Inleiding: Wanneer patiënten op de intensive care (IC) worden gevoed met een ‘standaard’ hoeveelheid van een ‘standaard’ soort sondevoeding (2000 kcal, 80 g eiwit) wordt het merendeel van hen niet optimaal gevoed. Om de voedingstherapie te optimaliseren, is daarom op de IC van het VUmc in 2006 een voedingsadviesprogramma ontwikkeld op basis van een zogenoemd energie-eiwit-algoritme en is het assortiment sondevoedingen aangepast. In een simulatiestudie en evaluatiestudie onderzoeken we het effect van deze beleidsaanpassingen op de energie- en eiwitinname van IC-patiënten.Methoden: Simulatiestudie: Het patiëntencohort bestond uit een databestand van 879 IC-patiënten van het VUmc, opgenomen in de periode 2004-2009, bij wie het energieverbruik was gemeten met behulp van indirecte calorimetrie. Retrospectief werd uitgerekend hoeveel procent van de patiënten een optimale energie- en eiwitinneming (1,2-1,5 g/kg lichaamsgewicht) had als werd gevoed met 2 liter Nutrison Standaard (2000 kcal, 80 g eiwit). Vervolgens werd berekend hoeveel procent van de patiënten een optimale eiwitinneming had als Nutrison Standaard werd toegediend in een op de individuele energiebehoefte aangepaste dosering of als werd gevoed met energie- en/of eiwitverrijkte sondevoeding volgens het voedingsadviesprogramma.Evaluatiestudie: In deze studie werd geëvalueerd of de implementatie van het nieuwe beleid daadwerkelijk leidde tot een toename van het aantal patiënten dat optimaal gevoed werd conform de prestatie-indicator ondervoeding (eiwitinname >1,2 g/kg op de vierde dag van de IC-opname). Het databestand bestond uit historische gegevens over de eiwitinname van alle IC-patiënten op de vierde dag van IC-opname in de periode van 2006-2009.Resultaten: Simulatiestudie: Bij het virtueel voeden van het patiëntencohort met 2 liter Nutrison werden 37 patiënten (4%) adequaat gevoed. Bij op energiebehoefte aangepaste dosering van deze standaard sondevoeding hadden 120 patiënten (14%) een adequate eiwitinneming. Bij het voeden volgens het voedingsadviesprogramma waren dat er 782 (89%). Evaluatiestudie: Het daadwerkelijke aantal patiënten met een eiwitinname >1,2 g/kg op de vierde dag van de IC-opname nam na implementatie van het voedingsadviesprogramma geleidelijk toe van 30% naar bijna 60%.Conclusie: Door introductie van een geïndividualiseerd voedingsadviesprogramma op basis van een‘energie-eiwit-algoritme’ kan in theorie ongeveer 90% van de IC-patiënten optimaal (qua energie en eiwit) worden gevoed. In de praktijk is het percentage goed (qua eiwit) gevoede patiënten in de loop der jaren gestegen van 30 naar 60%.
DOCUMENT
Whitepaper van het project ConsuBETER, waarin cijfers,oorzaak en gevolg, eiwitbehoefte en -inname en mogelijke oplossingsrichtingen worden besproken.
DOCUMENT
Meer bewegen vraagt meer energie. Het lijkt daarom logisch te veronderstellen dat wie beweegt daardoor ook meer gaat eten. Heeft het dan wel zin om meer te gaan bewegen om af te vallen. In dit artikel wordt een wiskundig model opgesteld. De "energiebalans" kan worden beschreven met een eerste orde lineaire differentiaalvergelijking. Oplossing van deze vergelijking laat zien dat het inderdaad zin heeft om meer te bewegen.
DOCUMENT
Global society is confronted with various challenges: climate change should be mitigated, and society should adapt to the impacts of climate change, resources will become scarcer and hence resources should be used more efficiently and recovered after use, the growing world population and its growing wealth create unprecedented emissions of pollutants, threatening public health, wildlife and biodiversity. This paper provides an overview of the challenges and risks for sewage systems, next to some opportunities and chances that these developments pose. Some of the challenges are emerging from climate change and resource scarcity, others come from the challenges emerging from stricter regulation of emissions. It also presents risks and threats from within the system, next to external influences which may affect the surroundings of the sewage systems. It finally reflects on barriers to respond to these challenges. http://dx.doi.org/10.13044/j.sdewes.d6.0231 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/sabineeijlander/ https://www.linkedin.com/in/karel-mulder-163aa96/
MULTIFILE
In een groeiend aantal publicaties is uitgewerkt hoe schulden en armoede de werking en ontwikkeling van onze hersenen beïnvloeden (WRR, 2017; Blair&Cybele Raver, 2016, Daminger et al., 2015, Pavetti, 2014). De publicaties vragen aandacht voor de dynamiek van chronische stress die mensen als het ware gijzelt om hun situatie met succes te ontgroeien. De taaiheid van de problematiek en het niet behalen van de beleidsdoelen zijn dus niet eenvoudig toe te schrijven aan een tekort aan motivatie bij de doelgroep. De inzichten over de effecten van schaarste op het cognitieve functioneren vormen de basis van de aanpak Mobility Mentoring®. Deze aanpak uit de Verenigde Staten is ontwikkeld door de organisatie EMPath en heeft als doel om economische zelfredzaamheid te bevorderen. Hoewel er op dit moment geen hard bewijs is voor de effectiviteit van Mobility Mentoring®, zijn er wel veelbelovende resultaten. Een grootschalige evaluatie door de Washington State Department of Children, Youth and Families - een niet-gerandomiseerde vergelijking- liet zien dat deelnemers van Mobility Mentoring® op meer uitkomstmaten significante vooruitgang boekten dan deelnemers aan een ander programma (Washington State Department of Early Learning, 2016). Deze positieve uitkomsten waren in 2016 aanleiding voor de Hogeschool Utrecht en Platform31 voor een werkbezoek bij EMPath. Op basis van de verkregen inzichten en de beschikbare literatuur concludeerden de onderzoekers dat Mobility Mentoring® in Nederland kan bijdragen aan de doorontwikkeling van de dienstverlening voor mensen met multiproblematiek (Jungmann & Wesdorp, 2017).
DOCUMENT
Wanneer de WW-periode afloopt en een werkloze er niet in is geslaagd om aan betaald werk te komen, dan wacht mogelijk de gang naar de sociale dienst om daar vervolgens een bijstandsuitkering aan te vragen. De activeringsregimes van UWV en gemeenten blijken echter niet altijd goed op elkaar aan te sluiten. Arbeidsre-integratie is ook een complexe praktijk. Het is een versmelting van wet- en regelgeving, gedragsinterventies, (lokaal) politieke keuzes en (regionaal) economische ontwikkelingen. Door deze complexiteit ontstaan allerlei spanningsvelden op en tussen de niveaus van beleid, organisatie en uitvoering, als het gaat om de samenwerking tussen UWV en gemeenten. Dit betreft de casus Baanbrekend-Drechtsteden.
DOCUMENT
Een onderzoek naar de aansluiting van de activeringsregimes van UWV en Bijstand in de Drechtsteden.
DOCUMENT
Deel I In opdracht van de Gemeente Utrecht is onderzocht waarom cliënten in het vrijwillige schuldhulpverleningstraject van de KBU uitvallen. Een van de doelstellingen van het onderzoek is inzicht te verschaffen in de achtergronden van uitval in het minnelijk traject van de Kredietbank Utrecht. Hiervoor is het van belang om een beeld te krijgen van de ervaringen van degenen om wie het in eerste instantie gaat: de uitvallers. Door het perspectief van betrokkenen centraal te stellen in de analyse van de achtergronden van uitval is inzichtelijk gemaakt waarom een aantal schuldenaren geen gebruik weet te maken van het aanbod van de Utrechtse Kredietbank. De volgende onderzoeksvragen zijn beantwoord: - Wat zijn de redenen van uitval onder cliënten in het vrijwillige schuldhulpverleningstraject van de KBU 2009-2010? - Wat zijn de profielen van uitvallers bij de vrijwillige schuldhulpverleningstrajecten van de Kredietbank? Deel II In Utrecht is binnen de schuldhulpverlening een specifiek project opgezet: Voorkom Huisuitzetting! (VH!). Dit project heeft als doel huisuitzetting van sociaal kwetsbaren met een huurschuld te voorkomen. In dit onderzoek schetsen we een beeld van de cliënten, hun ervaringen met het project en inventariseren we wat zij aan begeleiding en ondersteuning nodig hebben. De onderzoeksvraag was: wat zijn de profielen van cliënten van het project Voorkom Huisuitzetting!? - Wie zijn de cliënten, wat zijn hun kenmerken en wat is hun perspectief? - Hoe ervaren de cliënten de geboden hulp in het project VH!? - Wat hebben de cliënten aan begeleiding en ondersteuning nodig?
DOCUMENT
Deel I Onvermogend in de schuldhulp Een onderzoek naar uitvallers uit de schuldhulp, Kredietbank Utrecht In opdracht van de Gemeente Utrecht is onderzocht waarom cliënten in het vrijwillige schuldhulpverleningstraject van de KBU uitvallen. Een van de doelstellingen van het onderzoek is inzicht te verschaffen in de achtergronden van uitval in het minnelijk traject van de Kredietbank Utrecht. Hiervoor is het van belang om een beeld te krijgen van de ervaringen van degenen om wie het in eerste instantie gaat: de uitvallers. Door het perspectief van betrokkenen centraal te stellen in de analyse van de achtergronden van uitval is inzichtelijk gemaakt waarom een aantal schuldenaren geen gebruik weet te maken van het aanbod van de Utrechtse Kredietbank. Deel II Voorkom Huisuitzetting! Een onderzoek naar cliënten in het project Voorkom Huisuitzetting! In Utrecht is binnen de schuldhulpverlening een specifiek project opgezet: Voorkom Huisuitzetting! (VH!). Dit project heeft als doel huisuitzetting van sociaal kwetsbaren met een huurschuld te voorkomen. In dit onderzoek schetsen we een beeld van de cliënten, hun ervaringen met het project en inventariseren we wat zij aan begeleiding en ondersteuning nodig hebben
DOCUMENT
Wie de krant regelmatig leest en het nieuws op internet en tv volgt, heeft ongetwijfeld een beeld van de schuldenproblematiek in Nederland. Steeds meer huiseigenaren hebben een betalingsachterstand op hun hypotheek, het aantal wanbetalers van zorgpremie was nog nooit zo hoog en nieuwe groepen zoals hoger opgeleiden melden zich bij de schuldhulpverlening. In de berichtgeving wordt vaak naar de crisis verwezen als oorzaak en komen de mogelijke oplossingen doorgaans niet aan bod. Voorliggend stuk bevat een toelichting op de omvang van de schuldenproblematiek in Nederland, de opzet van de schuldhulpverlening en een toelichting op actuele ontwikkelingen
DOCUMENT