleef: hoe kan de sociale kant van samenwerking, participatie en implementatie hierbij worden ingevuld in een dynamisch leerproces? Via een proces van vraagarticulatie met de stakeholders in deze proeftuin is de praktijkvraag ontstaan hoe een actieve ontwerpgerichte en lerende gemeenschap te realiseren, waarbij een cocreatieproces tot een integrale, succesvolle energietransitie leidt. Vanuit deze praktijkvraag is de volgende onderzoeksvraag ontstaan: Op welke wijze kan een transdisciplinaire lerende gemeenschap worden gevormd die zich richt op meervoudige waardecreatie voor het aardgasvrij maken van de Arnhemse wijk Elderveld-Noord en hoe kan dit proces leiden tot de ontwikkeling van een lerende aanpak zodat in andere wijken van Arnhem hier ook mee gewerkt kan worden? Het beoogde resultaat is transformatieve kennisontwikkeling met een lerende gemeenschap ter ondersteuning van de energietransitie in de pilotwijk Elderveld-Noord, leidend tot een participatieve lerende aanpak voor energietransitie in andere wijken: De Arnhemse Lerende Aanpak. Dat vergt een systeemgerichte, transdisciplinaire opzet. De vraag is hoe we die cocreatie vormgeven en welke lessen we daaruit leren in een transdisciplinaire aanpak van integrale wijkvernieuwing. De beoogde impact van dit onderzoek is dat lerende gemeenschappen van publiek-private samenwerkingen voor de wijkgerichte energietransitie in hoge mate zullen bijdragen aan gezonde en klimaatneutrale wijken in Arnhem en in Nederland.