Verlengingsaanvraag lectoraat Nieuwe Energie in de Stad
In zijn openbare les “Nieuwe energie in de stad; stip op de horizon laat Ivo Opstelten niet alleen zien dat een transitie naar energieneutrale gebouwde omgeving wenselijk en realiseerbaar is voor het midden van deze eeuw, maar dat deze transitie in feite al begonnen is. Naar analogie met de geslaagde aardgastransitie in Nederland van de jaren zestig, gaat hij in op drie aspecten die de energietransitie tot een succes maken. 1.motivatie van gebruikers om zelf in actie te komen; 2.ontwikkeling van marktrijpe gebouw- en gebiedsconcepten voor de energieneutrale gebouwde omgeving; 3.het vraagstuk van opschaling.
Stel je voor: binnenkort verhuis je naar een zogenaamde ‘slimme' woning. Zoals beloofd in de brochure is het huis uitgerust met de nieuwste technologieën die het dagelijks leven vereenvoudigen en energiezuiniger maken. Met een slimme thermostaat, gekoppeld aan je telefoon, kun je de temperatuur op afstand programmeren, zodat het warm en comfortabel is als je thuiskomt. Dankzij een keukenmolen kun je organisch afval eenvoudig weggooien. Zonnepanelen en een warmtepomp genereren de energie die nodig is om alle apparaten te laten werken, inclusief de nieuwe energiezuinige wasmachine met een A+++ label en de slimme koelkast die vertelt wanneer je favoriete eten op is. Daarnaast ben je automatisch lid van een lokale energiecoöperatie, waarbij bewoners via een online platform met elkaar zaken doen op het gebied van energie.
LINK
MKB-bedrijven op het gebied van architectuur, gebiedsontwikkeling, ontwerp, digital design en technologie-ontwikkeling zien een nieuwe ‘markt’ ontstaan in de toenemende interesse voor de stedelijke commons. Dat zijn lokale gemeenschappen waarin mensen resources zoals energie, mobiliteit of woonruimte met elkaar delen en beheren, op een duurzame en pro-sociale manier. MKB-bedrijven zien kansen om in co-creatie met deze leefgemeenschappen nieuwe diensten en producten te ontwikkelen waarmee bewoners hun hulpbronnen gemeenschappelijk kunnen managen. MKB-bedrijven zien de ontwikkeling van stedelijke commons daarnaast als mogelijke oplossing voor urgente maatschappelijke vraagstukken en missies op het gebied van inclusieve woningbouw, duurzaamheid en de energietransitie. Voor het goed functioneren van de commons is een heldere articulatie en implementatie van hun onderliggende (maatschappelijke) waarden essentieel. Dit vraagt van MKB-bedrijven een zoektocht naar nieuwe manieren van gebieds- en technologie-ontwikkeling in samenwerking met bewoners. Een specifiek probleem daarbij betreft het vertalen van de commons-waarden naar een technologisch systeem dat het gezamenlijk beheer van hulpbronnen mogelijk maakt. Hiervoor wordt veel verwacht van digitale platformen en distributed ledgers technologies zoals de blockchain. Dit zijn databases die precies bijhouden wie wat bijdraagt en gebruikt. Ze koppelen zo’n boekhouding ook aan rechten, plichten en reputaties van de deelnemers. Bij de inrichting van zo’n systeem moeten ontwerpers steeds keuzes maken en rekening houden met spanningen tussen bijvoorbeeld privacy en transparantie, of individuele en collectieve belangen. In dit ontwerpproces stuiten MKBs op een kennishiaat. Hoe kunnen de onderliggende (maatschappelijke) waarden van commons-gemeenschappen 1) worden gearticuleerd en 2) vertaald naar een ontwerp voor de organisatie van een stedelijke commons met behulp van digitale platformen? Dit onderzoek verkent deze vragen in een fieldlab in Amersfoort, op twee ‘transfersites’ in Amsterdam en Birmingham, en met community of practice partners. Samen met hen worden een set design-principes en richtlijnen ontwikkeld voor het ontwerp van DLTs voor de stedelijke commons.
Dit projectvoorstel is gericht op het samen met lokale coöperaties ontwikkelen van innovatieve energiediensten, onder meer om problemen als netcongestie het hoofd te bieden. Deze energiediensten bieden lokale coöperaties kansen om economisch renderende taken op te pakken. Bovendien worden de mogelijkheden voor regionale energiediensten onderzocht. Met regionale samenwerking kunnen lokale coöperaties worden ondersteund, kennis van netbeheer verworven worden en gezamenlijk zijn lokale coöperaties een effectieve gesprekspartner voor netbeheerders. Het project kent een vijftal werkpakketten, die ieder een specifiek onderwerp bestrijken. In werkpakket 1 wordt samen met lokale energiecoöperaties gewerkt aan het verkennen van de behoeften aan en mogelijkheden van lokale energiediensten. Hoe kunnen coöperaties zinvol gebruik maken van de (vernieuwde en oude) Experimentenregeling? In werkpakket 2 wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn om op regionaal niveau coöperatieve energiediensten te leveren, zoals flexibiliteitsdiensten, energieopslag en vraagzijdesturing. In werkpakket 3 wordt in kaart gebracht welke mogelijkheden blockchain-achtige oplossingen bieden voor onderlinge levering van energie door prosumers en lokale energiecoöperaties. Werkpakket 4 onderzoekt de juridische aspecten van onder meer het EU-Clean Energy Package en de Experimentenregeling in relatie met lokale duurzame energie. Op basis daarvan wordt een ‘juridische routekaart’ ontwikkeld die coöperaties zal helpen om de juridische routes van louter opwek naar een actievere rol in het energiesysteem te verkennen. Werkpakket 5 tenslotte is gericht op coördinatie van het project en verspreiding van de resultaten in de vorm van netwerkbijeenkomsten, een nieuwsbrief en artikelen. Het project sluit nauw aan bij verschillende onderwijsmodules van de Hanzehogeschool, zoals de Innovatiewerkplaats (IWP) Energy Markets van Entrance en de Master Energy For Society.
In dit KIEM-project verkennen we de haalbaarheid van een nieuw concept voor energietransitie en circulaire economie: EnTranCe-for-a-Community. Dit is een generiek concept voor draagvlak voor lokale waarde-creatie en groene energieproductie. Na discussies met ons werkveld implementeren we EnTranCe-for-a-Community hier als een publiekskas met technologie om lokale biomassa om te zetten in groene energie (gas) en biocompost. We onderzoeken of dit concept een aantrekkelijke uitbreiding is voor lokale energie-initiatieven en energiecoöperaties (doorgaans bezig met zon en/of wind) als alternatief voor aardgas of een warmtenet. We willen weten of en hoe het realiseren van een EnTranCe-for-a-Community-project op een concrete locatie kansrijk is. Dat kansrijk zijn wordt op drie niveaus onderzocht: (a) de bijdrage aan de lokale energietransitie (kosten/baten); (b) de bijdrage aan een lokale circulaire economie door verwaarding van lokale biomassa (kosten/baten) en (c) de bijdrage aan draagvlak en enthousiasme (en dus praktische haalbaarheid) voor deze ontwikkelingen, door het nauw betrekken van lokale stakeholders bij de studie en eventuele implementatie. EnTranCe-for-a-Community combineert eerder opgedane kennis en kunde op een innovatieve manier en beoogt lokale energietransitie te verbreden naar lokale biomassa. Deze haalbaarheidsstudie wordt uitgevoerd door een nieuw samenwerkingsverband van partners uit de coöperatieve en lokale energiesector, MKB en het expertisecentrum EnTranCe van de Hanzehogeschool Groningen. Allen dragen bij aan de haalbaarheidsstudie met kennis, kunde en netwerken die nodig zijn voor dit onderzoek en voor realisatie op langere termijn, indien voldoende kansrijk. We gebruiken de beproefde iteratieve Lean Startup-aanpak, die juist is ontwikkeld voor dit type complexe en multidimensionale projecten. We gaan komen tot een business en een mission model voor eventuele toekomstige implementatie ergens in Groningen op basis van de gedocumenteerde kansrijkheid van het concept. Op die manier zal dit KIEM-project de basis leggen voor een veel groter projectvoorstel voor verdere realisatie.